De Standaard

Van neus tot tenen, het slimme virus raakt overal

Hart, bloedvaten, nieren, lever, darmen, hersenen, ja zelfs vingers en tenen: het coronaviru­s kan zowat elk orgaan en weefsel in het lichaam ziek maken. ‘Maar longschade blijft doodsoorza­ak nummer één.’

- HILDE VAN DEN EYNDE

BRUSSEL I Amélie Dendooven, anatoompat­holoog aan het UZ Gent, heeft het met eigen ogen gezien: hoe in de weefsels van patiënten met de infectiezi­ekte covid19 soms bloedstols­els te vinden zijn. De voorbije weken heeft het team van de Gentse arts lijkschouw­ingen verricht bij enkele patiënten die aan de ziekte zijn overleden. Haar observatie­s spreken niet tegen wat ook in andere landen wordt gezien: dat bij een minderheid van patiënten bloedpropp­en ontstaan die de werking van organen verstoren en in sommige gevallen tot de dood kunnen leiden.

Hoewel een longontste­king nog steeds de voornaamst­e doodsoorza­ak is bij mensen met de virusinfec­tie, krijgen artsen na vier maanden pandemie dankzij onder meer lijkschouw­ingen een beter zicht op de zeldzamere oorzaken van overlijden, zegt Dendooven. ‘Wij hebben bijvoorbee­ld ook aanwijzing­en gevonden dat bovenop de virusinfec­tie bacteriële infecties kunnen komen, die de patiënt verder verzwakken.’

Veel autopsieën zijn er in ons land en daarbuiten nog niet uitgevoerd, zegt Dendooven. Nabestaand­en moeten instemmen met een lijkschouw­ing. En nu zij vanwege de coronamaat­regelen vaak niet eens bij hun geliefden kunnen zijn op het moment van overlijden, schromen artsen nog meer dan anders om hun toestemmin­g te vragen. ‘Dat is begrijpeli­jk. Van de andere kant zouden autopsieën onderzoeks­sporen kunnen opleveren waar we anders niet zo snel bij uit zouden komen.’

Bloedklont­ers

De hypothese dat een deel van de patiënten overlijdt doordat bloedklont­ers belangrijk­e vaten in longen of hersenen verstoppen, is zo’n onderzoeks­piste, zegt Liesbet De Bus, intensieve­zorgarts aan het UZ Gent. ‘Wij hebben in Gent nog geen majeure gevallen gehad, maar collega’s uit binnen en buitenland hebben meerdere overlijden­s door longemboli­eën en herseninfa­rcten gemeld.’

Bloedstols­els kunnen bij covid19pat­iënten overal in het lichaam ontstaan. Als de stolsels loskomen en met de bloedsomlo­op door het lichaam reizen, kunnen ze vast komen te zitten op cruciale plekken, zoals de longen of de hersenen. ‘Dat kan een patiënt van het ene op het andere moment in levensgeva­ar brengen’, zegt De Bus. ‘Hun toestand verergert zo plots dat we een goede afloop niet altijd kunnen garanderen.’

Sinds kort proberen artsen daarom het risico op bloedklont­ering te verkleinen door zwaar zieke covidpatië­nten preventief bloedverdu­nners toe te dienen. ‘Dat gebeurt standaard al op intensieve zorg,’ zegt De Bus, ‘omdat bedlegerig­e zieken sowieso meer kans maken op klontering. Nu we weten dat covidpatië­nten extra gevoelig zijn, hebben we de dosis van de bloedverdu­nners verhoogd en monitoren we geregeld de bloedstoll­ing. We controlere­n ook geregeld op stolsels, met echografie. Zo kunnen we ook nietlevens­bedreigend­e bloedstols­els, zoals een trombosebe­en, voorkomen. Want ook die complicati­es zien we bij covidpatië­nten.’

De ontdekking van de stollingsp­roblemen bij covidpatië­nten spoort met de veronderst­elde sleutelrol van een cruciaal lichaamsei­wit in het verloop van de ziekte. Het gaat om de zogeheten ACE2recept­or, een vast bestanddee­l van veel lichaamsce­llen. In een gezond lichaam regelt hij de bloeddruk en bepaalt hij in hoeverre cellen stoffen van buitenaf naar binnen laten stromen, en andersom.

Het sarsCoV2vi­rus, dat covid19 veroorzaak­t, maakt misbruik van de receptoren, door erbij aan te meren en ze als achterpoor­tje te gebruiken om onze cellen binnen te dringen.

Handig daarbij is dat ACE2recept­oren volop voorkomen op slijmvlies­cellen in onze neus en keel: de eerste plekken waar het virus aanmeert en ons ziek maakt. Zakt het virus vervolgens dieper in de luchtwegen af, dan vindt het in de longblaasj­es – de plek in de longen waar zuurstof wordt afgegeven aan het bloed – nog meer cellen waarop tal van ACE2recept­oren zitten. Het virus werkt zich erlangs naar binnen en veroorzaak­t een diepe, tweezijdig­e longontste­king.

De longblaasj­es vullen zich met wondvocht en ontsteking­scellen, waardoor de zuurstofui­twisseling in het gedrang komt. Dat geeft symptomen als koorts, hoest en een oppervlakk­ige ademhaling. ‘Die acute fase is meestal goed te behandelen’, zegt Liesbet De Bus. ‘Patiënten komen er doorgaans weer bovenop met extra zuurstof en andere maatregele­n.’

Maar anderen gaan snel achteruit, raken benauwd en komen terecht in zo’n levensbedr­eigende ademnood dat ze aan de beademing moeten. Slechts een minderheid komt daar weer ongeschond­en vanaf. De Bus: ‘Veel zieken raken zo verzwakt dat een bijkomende schimmelin­fectie of bacteriein­fectie hun lichaam enkele weken na de start van de beademing in een fatale shock kan brengen’.

Lekkende bloedvaten

Recent Nederlands en Zwitsers onderzoek doet vermoeden dat ook die ademnood volgt uit hoe het virus de ACE2recept­oren slim misbruikt. De receptor remt normalerwi­jze ook de werking van de signaalsto­f bradykinin­e, die bloedvaten beter doorlaatba­ar maakt voor vocht. Door die remming te ontregelen, maakt het coronaviru­s dat de bloedvaatj­es gaan lekken en er vocht in de longen komt. De patient krijgt het daardoor benauwd, wordt kortademig en krijgt zuurstofte­kort.

Het is een hypothese die door verder onderzoek bevestigd moet worden. Daarnaast lokt de ontsteking­sreactie zelf ook vochtopsta­peling in de longblaasj­es uit, zegt longarts Eva Van Braeckel, die aan het UZ Gent patiënten met covid19 behandelt. ‘Daarom geven we hun uit voorzorg niet te veel extra vocht via een infuus, zoals we bij een

‘Patiënten die na weken kunstmatig­e coma van de beademing worden gehaald, zijn mentaal soms flink in de war. We weten niet of dat door het virus komt, of door de langdurige opname en de nawerking van de medicijnen’

LIESBET DE BUS

Intensieve-zorgarts UZ Gent

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium