EU pingpongt verder over herstelfonds
De Europese leiders schuiven de financiering van het ‘coronamarshallplan’ door naar de Commissie. of op onze via www.standaard.be
Voor de vierde keer vergaderden de Europese leiders in een
BRUSSEL I Er is een reëel risico dat het too little too late wordt. In het slechtste scenario kan de pandemie leiden tot een krimp van het bruto binnenlands product van de 27 lidstaten met 15 procent. Die harde boodschap kregen de Europese leiders bij het begin van hun vierde videoconferentie over de coronacrisis van Christine Lagarde, de voorzitster van de Europese Centrale Bank. Zij wees erop dat ‘er snel nood is aan een sterk en flexibel herstelfonds’ om de Europese economie uit de recessie te trekken.
Vooraf had Charles Michel als voorzitter beslist dat er geen gezamenlijke conclusies zouden komen. Hij wou geen herhaling van de videoconferentie van eind maart, die verzandde in een discussie over de nood aan coronaobligaties. Ook nu verschillen de leiders van mening over hoe de solidariteit met de zwaarst getroffen landen ingevuld zal worden. Daarom spelen ze de bal door naar de Commissie, die de opdracht krijgt om ‘dringend’ een analyse te maken van de zwaarst getroffen sectoren en regio’s, en om een concreet voorstel op tafel te leggen. Dat fonds moet één pakket vormen met de volgende meerjarenbegroting voor 20212027. Ook daarover zal de Commissie, in nauw overleg met de lidstaten, in mei een nieuw voorstel uitwerken. Eind februari lukte het niet om daarover een akkoord te bereiken. Nu het bruto binnenlands product van de lidstaten een duik neemt, belooft dat een harde dobber te worden.
Commissievoorzitster Von der Leyen kondigde aan dat ze de steun van de lidstaten krijgt om ‘nieuwe financiële instrumenten’ aan te spreken voor investeringen. Ze mikt op een verhoging van het plafond voor eigen inkomsten tot 2 procent. ‘Dankzij de garantie van de lidstaten zal de Commissie geld kunnen ophalen dat via de begroting doorgeschoven wordt naar de lidstaten.’ Volgens Von der Leyen zou het om 1.000 miljard euro kunnen gaan.
‘Er is snel
nood aan een sterk en flexibel herstelfonds’ CHRISTINE LAGARDE Voorzitster ECB
Lening of subsidie?
Blijft de vraag of het geld van het herstelfonds in de vorm van leningen of van subsidies naar de landen zal vloeien. De noordelijke landen verkiezen het eerste, terwijl Italië, Spanje, Portugal en Frankrijk aandringen op de tweede mogelijkheid, omdat die hun schuldenpositie niet verder zou
‘Sommige landen weten precies wat ze willen, andere wat ze niet willen’
EUROPESE BRON
verslechteren. ‘We zullen een balans moeten zoeken tussen de twee’, zei Von der Leyen. Wat ook nog uitgeklaard moet worden, is de vraag of de lidstaten gezamenlijk garant zullen staan voor leningen die de Commissie uitschrijft – met het risico dat zij vroeg of laat moeten betalen voor de schulden van anderen.
‘Er zijn landen die precies weten wat ze willen, en er zijn landen die precies weten wat ze niet willen: een vorm van gemeenschappelijke financiering van de schulden’, zegt een Europese bron. Een derde groep landen, waaronder België, werkt aan een compromis en vertrouwt op de Commissie voor een evenwichtig voorstel.
De Europese leiders zijn zich bewust van de urgentie, is overal te horen. Maar een doorbraak is er nog niet. Het positieve nieuws is dat de 27 zich achter het hulppakket van 540 miljard euro schaarden waarover de ministers van Financiën op 9 april een akkoord bereikten. Italië wil geen beroep doen op de kredietlijnen van het noodfonds, maar stelt geen veto tegen de inzet ervan door andere landen. Tegen 1 juni moeten de drie onderdelen – een vangnet voor bedrijven, werklozen en overheden – operationeel zijn.
Schrijf u in op de dagelijkse coronanieuwsbrief via www.standaard.be/ coronanieuwsbrief