De kunstenaar als veldarbeider
Tabaksbladeren, graspollen en distels: de Oostenrijker Lois Weinberger, die dinsdag overleed, transformeerde natuur uit de periferie tot kunst.
Lois Weinberg bracht in de loop van zijn carrière een Gartenarchiv bijeen, met honderden dia’s van tuinen. Toch was het niet zozeer de keurig aangelegde, in de hand gehouden natuur die hem fascineerde. Zijn voorkeur ging uit naar het braakland en de woekerende vegetatie. Onkruid stond voor hem symbool voor het spontane en het tegendraadse, voor de verbeelding, voor de bedreigde vrije geest ook. En de tuin voor een gebied waarin zich van alles kon afspelen.
Weinberger werd in 1947 geboren in Tirol en groeide op in een landelijke streek. Hij debuteerde in de jaren 70 en werkte vaak samen met zijn vrouw Franziska. Zijn oeuvre waaiert uit over tekeningen, sculpturen, foto’s, teksten en installaties.
Of muurschilderingen, zoals Wege dat de recente overzichtstentoonstelling van het Smak op gang trok: een plattegrond van het traject dat een schorskever zich door een boomstam vreet. Het Gentse museum bezit zo’n dertig werken van Weinberger en bood hem in 2005 en 2015 soloshows aan. Ook in De blik van Bruegel, een wandelparcours in Dilbeek, was Weinberger vorig jaar present. Met een verdwaalde Kuh aan de rand van de bebouwde kom, maar ook met een van zijn typische guerillatuintjes. Met deuren bakende hij een vierkant af waarin de natuur haar gang kon gaan en versmelten met de omgeving. ‘Wege’ in het Smak: een plattegrond van het traject dat een schorskever zich door een boomstam vreet.
Twee keer nam hij deel aan de Documenta in Kassel. In 1997 liet hij wilde planten hoog opschieten op een ongebruikt spoor van het Hauptbahnhof. Hij zag ze als zaadjes die van ver kwamen, net zoals als toenmalige migranten uit Zuid en OostEuropa, en waarmee het lokale onkruid een gevecht zou moeten voeren om te overleven. Met Das über Pflan
zen/ist eins mit Ihnen leverde Weinberger een treffend beeld van migratieprocessen.
Veel van zijn werk is niet alleen politiek, maar ook speels en poëtisch. Hij maakte vlechten van pollen gras of fabriceerde een gebedenboek van tabaksbladeren. Het onkruid aan de Brandenburger Tor in Berlijn ging hij water geven. In de keurig geharkte tuinen van de Belvedere in Wenen plaatste hij een Wild cube: een verwijzing naar de witte galeriemuren, waarvan hij droomde dat de natuur erbinnen niet te stuiten zou zijn.
Soms was hij ook behoorlijk stout. Green man, een sculptuur samengesteld uit distels, werd door het Centre Pompidou beleefd geweigerd wegens niet te conserveren. Nu maakt ze deel uit van de Smakcollectie.
Als ‘archeoloog van het alledaagse’ werd Weinberger omschreven, een veldarbeider en observator van niet in te tomen verandering. Hij zal onthouden worden om zijn liefde voor de randfenomenen die ons verbinden.
Veel van zijn werk is niet alleen politiek, maar ook speels en poëtisch. Het onkruid aan de Brandenburger Tor in Berlijn ging hij water geven