‘Alles ontsmetten is gewoon onmogelijk’
CHLOÉ HOLLANDERS (24), 2de en 3de kleuterklas Centre Educatif SaintPierre (Leuze)
‘Mijn kleuters snappen nu al niet goed wat er aan de hand is’, zegt Chloé Hollanders (24), die sinds een jaar in de tweede en derde kleuterklas staat van het Centre Educatif SaintPierre in Leuze. ‘Mocht het kleuteronderwijs heropstarten, wordt het moeilijk om de kinderen uit te leggen waarom ze mij geen knuffel mogen geven of waarom we hen niet kunnen troosten als ze pijn hebben.’
In het team van Hollanders leeft angst. ‘Social distancing bij kleuters is onbestaande. Wat met snotneuzen of wat met kleuters die in hun broek hebben geplast? We moeten die toch verversen? Dat lukt niet zonder afstand te houden. Bij sommige kleuters moeten we zelf het voedsel in de mond stoppen, anders eten ze niet.’
Hollanders is niet alleen bezorgd over zichzelf. ‘We kunnen gewoon niet verhinderen dat de kleuters elkaar besmetten. Ook al lopen kleuters niet zo’n risico, ze kunnen wel hun ouders en familieleden infecteren. Veel ouders zijn daar bezorgd over.’
‘Kleuters vlinderen veel. Ze spelen vijf minuten met de blokken, dan vijf minuten met het poppenhuis of het kasteel. Alles ontsmetten is gewoon onmogelijk. In de opvang tijdens de paasvakantie lukte dat met twee kindjes. Met 24 is dat gewoon niet realistisch. Alle kinderen uit de kleuterklassen spelen ook op dezelfde speelplaats. We hebben nu eenmaal niet meer plek.’
Mondmaskers zijn geen realistische optie, zegt Hollanders. ‘Zelfs als leerkracht vind ik het moeilijk om daar een volledige dag mee rond te lopen. We zijn zo expressief met ons gezicht bezig. Kleuters houden dat geen kwartier aan.’
‘De angst is er zeker.’ Joke Van Haeren (42) is leerkracht in het buitengewoon lager onderwijs in Retie. Ze verloor tijdens de paasvakantie haar grootmoeder aan het nieuwe coronavirus. ‘Toen de scholen sloten, was corona nog een vervanmijnbedverhaal. De voorbije weken zijn leerkrachten steeds bezorgder geworden.’
Het buitengewoon onderwijs heropstarten is geen evidentie. ‘Als we veel kinderen in te kleine ruimtes moeten samenbrengen zonder beschermend materiaal, vergroot het risico dat ze het virus aan elkaar doorgeven en wij aan hen. Bij ons is elk kind ook afhankelijk van het busvervoer, iets wat velen vandaag willen vermijden.’
Een eventuele heropening botst ook op praktische problemen. ‘Er zijn tien mondmaskers in de school aanwezig voor wie de opvang verzorgt voor kinderen met een beperking. Maar we zien ook daar een stijgend aantal leerlingen. Daarnaast geven wij momenteel les in containerklassen. Daar zijn geen wasbakken. Er zal militaire discipline nodig zijn bij onze leerlingen.’ ‘Het overgrote deel van de leerkrachten wil opnieuw voor de klas gaan staan’, benadrukt Van
Haeren. ‘Maar wanneer zal het
veilig genoeg zijn? We zijn bang, vooral voor de kinderen. Het wordt moeilijk om een minimum aan veiligheid te garanderen. Als er een beslissing genomen wordt, zullen we meelopen, maar wel met veel angst. Leerkrachten denken niet eerst aan zichzelf, we cijferen ons vaak weg voor onze leerlingen.’
Een heropening zal ook organisatorisch moeilijk zijn. ‘Als de scholen gefaseerd opengaan, heb ik nog geen oplossing voor mijn eigen kinderen.’