EEN F35VLOOT BESCHERMT ONS NIET
Het kan altijd nog erger. Jan Balliauw herinnert ons eraan in een beklemmende documentaire voor Canvas. Zonder mondmasker, maar met een muts en in een blauw gewaad trok hij naar de restanten van de kerncentrale van Tsjernobyl. Hij sprak er met mensen die de ramp miraculeus overleefden. De kans op een nucleaire ontploffing is klein. Maar als het zover is, wordt het pardoes een catastrofe.
In 2011 smolt de reactor van Fukushima. Daarmee verdween de illusie dat zulke ongelukken alleen gebeuren in staten die op het punt staan om ineen te klappen. In het hyperprecieze Japan werd de centrale dooreengeschud na een zeebeving. Waar radioactiviteit op grote schaal vrijkomt, staat een heropening van kappers en tuincentra de komende vijfduizend jaar niet op de planning.
Bij Electrabel tillen ze niet zwaar aan die precedenten. Vorige week kwam opnieuw de vraag om enkele reactoren van Doel en
Tihange langer in bedrijf te houden. Anders dreigt er een stroomtekort, klonk het. Belgische kerncentrales zaten de voorbije jaren vooral in het nieuws wegens plots opduikende scheuren die er niet hoorden te zijn.
‘Hou het veilig’, schrijven we elkaar tegenwoordig, in plaats van ‘warme groeten’. Daarmee bedoelen we: blijf op anderhalve meter afstand, organiseer geen clandestiene barbecues en maak je terstond uit de voeten als iemand kucht. In heel de wereld houden mensen zich aan die voorschriften, maar op de ene plek slaat het virus harder toe dan op de andere. Geluk speelt een rol, naast factoren die de verzamelde virologen nog niet doorgrond hebben.
Maar ook de overheid maakt het verschil. Duitsland is minder zwaar getroffen dan vergelijkbare landen. Ze hadden er meer testspullen en beschermend materiaal in de kast liggen dan elders. Krankzinnig duur was dat niet. Vooruitziend wel. In Berlijn nemen ze hun voorzorgen, ook op andere vlakken. Na de knal in Fukushima werd een kernuitstap tegen 2022 aangekondigd. De reactoren worden er een na een stilgegelegd, niemand vraagt uitstel en met een stroomtekort zullen de Duitsers nooit te maken krijgen. Ze halen nu wel meer energie uit kolen dan elders, maar ze plannen een afbouw. Het kan, bewijst Oostenrijk, dat geen kernenergie opwekt en vorige week zijn laatste kolencentrale sloot.
Het is altijd de belangrijkste taak van de staat geweest: instaan voor de veiligheid van de onderdanen. In de loop van de geschiedenis hebben bedreigingen nieuwe gedaanten aangenomen. We zijn risico’s anders gaan inschatten en hebben meer of minder middelen om ons te wapenen.
Lange tijd ging het grote gevaar uit van buurlanden met slechte bedoelingen. Dus hebben we geïnvesteerd in een leger dat voor de landsverdediging moest zorgen. Voor de zekerheid hebben we in KleineBrogel een voorraadje kernraketten liggen. Tot vandaag kopen we pokkenduur materiaal om te land, ter zee en in de lucht kunstjes uit te halen, in het bijzonder tijdens het defilé op de nationale feestdag. Daarnaast beschermt de overheid ons tegen ziektes door in gezondheidszorg te voorzien. De hele welvaartsstaat is een verzekering tegen malheur dat ons overvallen kan. Maar hoe wegen we bedreigingen tegen elkaar af ? Welke risico’s zijn vandaag het grootst?
Waar radioactiviteit op grote schaal vrijkomt, is een heropening van kappers en tuincentra de komende 5.000 jaar niet gepland