De strijd die we kunnen missen
‘In Italië is de tijd van grappige filmpjes voorbij’, schreef De Groene een maand geleden. Het Nederlandse weekblad probeerde het gemoed in de laars te vatten na enkele weken coronarampspoed en quarantaine. Anne Branbergen beschreef hoe de Italianen eerst nog pogingen tot humor ondernamen. Waarna een bijtend zinnetje volgde: ‘Dat is de fase voor het niets.’ De donkerte van haar stuk was toen, vanuit Belgisch middenklasseperspectief, moeilijk te vatten. Wij deelden nog wél grappige filmpjes. Wij leerden onze buren beter kennen. Wij zaten in volle lockdownromantiek.
Ondertussen is de sfeer ook hier veranderd. Dat heeft met de dodentol te maken. Maar er spelen ook andere dingen. Het is intussen goed doorgedrongen dat de lockdown er bij sommige bevolkingsgroepen – zoals vluchtelingen of dak en tuinlozen – veel harder inhakt dan bij de gelukzaligen die hun verbouwing wat moeten uitstellen. Het is ook duidelijk dat de lockdownsolidariteit haar beste dagen heeft gehad. Bij de start was het gevoel: we zitten in de shit, maar we zitten er wel allemáál in. Nu de maatschappij weer op gang wordt getrokken, en dit een lang gevecht blijkt te worden, is het al veel meer ieder voor zich.
Dat is niet onbegrijpelijk. Aangezien het leven slechts mondjesmaat kan hernemen, betekent de opening van de doehetzelfwinkels dat de boekhandels nog even gesloten moeten blijven. De vrijheid van de ene is het isolement van de andere. Dat geeft frictie. Dat zie je nergens zo goed als in de discussie over het lot van de oudere generaties. Omdat de 65plussers zwaar oververtegenwoordigd zijn in de sterftecijfers, kunnen zij, door wat langer in lockdown te blijven, de actieve(re) generaties de kans geven weer aan de slag te gaan. Het lijkt, op het eerste gezicht, de logica zelve.
Fascistische trekjes
In BosniëHerzegovina vatte de overheid de koe bij de hoorns. Daar mogen 65plussers, op straffe van boete, hun woning niet meer uit. Ook in Duitsland woedt het debat. Daar liet een stoet vooraanstaande 70plussers, via een stuk in Bild, weten dat ze zullen thuisblijven, in het belang van de economie. Ook in België lijken sommige mensen het idee genegen. In Het Laatste Nieuws opperde epidemioloog AnneMieke Vandamme (KULeuven) deze week dat 65plussers tot in de herfst of zelfs tot in de volgende lente in lockdown moeten blijven. NVAparlementslid Koen Metsu was nog forser: hij stelde voor om de huidige regels voor 60plussers te laten gelden tot er een vaccin is.
Daar valt een redenering rond op te bouwen. De afgelopen weken ging een grote groep mensen die niet tot een risicogroep behoort, in lockdown om het gezondheidssysteem voor een implosie te behoeden. Dat was een vorm van solidariteit. Die groep, die zelf een klein risico liep, zag haar leven overhoop gegooid. Zo werd het horrorscenario, dat covid19 vooral voor 65plussers nog fataler had kunnen maken, afgewend. Daarom is het misschien niet compleet gek om de solidariteit nu ook de andere kant te laten uitgaan. Dat is pijnlijk, maar ook in het belang van de 65plussers zélf.
Toch reageerden die verbolgen. Paul Jambers, een frisse zeventiger, dreigde met burgerlijke ongehoorzaamheid. Mieke Vogels, op de kop af 65, zei dat haar generatiegenoten geen pionnen op een schaakbord zijn. Hun woede is begrijpelijk. Het beste argument tegen een lineaire leeftijdsmaatregel is dat leeftijd niet de enige factor is die het gevaar van covid19 vergroot. In De Morgen vertelde dokter Geert Meyfroidt gisteren dat 50 tot 65jarigen met overgewicht het langst in de intensive carebedden van het UZ Leuven blijven liggen. Maar ga je daarom concluderen dat iederéén met overgewicht – of met andere onderliggende aandoeningen – verplicht in lockdown moet blijven? Neen? Waarom zou het voor 65plussers dan wél kunnen?
Waar zou je zo’n leeftijdsgrens bovendien moeten leggen?
