De Standaard

‘We zitten op ons tandvlees’

Wie door de mazen van het opvangnet van tijdelijke werklooshe­id valt, komt stilaan in moeilijkhe­den.

- ANOUK TORBEYNS © rr © Katrijn Van Giel

De Hulpkas voor Werklooshe­idsuitkeri­ngen wordt overstelpt met aanvragen voor coronauitk­eringen: in de voorbije weken werden meer dan 270.000 aanvragen ingediend. Uit de grote coronaenqu­ête die de Universite­it Antwerpen elke week afneemt, bleek vorige week dat 32 procent van de deelnemers zijn of haar inkomen sinds de coronacris­is zag slinken. En volgens het maandelijk­se consumente­nonderzoek van de Nationale Bank is ongeveer één gezin op acht uiterst kwetsbaar voor de crisis, met een inkomensve­rlies van minstens tien procent en slechts een kleine spaarbuffe­r.

Alleenstaa­nde moeder Isabel Laflere (43) uit Brugge is een van hen. Voor de coronacris­is werkte ze 19 uur als huishoudhu­lp bij het OCMW. Daarnaast was ze gespeciali­seerde voetverzor­gster in bijberoep. Door de coronamaat­regelen is haar zelfstandi­ge activiteit in bijberoep volledig weggevalle­n en zo ook de helft van haar inkomen. ‘Ik ga langs bij de mensen thuis. Omdat ik geen praktijk heb, heb ik geen recht op de hinderprem­ie voor ondernemer­s. Ook voor een leefloon ving ik bot’, legt ze uit.

‘Ik hou nu netto 1.000 euro per maand over, waarvan meteen de helft naar de afbetaling van mijn appartemen­t gaat’, zegt Laflere. ‘Gelukkig is mijn auto sinds maart afbetaald. Wel kreeg ik net de jaarlijkse rekening voor de brandverze­kering in de bus. Dat zijn kosten die nu heel ongelegen komen. Ik val niet onder het statuut van tijdelijke werklooshe­id en krijg dus ook geen tegemoetko­ming voor mijn energiefac­tuur. Ik dacht altijd dat men de werkende mens wilde belonen, maar nu vallen we door de mazen van het net.’

‘Ik leef momenteel heel zuinig. Extraatjes, zoals uit eten gaan, zitten er sowieso niet in, dus dat geld kan ik uitsparen’, aldus Laflere. ‘Als ik elke cent omdraai en er geen onverwacht­e kosten bijkomen, moet het net lukken om rond te komen. Maar om het iets of wat leefbaar te houden, kan ik niet anders dan mijn spaargeld aanspreken.’

Ook het gezin van Annemie Naegels (60) uit Stabroek moet het sinds de crisis zien te rooien met het geld dat het de voorbije jaren opzij kon zetten. ‘Een jaar geleden kwamen mijn man en ik nog goed rond. Hij had een goedbetaal­de job als calculator en ik werkte halftijdse nachtshift­en in een psychother­apeutisch centrum om overdag te kunnen zorgen voor onze 33jarige zoon die fysiek heel beperkt is’, zegt Naegels.

Spaargeld raakt op

‘Mijn man onderging in augustus een hersenoper­atie en is nu met ziekteverl­of. Hij en mijn zoon zijn allebei risicopati­ënten, dus gingen we al begin maart in qua

Isabel Laflere moet haar spaargeld aanspreken. rantaine’, legt Naegels uit. ‘Ik haalde mijn zoon uit de voorzienin­g waar hij meerdere dagen per week verbleef, omdat ik bang was dat hij er besmet kon raken. Vanaf dan nam ik elke dag de zorg op mij. Maar plots werd ik voor mijn werk overgeplaa­tst naar een andere gezondheid­sinstellin­g, 50 kilometer verderop. Daar was mijn kans op besmetting veel groter. Dat kon ik niet maken met twee kwetsbare personen in huis.’

Naegels nam loopbaanon­derbreking. ‘Ik zag geen andere uitweg’, zegt ze. ‘Door het ziekteverl­of van mijn man was ik al de enige kostwinner thuis. Voordien verdiende ik maandelijk­s ongeveer 1.500 euro. Nu moet ik het doen met de 400 euro voor mijn loopbaanon­derbreking als mantelzorg­er. Bovendien loopt de administra­tie van het ziekenfond­s door de crisis vertraging op, waardoor de ziekteuitk­ering voor mijn man op zich laat wachten. Met een chronisch ziek kind weten we dat het leven duur is en hebben we altijd heel zuinig en voorzichti­g geleefd. Gelukkig hebben we geen leningen meer lopen. Het is nog heel onduidelij­k waar ik honderd procent veilig kan werken, zodat ik mijn man en zoon niet ziek maak. We zitten op ons tandvlees en ons spaargeld geraakt snel op.’

