Illegale dates
Verliefdheid is een risicofactor. Er worden opvallend veel tieners beboet. Ze wonen thuis, de scholen zijn dicht, het is verboden om bij iemand op bezoek te gaan en dit alles is onverdraaglijk wanneer je verliefd bent. Ze riskeren de patrouilles om hun prille liefdes niet te laten verleppen. Kalverliefde is heroïscher dan ooit.
De minder dapperen spreken af in de supermarkt om ongezien achter de schappen met zoetwaren de verplichte meter afstand te negeren.
Onze vriendin Alessandra, de Napolitaanse brandweercommandante, woont met haar zeventienjarige dochter Silvia op Corso Monte Grappa. Silvia heeft een vriend. Hun liefde is zo gretig en wanhopig als alleen zeventienjarigen kunnen begrijpen. Maar hij woont in de wijk Sturla. Zij heeft een list verzonnen om hem te kunnen zien. Op haar autodichiarazione heeft ze zijn adres als residentie opgegeven en Alessandra als reden van verplaatsing. Als ze op haar scooter door de patrouilles wordt aangehouden, is ze volgens haar document ofwel op weg naar haar huis in Sturla, ofwel op weg om haar oude moeder op Corso Monte Grappa te gaan verzorgen.
De spanning van deze illegale dates is een van de weinige lichtpuntjes voor wie in deze tijd jong is. Tien miljoen Italianen leven inmiddels onder de armoedegrens. Naar schatting de helft van alle bars en restaurants zal de rolluiken niet meer opentrekken. Zestig procent van alle jongeren is uitgesproken pessimistisch over de toekomst.
Vlak buiten Milaan is Campo 87 geopend, een verlaten veld dat dient als massagraf voor slachtoffers van het virus die niet door dierbaren worden geclaimd, omdat ook zij al aan het virus zijn bezweken.
De apotheek onder het huis van Stella’s moeder heeft een tekstbalk aan de gevel, waarover normaal gesproken aanbiedingen scrollen. Nu loopt daar al dagen de Latijnse tekst van het Ave Maria in groene neonletters.
ILJA LEONARD PFEIJFFER Nederlandse schrijver. Woont en werkt in Genua.