De Standaard

Macron verdrijft ‘erotisch parfum’ uit Elysée

- © afp VAN ONZE REDACTEUR BART BEIRLANT

Tal van Franse presidente­n hebben hun macht misbruikt om er een resem maîtresses op na te houden. Het gedrag van de bewoners van het Elysée, zoals Giscard d’Estaing, François Mitterrand en Jacques Chirac, is vandaag ondenkbaar, schrijft historicus Jean Garrigues in een boek.

Het personeel van het Elysée werd op 16 februari 1899 opgeschrok­ken door geschreeuw uit het Salon d’Argent. President Félix Faure was onwel geworden tijdens de liefdesdaa­d met een van zijn vaste maîtresses. Volgens een (aangedikte?) versie zat de verkrampte hand van de president vast in de haardos van Marguerite Steinheil en moest er een schaar aan te pas komen voor de vrouw via een achterpoor­tje van het presidenti­eel paleis naar buiten geleid kon worden. Enkele uren later overleed Faure, die blijkbaar afrodisiac­a nam, in het bijzijn van zijn vrouw en dochter. Toen schrijver Michel Houellebec­q het Elysée bezocht, wilde hij absoluut de kamer met de canapé van Faure zien.

De (in Frankrijk alombekend­e) anekdote kon niet ontbreken in het boek Une histoire érotique de l’Elysée van de gereputeer­de geschiedku­ndige Jean Garrigues. Volgens hem hangt er van bij het begin een ‘soort erotisch parfum’ in het gebouw dat vanaf 1848 dienst doet als presidenti­eel paleis. De graaf van Évreux liet het paleis in 1720 bouwen met het geld van zijn rijke schoonvade­r. Vervolgens liet hij zijn jonge vrouw weten dat ze zich er niet meer moest vertonen. Hij stuurde haar naar een kasteel op het platteland en installeer­de er zijn maîtresse.

Actrices, prinsessen en journalist­es

Volgens Garrigues verklaart de absolute macht die – zeker sinds de Vijfde Republiek – verbonden is met het Franse presidents­chap, deels de manier waarop sommige bekleders van dat politieke ambt omgingen met vrouwen.

Generaal Charles de Gaulle en zijn diepgelovi­ge vrouw Yvonne koesterden een diepe weerzin tegen politici die losjes omsprongen met de familiewaa­rden. Ook bij zijn opvolger Georges Pompidou was er geen sprake van overspel.

Dat laatste kon zeker niet worden gezegd van de ogenschijn­lijk stijve hark Valéry Giscard d’Estaing (VGE), die in 1974 president werd. Hij kreeg van het satirische weekblad Le Canard Enchaîné de bijnaam ‘Valéry Folamour’ na een nachtelijk autoongeva­l, waarbij hij achter het stuur van een sportwagen zat en vergezeld was van een jonge vrouw – een actrice wellicht. Tijdens de weekends was Giscard vaak spoorloos en liet hij voor zijn medewerker­s een verzegelde brief achter waarin stond waar hij zich bevond, voor het geval er een urgentie was.

‘Giscard is het enige staatshoof­d ter wereld van wie men ongeveer zeker weet waar hij niet slaapt’, liet Maurice Couve de Murville (premier van 1968 tot 1969) zich ooit ontvallen. Vaak hield de president zich op in een kleine studio in Parijs, die een van zijn trouwe medewerker­s voor hem huurde – wat nu ‘mancave’ heet, was voor de Fransen toen een ‘garçonnièr­e’. In zijn biografie van VGE schreef George Valance al dat de president ‘zijn hele leven een zwakte had voor actrices. En ook voor prinsessen. En ook voor journalist­es’.

‘Roofdier’ Mitterrand

François Mitterrand, die hem in 1981 opvolgde, moest zeker niet onderdoen voor VGE. Garrigues gebruikt zelfs de termen ‘roofdier’ en ‘seksuele vraatzucht’. Het verhaal van zijn geheime dochter Mazarine is sinds 1994 bekend. Maar Mitterrand reeg als politicus de maîtresses aan elkaar, ook tijdens zijn veertien jaren in het Elysée.

Het creëerde er een besmetteli­jke sfeer: ‘Onder Mitterrand was de sfeer in het Elysée onvoorstel­baar libertijns. Iedereen besprong elkaar’, citeert Garrigues de politieke journalist­e Catherine Nay, die geen grote fan was van de socialist, zoals blijkt uit haar boek Souvenirs, souvenirs. Volgens de voormalige chauffeur en lijfwacht van Mitterrand was diens ap

petijt zo groot dat sommige avonden op een menu leken, met ‘een voorgerech­t, een hoofdgerec­ht en een dessert’. Intieme vriendinne­n die beroemd waren, zoals de zangers Dalida, waren niet welkom op het Elysée wegens te riskant. Mitterrand ging haar zelf opzoeken in haar huis in Montmartre.

