‘MAAK VAN MOEDERDAG VOOR ÉÉN KEER EEN MOEDERWEEK’
Maak van Moederdag voor één keer Moederweek, schrijft MARC JACOBS. ‘Slim doseren en spreiden is de boodschap.’
Sinds bijna een eeuw vieren we in grote delen van België, net als in veel andere landen in de wereld, Moederdag op de tweede zondag van mei. Dat hebben we te danken aan Anna Jarvis. Op dinsdag 9 mei 1905 overleed haar moeder, Ann Maria Reeves Jarvis. In mei 1907 organiseerde dochter Anna een herdenkingsmis voor haar moeder in Grafton, in de Amerikaanse staat West-Virginia.
Waarom er geen jaarlijkse feestdag voor alle levende moeders van maken, bedacht Anna Jarvis, samen met marketeer John Wanamaker. Op 10 mei 1908 werd de eerste Moederdag met succes gelanceerd in Grafton en in de Wanamaker-supermarkt in Philadelphia. Het nam zulke proporties aan dat de Amerikaanse president Woodrow Wilson in 1914 instemde met een voorstel van het Congres om de tweede zondag van mei officieel uit te roepen tot nationale feestdag: Mother’s Day.
Het idee en de keuze voor de tweede zondag van mei werden in de vroege jaren 1920, mede dankzij intensief lobbywerk van de bloemenhandelaars, overgenomen in landen zoals Nederland, Duitsland en België. Het is dus een in de VS uitgevonden, bijna 100 jaar geleden ingevoerde traditie.
Dynamische tradities
Overal wil men sindsdien moeders vieren, maar de dag waarop varieert. In Antwerpen liet het stadsbestuur zich, aangevuurd door schepen Frans Van Kuyck, al in 1913 door het Amerikaanse voorbeeld inspireren om een Moederdag te organiseren, maar dan wel op 15 augustus. Dat gebeurde zo doordacht, met slimme persconferenties en -campagnes, draaiboeken en goede planning met het onderwijs en de middenstand, dat het initiatief tot vandaag standhoudt. In Frankrijk, Zweden, Marokko en Algerije viert men Moederdag dan weer op de laatste zondag van mei. Wat maakt het uit, zolang moeders maar gevierd worden en bloemenen andere handelaars dat mogen ondersteunen: een win-winsituatie.
Moederdag, een vaste traditie? ‘Vast’ en ‘traditie’ gaan niet goed samen: tradities zijn dynamisch. Tegenwoordig spreken we over immaterieel cultureel erfgoed. Dat wordt gekoesterd en doorgegeven door levende gemeenschappen, die samen kunnen beslissen het te laten evolueren of aan te passen aan veranderende contexten. Unesco heeft daarom in 2003 een Conventie voor het borgen van het immaterieel erfgoed gemaakt en die heeft in 178 landen, waaronder ook België, kracht van wet.
Covid-19 en immaterieel erfgoed zijn niet altijd een goede combinatie. Zowel in Vlaanderen als in Nederland bleken carnavalsvieringen, ondanks een overvloed aan (medisch minder verantwoorde) maskers, broeihaarden van besmetting. Allerlei traditionele feesten en optochten die op de Unesco-lijst van immaterieel erfgoed staan, zoals het Krakelingenfeest in Geraardsbergen, de Heilige Bloedprocessie in Brugge, de tienjaarlijkse Ros Beiaardommegang in Dendermonde en zelfs de pas in 2019 in de lijst opgenomen Brusselse Ommegang, gaan niet door in 2020.
Sommige door Unesco erkende vormen van immaterieel erfgoed pasten zich aan, zoals de beiaardspelers die nu ‘We zullen doorgaan’ en andere liederen programmeren. Dat soort creativiteit is hedendaags erfgoedbeleid.
Niet uitstellen: uitrollen
Doordat de Veiligheidsraad besliste dat in België veel winkels die cruciaal zijn voor Moederdag, zoals bloemenwinkels, pas vanaf 11 mei weer mogen opengaan, is er plotseling commotie. Het zou sowieso geen goed idee zijn om met zijn allen op Moederdag in lange rijen voor de bloemenwinkels te gaan staan – ook een week later niet. Slim doseren en spreiden is dus de boodschap.
Daarom is mijn voorstel om in 2020 uitzonderlijk een Moederweek te organiseren, die begint op 10 mei en eindigt op 17 mei. We spreken af dat bloemen en andere fijne geschenken dit jaar tussen 11 en 17 mei gegeven of bezorgd worden. Net zoals je heel de maand januari nieuwjaarswensen kunt uitwisselen, kan dat dan een week lang. Winkels kunnen zich daar perfect op organiseren en er reclamecampagnes rond voeren. Onze ministers van Cultuur kunnen dit initiatief in de geest van de Unesco-conventie van 2003 goedkeuren en steunen. De Antwerpse schepen Van Kuyck demonstreerde al in 1913 hoe zoiets kan vanuit een betrokken overheid, in samenwerking met de middenstand, scholen en verenigingen.
Alibaba en de 40 webwinkels
Moederweek is ook een manier om buurtwinkels in ons land een hart onder de riem te steken en niet alles aan Alibaba en de Veertig Webwinkels over te laten. Vorig jaar gaf ik nog een online college voor de Universiteit van Vlaanderen, waarin ik niet alleen de introductie van Moederdag besprak, maar ook de aandacht vestigde op de pogingen van Alibaba en grote ketens om een plaatsje op de feestkalender in Europese landen te veroveren. Ze hebben hun zinnen gezet op 11 november, dat ze tot Singles’ Day willen uitroepen. Dit feest, dat net zoals het coronavirus uit China komt overgewaaid, is ideaal voor internationale onlineverkoop en bovendien merkwaardig compatibel met de ‘houd anderhalve meter afstand en mijd alle gezelligheid’-cultuur die nu tijdelijk gepromoot wordt.
Laten we als consumenten en handelaars iets anders proberen en dit jaar wat langer moeder vieren. Zo kunnen we bijdragen tot het borgen van de traditie, het redden van buurtwinkels en tegelijk ook zorgen voor de volksgezondheid.
Moederdag, een vaste traditie? ‘Vast’ en ‘traditie’ gaan niet goed samen, gemeenschappen kunnen beslissen hun immaterieel cultureel erfgoed te laten evolueren of aan te passen aan veranderende contexten