Hoe bang zijn de leerkrachten?
Zonder nieuwe leerstof haken leerlingen af, vindt minister Weyts. Bien au contraire, menen de Franstaligen.
Het overleg over de heropening van de scholen loopt volop. Voor de vakbonden primeert de veiligheid van het personeel, en bij uitbreiding van de leerlingen en de ouders. Maar hoe angstig zijn de leerkrachten uit het kleuter, lager en beroepsonderwijs zelf? En wat zijn volgens hen de struikelblokken?
Veel leerkrachten, ouders en leerlingen hadden gisteren, vooral in de voormiddag, moeilijkheden bij het gebruik van Smartschool. Bij heel wat scholen werkte het digitale leerplatform zeer traag of gewoon niet.
‘We hadden dat natuurlijk absoluut willen vermijden,’ zegt Jan Schuer van Smartschool. ‘Mijn team werkt keihard om herhaling te vermijden. Maar we kunnen helaas niet uitsluiten dat dit nogmaals gebeurt.’
Smartschool zegt de voorbije weken veel inspanningen te hebben gedaan om de capaciteit uit te breiden. ‘We hebben onze capaciteit vertienvoudigd’, zegt Schuer. ‘Dan gaat het over servers, netwerkverbindingen en backupcapaciteiten. Maar de piek van gisterenvoormiddag hadden we niet verwacht.’ Gisteren alleen al volgden een half miljoen leerlingen een livesessie op Smartschool. Om het rampscenario van gisterenvoormiddag te vermijden, riep Smartschool de scholen gisteren op om het gebruik van het platform meer te spreiden onder de slogan ‘Flattenthesmartschoolcurve’. ‘We investeren ook nog volop in extra capaciteit’, zegt Schuer. ‘Ook voor ons is dit onbekend terrein. Smartschool is altijd gebruikt als een aanvullende tool naast het klassikale lesgeven. Nu wordt van ons verwacht dat we dat helemaal vervangen.’
Ook bij het populaire leerplatform Bingel waren er gisteren problemen. ‘Gistermorgen was er om 10.45 uur een vertraging bij het inloggen,’ klinkt het. ‘We hebben meteen opgeschaald. Na een halfuurtje was het probleem opgelost.’ Bingel telde gisteren 230.884 gebruikers, 30.000 gebruikers meer dan de maandag voor de paasvakantie.
Smartschool kan toestroom niet aan: ‘Deze piek hadden we niet verwacht’
Of de scholen na 3 mei heropenen of niet, is een beslissing die ten vroegste vrijdag valt op de Nationale Veiligheidsraad. Maar een massale terugkeer naar de klassen, zit er niet aan te komen. Dat bleek gisteren na een overleg van het Franstalige onderwijs (inrichtende machten, vakbonden, ouderenverenigingen en ministers) met leden van de GEES, de groep experts die ons land uit de lockdown moet leiden.
Het is de bedoeling om in heel het land het onderwijs zo coherent mogelijk opnieuw op gang te trekken, maar dat er verschillen zullen zijn, staat nu al vast. Terwijl Vlaamse leerlingen gisteren hun Engelse woordenschat uitbreidden met het woordje preteaching en Smartschool tilt deden slaan door overbelasting, was het onderwijzers aan Franstalige kant niet toegestaan om nieuwe leerstof aan te bieden.
Herhalen, herhalen...
Minister Caroline Désir (PS), bevoegd voor Onderwijs in de Franse Gemeenschap, stelde in de eerste week van maart al een draaiboek op met enkele ‘alsdan’scenario’s waarin dat werd beslist. Als de scholen langer dan 19 april zouden dichtblijven – wat intussen het geval is – dan mochten leerkrachten alleen leerstof herhalen met de leerlingen. Als ze langer dan 30 april gesloten zouden blijven – wat binnenkort ook een feit is – dan zou er nieuwe leerstof aangeboden kunnen worden aan de leerlingen van het vijfde, zesde en zevende jaar in het secundair. Voor alle anderen blijft het herhalen.
Pas wanneer de scholen weer opengaan, kan er nieuwe leerstof behandeld worden. Uit een rondvraag van ouderverenigingen blijkt dat niet alle scholen zich aan die beperking houden.
De Franstalige beslissing om geen nieuwe leerstof aan te bieden, heeft te maken met de maatschappelijke realiteit in Wallonië en Brussel. Net zoals de Antwerpse schepen van Onderwijs Jinnih Beels (SP.A) vaststelt dat tot 30 procent van de leerlingen in haar stad niet bereikt wordt (DS 18 april), vallen ook daar veel leerlingen uit de boot. ‘Die beslissing om geen nieuwe leerstof aan te bieden, is ingegeven vanuit gelijke kansen voor alle kinderen’, zegt JeanFrançois Mahieu, Désirs woordvoerder. ‘Dit zijn gezinnen waar geen computer of printer is, waar ouders niet kunnen helpen, waar spanningen zijn, leerproblemen … We doen dit om de kloof tussen die leerlingen en anderen niet nog meer te vergroten.’
Examens op het einde van het schooljaar zijn ook al geschrapt. Dat worden beoordelingen door de klassenraad. In Désirs logica rest er daardoor nog tijd om nieuwe leerstof aan te bieden, mochten de scholen na 3 mei deels openen. ‘Het gaat tenslotte maar om enkele weken, niet om zes maanden’, zegt Mahieu. ‘In de jaren 90 was er ooit een staking van drie maanden, zonder internet!’
Risico op afhaken
In een lijvig rapport van meer dan 120 humane wetenschappers dat vorige week werd bezorgd aan de GEESexperts (DS 18 april) komen die schoolproblemen ook aan bod. Academici van de universiteit van LouvainLaNeuve onderschrijven daarin de stelling dat ongelijkheid wordt aangescherpt door nu nieuwe leerstof aan te bieden. Zij vrezen zelfs dat leerlingen helemaal zullen afhaken.
De maatregelen die zij naar voren schuiven, zijn ingrijpend. Omdat het lastig plannen is met beslissingen van de Nationale Veiligheidsraad die telkens maar twee weken gelden, stellen zij voor om meteen door de zure appel heen te bijten en te beslissen om de scholen tot 30 juni dicht te houden. Alle leerlingen zouden dan automatisch overgaan naar het volgende jaar. Dat hele volgende schooljaar, stellen zij, zal het nodig zijn om de opgelopen achterstand van de leerlingen weg te werken.
Examens of niet?
Ander geluid in Vlaanderen. Een beslissing over de examens is er nog niet, maar Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (NVA) wil in ieder geval dat er zo veel mogelijk tijd gaat ‘naar leren en minder naar evalueren’. Daarna moet er de garantie zijn dat iedereen een faire evaluatie krijgt, zegt Weyts’ woordvoerder Michael Devoldere. ‘Een gewone examenperiode zal het niet zijn. Maar we vinden een evaluatie wel nodig om leerlingen te blijven stimuleren. Het biedt hen ook de kans om tekorten op te halen en het laat ons toe om te detecteren of sommigen een achterstand hebben opgelopen, zodat we kunnen adviseren hoe ze die kunnen inhalen.’
Het grootste verschil blijft de nieuwe leerstof. Waar die aan Franstalige kant gezien wordt als een reden om af te haken, vreest Weyts net dat leerlingen dat zullen doen als ze géén nieuwe stof krijgen. ‘Als je hen geboeid wil houden, moet je nieuwe leerstof aanbieden’, zei hij dit weekend. ‘Met al die oude leerstof gaan ze zich suf herhalen.’
‘De beslissing om geen nieuwe leerstof aan te bieden, is ingegeven vanuit gelijke kansen voor alle kinderen’
JEANFRANÇOIS MAHIEU Woordvoerder minister Désir
Sophie Wilmès: premier met
Voorlopig toch.