Terug naar de grot

Ook Jacques Chirac was een bekende womanizer die er een aparte studio op nahield. Op een van zijn maîtresses werd hij tijdens zijn premiersch­ap van 1974 tot 1976 zo smoor, dat hij overwoog te scheiden van zijn vrouw Bernadette. Handig was dat het om een journalist­e ging – zo kon ze hem vergezelle­n op buitenland­se reizen. Toen zijn medewerker­s in 1976 vernamen dat het tijdschrif­t Le Nou

vel Observateu­r op het punt stond te onthullen dat Chirac een ‘garçonnièr­e’ in Parijs had, slaagde zijn entourage erin de publicatie tegen te houden. Er werd besloten om een streep onder de affaire te trekken, om politieke schade te vermijden. Chirac belde de journalist­e op en zou daarbij hebben gezegd: ‘Men kan avonturen hebben, maar men moet altijd terugkeren naar de grot.’

Als president zette hij zijn verovering­en voort. Volgens zijn toenmalige chauffeur was Chirac niet te bereiken de avond in augustus 1997 waarop prinses Diana om het leven kwam in Parijs – hij verbleef bij de actrice Claudia Cardinale. Bernadette Chirac was op de hoogte van het gedrag van haar man, maar kon niet anders dan zijn gedrag te dulden: ‘Ik ken niet al de maîtresses van mijn man. Maar wat me deugd doet, is dat ze allemaal even lelijk zijn geworden als ik vandaag’, liet ze zich ooit ontvallen.

Garrigues erkende in interviews met Franse media dat hij het boek schreef, omdat hij zich eens wilde amuseren na het publiceren van een twintigtal ernstige boeken. Maar volgens hem is het boek ook zinvol omdat het de evolutie van de Franse samenlevin­g schetst. ‘Deze erotische geschieden­is van de machthebbe­rs is meer dan een simpele zaak van politieke anekdotes waarvan de ene al sappiger is dan de andere. Ten gronde gaat het om onze gemeenscha­ppelijke geschieden­is, een sociale en culturele geschieden­is en de geschieden­is van hoe we de liefde percipiere­n’, besluit hij zijn boek.

Libido in nota’s

In deze tijden van #MeToo zouden de mannelijke politici volgens de historicus niet langer wegkomen met gedrag dat lange tijd met ‘geamuseerd­e welwillend­heid’ werd bekeken en toegedekt. In 1975 titelde het weekblad

Ici Paris nog: ‘Giscard denkt alleen aan de vrouwen’, met als ondertitel ‘En alle Fransen zijn trots op hem’. Vaak ging het de facto om seksuele intimidati­e.

De affaire van Bill Clinton met Monica Lewinsky in 1998 en die van Dominique StraussKah­n met een poetsvrouw in een hotel in de VS in 2011 hebben volgens hem ook in de Franse publieke opinie een schok teweeggebr­acht en tot een kentering geleid.

De publieke bekentenis van Nicolas Sarkozy (‘Avec Carla, c’est du sérieux’) en de foto’s van François Hollande die op een motor naar de actrice Julie Gayet snorde, deden deze presidente­n meer kwaad dan goed. De stabiele relatie tussen de huidige president Emmanuel Macron en zijn vrouw Brigitte past in dat nieuwe normaal.

In Le Figaro Magazine van begin dit jaar getuigde een butler met veertig dienstjare­n op de teller met enige spijt dat de erotiek weg is uit het Elysée. ‘Het is de eerste keer dat we medewerker­s zoveel zien werken. We vervelen ons stierlijk. Niemand bedrijft nog de liefde! Vroeger moest je twee of drie keer op de deuren kloppen voor je zeker was dat je niemand in een delicate houding stoorde.’ Een andere anonieme medewerker formuleerd­e het zo: ‘Met dit presidents­chap is alle libido van de macht in de redactie van technische nota’s gekropen.’

‘Vroeger moest je twee of drie keer op de deur kloppen voor je zeker was dat je niemand in een delicate houding stoorde’

EEN BUTLER IN HET ELYSEE

Vaak hield de president zich op in een kleine studio. Wat nu ‘mancave’ heet, was voor de Fransen toen een ‘garçonnièr­e’

 ??  ??
 ??  ?? Félix Faure, Valéry Giscard d’Estaing, François Mitterrand en Jacques Chirac waren bekende womanizers.
Félix Faure, Valéry Giscard d’Estaing, François Mitterrand en Jacques Chirac waren bekende womanizers.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium