Nederland timmert zijn coronabeleid juridisch dicht
Nederland geeft zijn coronamaatregelen een stevigere juridische basis. Ook in België vragen grondwetsspecialisten daarom.
Kun je fundamentele burgerrechten als de vrijheid van vereniging of de beleving van je religie buitenspel zetten omdat een medische strijd tegen een virus voorrang heeft? Hoelang kun je mensen verbieden naar hun tweede verblijf aan de kust of in de Ardennen te gaan? Nu duidelijk wordt dat de strijd tegen corona lang zal aanslepen, worden deze juridische vragen almaar urgenter.
In België stellen grondwetsspecialisten de manier waarop de regering de noodmaatregelen juridisch heeft onderbouwd, al enige tijd ter discussie. Alles gebeurt via een ministerieel besluit, ondertekend door minister van Binnenlandse Pieter De Crem (CD&V). Ministeriële besluiten staan niet hoog in de juridische hiërarchie. Bovendien blinkt de tekst niet uit in helderheid, waardoor het crisiscentrum voortdurend verduidelijkingen moet publiceren. Het maakt dat veel coronabeleid op juridisch drijfzand is gebouwd.
Ook Nederland heeft een gelijkaardig probleem. Daar is de lockdown via een zogenaamde noodverordening geregeld. Die geeft verregaande bevoegdheden aan de voorzitters van de 25 veiligheidsregio’s waarin Nederland verdeeld werd. Zij worden de superburgemeesters genoemd, omdat ze plots heel veel macht kregen.
Misbruik
Ook Nederlandse grondwetsspecialisten stelden daar snel vragen bij. Een noodverordening laat toe om in noodsituaties rechten te beperken, behalve de rechten die in de grondwet staan. En ook die zijn ondertussen in het geding. Zelfs de politie voelt er zich niet helemaal comfortabel bij. Zij botst steeds meer op tegenstrijdige rechten.
Hoogleraar staatsrecht Jon Schilder wond er in Trouw geen doekjes om. ‘Wat in deze crisis gebeurt, is illegaal. Met het binnentreden van woningen en bedrijfsgebouwen wordt het fundamentele recht op privacy en het huisrecht geschonden. Mocht je willen dat dit wél mogelijk moet zijn, dan moet het parlement de wet aanpassen.’
Burgemeesters bleken ook al misbruik te maken van de noodverordening. Zo verbood de burgemeester van Zwolle een Pegidabetoging. Je mag immers voorlopig met maximum drie personen samenkomen, ook voor demonstraties. Maar volgens de grondwetsspecialisten mag je blijven betogen, zolang demonstranten anderhalve meter afstand houden.
De regeringRutte beseft dat er ernstige juridische problemen dreigen en werkt daarom aan een spoedwet. Die moet de democratische legitimiteit van de coronamaatregelen versterken. Over de noodverordeningen is niet gedebatteerd en gestemd in de Tweede Kamer. Ze werden gewoon door de voorzitters van veiligheidsregio’s opgesteld en ingevoerd. Daardoor vindt geen democratische controle plaats. Dat kan met de spoedwet, die naar verwachting tot 30 september geldt, wel. Zo moet de Tweede Kamer instemmen met de wet en met een eventuele verlenging ervan.
‘Wat in deze crisis gebeurt, is illegaal'
JON SCHILDER Hoogleraar staatsrecht
In landen als Frankrijk, Spanje en Portugal riep de regering de noodtoestand uit om de maatregelen een stevige juridische grond te geven. Ook Rutte had iets dergelijks kunnen doen, maar hij deed dat bewust niet. Hij vond dat het verkeerde signaal aan de bevolking. Zo zou het beeld gecreëerd worden van een toestand die helemaal uit de hand was gelopen. En dat wilde hij niet. De lockdownmaatregelen die hij oplegde, zijn bij de minst restrictieve van Europa. De regering sprak steevast van een ‘intelligente’ lockdown, maar zelfs die moet juridisch beter dichtgetimmerd worden.
Noodtoestand