‘Het verlengen van de volmachten is het verliezen van kostbare tijd.’ NVAvoorzitter Bart De Wever maakte gisteren op Radio 1 nog eens duidelijk dat zijn partij het nut er niet van inziet om de minderheidsregeringWilmès ook na juni te laten voortregeren met volmachten, waardoor ze maatregelen kan nemen zonder fiat van het parlement. ‘We hebben die volmachten voornamelijk gesteund omdat we dachten dat het parlement door de crisis mogelijk niet meer naar behoren zou kunnen functioneren, maar dat lukt wel.’
De constructie werd in maart opgezet voor drie maanden, verlengbaar met nog eens drie maanden. Het is ook voor premier Sophie Wilmès (MR) zelf duidelijk dat de houdbaarheidsdatum beperkt is. ‘Dit is geen wenselijke situatie, maar we kunnen wel doen wat nodig is om nu te werken en levens te redden’, zei ze afgelopen weekend nog in deze krant (DS 18 april). ‘Je voelt dat de politieke en ideologische discussies onmiddellijk opnieuw de kop zullen opsteken zodra de urgentie van deze crisis afneemt. En dan zal de situatie niet lang meer houdbaar zijn.’
Bij CD&Vkopstuk Hilde Crevits klonk het gisteren dan weer dat ‘ons politieke systeem niet geschapen is om met volmachten te werken’. Ze zal naar eigen zeggen ‘een heel gelukkige politicus zijn als er een volwaardige regering is’. Bij de meeste partijen valt te horen dat regeren met die volmachten – geruggensteund door een ‘superkern’ met tien partijvoorzitters – een manke constructie is die niet lang houdbaar blijft.
Precaire eensgezindheid
Het is effectief mogelijk gebleken om beslissingen via het parlement te laten lopen. Nu al volgt de minderheidsregering, in samenspraak met de zeven steunende partijen, voor een aantal beslissingen de parlementaire weg. Dat kan soms zelfs sneller gaan dan besturen via volmacht.
Maar de eensgezindheid is precair, ook al is het in principe niet nodig dat de huidige tien partijen de volmachten verder steunen. Als bijvoorbeeld de NVA afvalt, is er nog steeds een meerderheid. Maar hoe minder partijen de regeringWilmès met volmachten steunen, hoe groter de vrijheid wordt voor oppositiepartijen om nog meer in te beuken op de minderheidsregering. Zeker wanneer de debatten stilaan meer ideologisch geladen zullen worden. Wie de regering wel nog steunt, zal sowieso meer inhoudelijke garanties willen dan vandaag.
‘Het succes van de herwonnen rol van het parlement zal bepalen of de volmachten na juni nog nuttig zijn’, zegt Egbert Lachaert, Kamerfractieleider en kandidaatvoorzitter voor Open VLD. Als er geen meerderheid gevonden wordt om met volmachten te werken, is de vraag of er wel een meerderheid is voor de beslissingen die Wilmès door het parlement wil krijgen.
‘Er worden nu beslissingen genomen die de welvaart van het land voor decennia zullen bepalen’
BART DE WEVER Voorzitter NVA
Van een spontane overgang naar een volwaardige regering met een meerderheid, waarop koninklijk opdrachthouder Patrick Dewael (Open VLD) hoopte, lijkt voorlopig geen sprake. Zeker CD&V hield de deur altijd dicht voor een doorstart van Vivaldi, een samengaan van rood, blauw, groen en oranje.
Vlaams front
Een verbond tussen PS en NVA lijkt nog minder in zicht. PSvoorzitter Paul Magnette stelde twee weken geleden het linkse postcoronaprogramma van zijn partij voor: de coronacrisis bewijst volgens hem het grote gelijk van links. De Wever waarschuwde dan weer voor zij die ‘Vlaanderen het nekschot willen geven’. Hij riep opnieuw op om een Vlaams front te vormen. ‘Het is aan de Vlaamse politici om dat vicieuze cirkeltje te doorbreken en de taal van de macht te spreken. Er worden nu beslissingen genomen die de welvaart van het land voor decennia zullen bepalen.’
En dus dreigt het geschipper tussen een paarsgele regering en Vivaldi, dat de Wetstraat beheerste voor er sprake was van corona, opnieuw de kop op te steken.