WORDT DE WERELD STRAKS MEER ALS BELGIË?
Je hoort soms dat de coronasaga als een tsunami is. Een toepasselijke vergelijking: een tsunami volgt op een aardbeving. De aardbeving zelf zie je nooit aankomen, ze gebeurt ineens en is meestal snel over. Maar de vloedgolf die daarop kan volgen, zie je wel aankomen. Wie zal ooit de beelden uit 2004 vergeten, die gigantische golven die in slow motion vanuit de zee kwamen opzetten om vernietiging op apocalyptische schaal teweeg te brengen?
Ook de epidemie was er voor we het goed doorhadden. Nu volgt de economische impact, en die is reusachtig. Nooit eerder schoten werkloosheidscijfers zo snel omhoog. De Oeso schat de onmiddellijke economische impact op 30 procent van het bbp. Op jaarbasis zou het om een krimp van 10 procent kunnen gaan, of meer.
We lijken ons in een Hollywoodrampenfilm te bevinden, met cijfers en statistieken als special effects. Superlatieven schieten tekort. Analisten raken de pedalen kwijt, editorialisten geven een koninkrijk voor een hyperbool. Zelfs doorgaans nogal conservatieve kranten als de Financial Times zeggen dat alles anders zal worden of moet worden. De overheid is terug, net als de welvaartsstaat, de herverdeling en zorgeloos schulden maken. Met andere woorden, de (rijke) wereld zal binnenkort meer op België lijken.
In 2010 schreef de Britse schrijver John Lanchester al eens de profetische woorden: ‘O strangest of all strangenesses: the deep longing for the whole world to be more like Belgium.’ Dat was omdat België zo ongemeen goed standhield tijdens de financiële crisis. Maar dat verlangen bleek van korte duur.
De vraag is of het deze keer zo’n vaart zal lopen. Sommigen vergelijken wat nu gebeurt, veeleer met een artificiële coma dan met een cataclysme dat een samenleving fundamenteel transformeert. Het economische verkeer is gecontroleerd stilgelegd. Meteen zijn allerlei steunmaatregelen genomen, nationaal en internationaal. Er wordt letterlijk met duizenden miljarden gesmeten. Daarom is deze crisis historisch onvergelijkbaar.
Crisissen brengen ook goede dingen, laten we dat niet vergeten. Zo brengen ze het meest inventieve in de mens boven. De snelheid waarmee in ziekenhuizen, laboratoria en fabrieken is gereageerd, is ontzagwekkend. Wie wist dat je beademingsapparatuur van ruitenwissers kon maken? Ik heb meer onderwijsinnovatie gezien in een maand dan in een gemiddeld jaar. Restaurants die heropenen, zullen allicht onze mondmaskers doen afvallen met pareltjes van creativiteit. Hoeveel mensen zouden niet bezig zijn met mooie, nieuwe dingen te bedenken? Innovatie is de motor van vooruitgang, zelfs als ze oude zaken vernietigt. Joseph Schumpeter noemde dat zo mooi ‘creatieve destructie’.
Sommige sectoren lijken definitief verdoemd. Zo zou de cruisesector eraan gaan (DS 11 april). Ik zal er eens goed om huilen als ik nog eens naar Venetië reis. Begrijp me niet verkeerd, dit zal pijn doen. De voorspellingen over de impact op de economische groei kunnen moeilijk dramatischer zijn. Niemand weet hoe snel het herstel zal gaan.
Mensen maken zich terecht zorgen over de toekomst. Of we ooit naar de budgettaire orthodoxie van vroeger teruggaan, weten we niet, maar je zou toch denken dat overheidsrekeningen vanaf een bepaald moment weer min of meer moeten kloppen. Economen mogen dan wel beweren dat we ons niet te veel van budgettaire putten moeten aantrekken, politieke realiteiten zijn anders. Zeker zolang de Duitsers en Nederlanders nog iets te zeggen hebben in Europa, en daar heeft het wel alle schijn van. Ze hadden niet alleen hun economie op orde, blijkbaar kennen ze ook nog iets van crisismanagement. Het zal moeilijk zijn niet naar hen te luisteren.
Het kredietbureau Fitch heeft ons trouwens ook al de wacht aangezegd. (Je zou ook kunnen zeggen dat zulke kredietbureaus een gouden kans missen om eens hun mond te houden.) Dat betekent een toekomst van harde keuzes: waaraan geven we geld en waaraan niet? U kunt al raden wie hier aan het langste eind zal trekken. Dat zal populisme en extremisme baren, vrezen sommigen. Populisme in combinatie met gewenning voor totalitair handelende overheden en een surveillanceinfrastructuur om u tegen te zeggen, is geen geruststellende mix. Het is op zijn zachtst verrassend hoe makkelijk en gedwee mensen zich hebben laten opsluiten. Als dat maar niemand op ideeën brengt. Wie weet zullen de mensen die toch naar de kust reden ooit nog gelauwerd worden als verzetshelden.
Het blijft koffiedik kijken. Maar ga eens terug naar de plekken die in 2004 door de tsunami werden getroffen: op veel plaatsten zijn nauwelijks nog sporen te vinden van de ramp die zich toen voltrok. Mensen hebben geliefden verloren en hebben littekens die nooit zullen herstellen. Maar het leven gaat door. Het is niet noodzakelijk veel beter dan vroeger, maar zeker ook niet slechter. Integendeel, veel zaken zien er beter uit dan ooit. Niet erg Belgisch wel.
Wie weet zullen de mensen die toch naar de kust reden, ooit nog gelauwerd worden als verzetshelden
Ive Marx