‘Thuis is niet de beste plek voor mijn mentaal welzijn’
Veel studenten wonen opnieuw in bij hun ouders. Samen met hun kot lieten ze ook een dierbaar stuk privacy achter. Dat blijkt allesbehalve evident. ‘Onduidelijkheid is verstikkend’
BRUSSEL I Het gaat niet goed met de hogeschool en universiteitsstudenten. Dat blijkt uit de cijfers van de wekelijkse enquête van de UAntwerpen waaraan 170.000 Belgen deelnamen. Veel studenten hebben de voorbije weken hun kot verlaten en gingen met hun gezin in quarantaine. Dat blijkt te wegen op hun welbevinden. Bijna de helft (44 procent) geeft aan meer spanning dan normaal te ervaren binnen het gezin. ‘De leeftijdscategorie van de studenten (1825 jaar) scoort hiermee het hoogst’, zegt Koen Pepermans, faculteitsdirecteur sociale wetenschappen aan de UAntwerpen. ‘Het globale gemiddelde in andere leeftijdsgroepen ligt rond de 20 procent.’
Voor kotstudenten die plots opnieuw met hun ouder(s), broers en of zussen moeten samenleven, is het aanpassen. ‘Ze zijn het gewoon om vrij te zijn’, zegt Pepermans. ‘Plots zitten ze thuis en hebben ze geen privacy meer. Ik begrijp best dat dit weegt op hun mentale welzijn.’
Zorgen om de toekomst
Ook bij de diensten voor studentenvoorzieningen (Stuvo) merken ze dat de studenten het moeilijker hebben. Annemie De Rouck, coördinator studiebegeleiding aan Erasmushogeschool in Brussel, krijgt bijvoorbeeld veel vragen van studenten die niet weten hoe ze een nieuwe ritme kunnen vinden. ‘De meeste vragen draaien rond zelfsturing: hoe deel ik mijn dag het best in? Hoe weet ik of ik productief genoeg ben? In normale omstandigheden kun je vergelijken met je medestudenten om te weten of je goed bezig bent. Maar na een online les kun je niet even napraten.’
Elhasbia Zayou, diensthoofd van de Stuvo van de Thomas More Hogeschool in Mechelen ziet dat de vragen van studenten inhoudelijk zijn veranderd. ‘In de eerste week kregen we vooral vragen in verband met stages. Nu zien we dat de vragen inhoudelijk worden en meer om hun psychisch welbevinden draaien. Ze zijn bang en maken zich zorgen over hun netwerk en hun toekomst. Het sociaal isolement dat erbij komt, maakt de situatie nog moeilijker. We proberen ons advies en onze raad zo breed mogelijk toegankelijk te maken. We plaatsen alle informatie op onze sociale media.’
‘Mijn ouders zijn risicopatiënten. Daarom zijn we thuis enorm voorzichtig. Voor mijn eigen gemoed zit ik dan weer beter op kot. Thuis kan ik niet studeren. Ik heb het gevoel dat ik niet genoeg doe voor mijn opleiding, daardoor voel ik me nutteloos. In het begin van de lockdown heeft de VUB iedereen naar huis gestuurd. Alleen studenten die nergens anders terecht kunnen, mochten op kot blijven. Ik heb via mail gevraagd of ik ook mocht blijven, maar dat kon niet.’
‘Als ik overdag niet goed gestudeerd heb, haal ik dat normaal gezien in door ’s nachts door te werken. Nu gaat dat niet, omdat ik mijn slaapkamer deel met mijn zusje.’
‘Ik lig van veel zaken wakker. Ik begrijp dat de universiteiten niet veel kunnen doen, maar de regering houdt niet genoeg rekening met mensen in kwetsbare posities. Ik zit erg in met die oneerlijkheid. ‘Er wordt op tv een halfuur lang gediscussieerd over de festivals, maar zeg mij of ik mijn kot zal moeten betalen. En hoe moet ik dat doen zonder studentenjob? Wat als ik een vak niet haal? Krijg ik dan mijn studiepunten terug? We zijn al anderhalve maand verder en mijn vragen blijven onbeantwoord. Die onduidelijkheid is verstikkend.’ (kma) ‘Ik maak me vak niet haal?
Dat loopt niet als gepland.’
‘Ik heb twee weken thuis bij mijn ouders gezeten, maar omdat ik begon te stressen over mijn eindwerk, heb ik beslist om me af te zonderen op mijn kot in Brussel. Ik studeer radio en voor mijn eindwerk moet ik geluidsopnames maken. Met een broertje van zeven en een zusje van negen gaat dat niet. Ik kan ze niet de hele tijd vragen om stil te zijn.’
‘Ik maak me zorgen dat ik mijn eindwerk niet zoals gepland zal kunnen maken. Veel interviews gaan niet door, omdat de mensen het onderwerp niet relevant vinden als het niet om corona gaat. Om toch een goed product te maken, wil ik echt mijn best doen door mezelf te isoleren op mijn kot. Ik vind het niet erg dat ik hier alleen zit. In normale omstandigheden zou ik me rond de blokperiode ook afgezonderd hebben.’
‘Het was echt vreemd om in de routine van mijn ouders te zitten voor twee weken. Ergens vond ik dat ook wel handig, omdat het mijn dag een soort van structuur gaf. Mijn ouders waren ook wel blij dat ik voor een keertje wat langer thuis was. Het enige verschil is nu dat er niet meer voor mij gekookt wordt.’ (kma)
‘Studenten zijn hun vrijheid gewoon. Plots zitten ze thuis en hebben ze geen privacy meer’ KOEN PEPERMANS
Universiteit Antwerpen