Een 59jarige kettingrokende alcoholicus moet zich veel meer zorgen maken dan een 74jarige marathonlopende geheelonthouder. Waarom zou die laatste dan wel in lockdown moeten blijven, in tegenstelling tot de eerste? Het zou van een paternalisme getuigen dat – we citeren Jambers – ‘fascistische trekjes’ vertoont. Vooral ook omdat de strijd tegen covid19 nog lang kan duren. Kan je twee miljoen 65plussers dan opleggen dat ze hun kinderen en kleinkinderen één jaar niet kunnen zien? Hebben ze niet het recht om, zodra de curve is afgevlakt, zélf dat risico in te schatten? Is het inciviek dat een 92jarige oma dat risico verkiest boven een jaar in volstrekte eenzaamheid? Of willen we een leger 65plussers in een depressie jagen?
Kil jeunisme
Dat wil niet zeggen dat het een taboe moet zijn om over de voorwaarden te praten die aan die ‘vrijheid’ verbonden zijn. Wie geen risico’s wil lopen, moet daartoe de mogelijkheid hebben. Dat betekent bijvoorbeeld dat een rusthuisbewoner alleen bezoek kan ontvangen als er op die manier geen andere bewoners in gevaar worden gebracht. Het betekent ook dat Mieke Vogels deze week misschien toch net iets té hard van stapel liep toen ze haar generatie eventueel ook weer de sportkantine zag openhouden. De vrijheidsdrang van 65plussers moet gerespecteerd worden, zeker, maar dan wel zonder dat het gezondheidssysteem kapseist. Dat argument in het debat brengen, is geen kil jeunisme, maar wel een bede om solidariteit, om ook het collectief belang in de gaten te houden.
Anders gesteld: het is niet omdat een lockdown voor 65plussers, of voor hartpatiënten, een slecht idee is, dat het niet aangewezen kan zijn dat ze zich, ook de komende maanden, een beetje anders gedragen dan de rest van de bevolking. Anders is er maar één alternatief: terug naar de collectieve quarantaine, een scenario dat vermeden moet worden. Dan is iedereen in theorie gelijk, maar zal het resultaat ongelijker zijn. Als de economie nog verder onderuit gaat, zullen de zwakkeren de hoogste prijs betalen. Maar hoe vermijden we dan dat we in zo’n lockdownbisscenario belanden? Door veel minder spectaculaire uitwegen te zoeken dan degene die Koen Metsu voorstelt. Door alle risicogroepen erg transparant in te lichten over de covid19gevaren. Door hard na te denken over creatieve oplossingen die het leven weer wat draaglijker maken, zonder dat de curve te snel gaat stijgen. Door nóg steviger in te zetten op de uitbreiding van onze testcapaciteit. In afwachting van een vaccin lijkt het de enige manier om in veiliger vaarwater te belanden.
Het wordt een aartsmoeilijke oefening die continu bijgestuurd zal moeten worden. Navigeren in dichte mist. Voor alle duidelijkheid: daarmee zeggen we niet dat het gros van de 65plussers, als de lockdown wat gelost wordt, de social distancingregels meteen aan zijn laars zal lappen. Integendeel. De kans lijkt ons, na alle gitzwarte statistieken, klein dat ze meteen aan een collectief postlockdownfeestje beginnen.
Grijze wijzen
Het is in ieder geval zinloos om er een strijd tussen de generaties van te maken. Er zullen de komende maanden nog moeilijke keuzes gemaakt moeten worden. Er zal zich altijd iemand geschoffeerd voelen. Veel beslissingen zullen genomen moeten worden op basis van onvolledige informatie. Ze zullen heel vergaande gevolgen hebben. De berichten over de heropflakkering van de epidemie in Azië laten zien op wat voor een slappe koord we balanceren. Je mag er dus niet aan denken dat we dat helse parcours zouden moeten afleggen, terwijl de 65plussers en hun wijsheid collectief in strakke quarantaine zijn gezet. De maatschappij heeft hen nu nodig, meer dan ooit.
Het belet niet dat de afwezigheid van een opgelegd uitzonderingsregime ook risico’s in
houdt. Het dreigt van laagopgeleide, van informatie afgesneden ouderen de eersten te maken die zich aan gevaren blootstellen. Daar ligt een belangrijke taak voor de overheid. Het laat nog maar eens zien hoe die, ook wanneer ze geen regels of verboden uitvaardigt, een cruciale rol te spelen heeft.
RUUD GOOSSENS is redacteur van deze krant.
In 'Boeiende tijden' reflecteert hij over de actualiteit van de voorbije week. Illustratie R.L. Oppenheimer