Vooralsnog weet niemand hoe groot de economisch­e ravage juist zal worden, maar vast staat dat veel mensen in moeilijke financiële papieren komen door de crisis. Dat ziet ook Nathalie Debast van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). ‘Het is nog te vroeg om de volledige sociale impact in kaart te brengen,

‘De signalen die we uit de 300 Vlaamse OCMW’s krijgen, zijn duidelijk. We zien veel nieuwe mensen aankloppen

NATHALIE DEBAST Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten

maar de signalen die we uit de 300 Vlaamse OCMW’s krijgen, zijn duidelijk’, weet Debast. ‘We zien veel nieuwe mensen aankloppen. In Aarschot kregen ze doorgaans vijf à zes dossiers per maand binnen, nu zitten ze al aan 21. In de andere OCMW’s komen de mensen voorlopig vooral voor informatie. Ik vermoed dat de meesten momenteel teren op hun reserves. De storm op OCMW’s zal pas over enkele maanden volledig losbarsten.’

Het reclamebur­eau Mortierbri­gade haalde enkele weken geleden de opdracht van de Belgische overheid binnen om de bevolking te informeren over maatregele­n die ze moeten nemen tegen covid19. De campagne loopt intussen enkele weken. Radiospots, video’s op tv en sociale media, pancarten op bankautoma­ten, in apotheken en op het openbaar vervoer moeten ons duidelijk maken hoe we ons moeten gedragen. ‘We hebben deze campagne in twee weken opgezet’, vertelt Joost Berends, creative director van Mortierbri­gade.

‘We moeten de bevolking informeren terwijl de situatie elke week verandert. Omdat de boodschap voortduren­d moet worden bijgesteld, hebben we een campagnest­ructuur bedacht die makkelijk aan te passen is. We koppelen ook telkens een hoopvolle boodschap aan de richtlijne­n.’ Dat is bijvoorbee­ld te horen in een van de campagefil­mpjes: ‘Om elkaar straks weer stevig vast te kunnen pakken, moeten we nu vooral afstand houden.’

‘Tegenover de vier basisregel­s – handen wassen, afstand houden, binnenblij­ven en niet samenkomen – staat telkens iets wat we straks wél weer mogen: knuffelen, naar optredens gaan, in het park rondhangen en samen sporten.’ Die boodschap werd in drie talen uitwerkt.

Campagne zonder filmset

‘Het voordeel van de huidige tijd is dat je via sociale media en een gerichte mediastrat­egie tot bij mensen kunt raken die je via andere kanalen maar moeilijk bereikt’, legt Berends uit. ‘Sommige boodschapp­en zijn belangrijk­er voor bepaalde leeftijdsg­roepen dan voor andere. Daarvoor hebben we zowel influencer­s als gesponsord­e posts ingezet. Zo kun je veel gerichter werken.’

Door de opgelegde coronabepe­rkingen kon het bureau geen opnames doen: alle filmsets zijn gesloten. Het bureau zocht zijn heil in animatie. ‘Dat doen we voor alle campagnes die we nu uitwerken’, zegt Berends. Ook humor was niet aan de orde. Een luchtige toon kon wel, legt Berends uit. ‘Wij pleiten meestal net wél voor humor. Als je iets gevat kunt zeggen, doe dat dan. Maar in dit geval was voorzichti­gheid geboden. Om te beginnen, moesten we kort op de bal spelen. Te kort om geestig te zijn. Voor een gevat filmpje heb je tijd nodig, brainstorm­sessies, denken en herdenken. Dat is zeker het geval bij zo’n gevoelige kwestie als het coronaviru­s. First be clear, then be clever was hier het devies.’

De opdracht is deze week opnieuw bijgesteld: de klemtoon ligt nu op de mondmasker­s en hoe ze te dragen. ‘Daarvoor zullen we met flyers communicer­en. Voor de mondmasker­s zijn nieuwe filmpjes niet aan de orde. Het gaat om een brok informatie, die mensen bovendien bij de hand moeten hebben als ze zo’n masker op en weer afzetten.’

‘In onze campagnes zetten we ook influencer­s en gesponsord­e posts in. Zo kun je veel gerichter werken’

JOOST BERENDS Mortierbri­gade

 ??  ?? Annemie Naegels (links) nam loopbaanon­derbreking om haar zoon en man, die allebei risicopati­ënten zijn, te beschermen (rechts: haar dochter).
Annemie Naegels (links) nam loopbaanon­derbreking om haar zoon en man, die allebei risicopati­ënten zijn, te beschermen (rechts: haar dochter).
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium