Iedereen digitaal door corona, behalve ouderen?
In ons land zijn er nog steeds veel ouderen die amper of nooit internet gebruiken. In coronatijden dreigen ze daardoor nog geïsoleerder te raken dan anderen, schrijven academici.
Onze gezondheid is prioritair. Daarom besliste de federale regering terecht om draconische maatregelen te nemen die ons allen beschermen tegen de verspreiding van het coronavirus. We moeten zo veel mogelijk van thuis uit werken en onze connecties met anderen verlopen zo veel mogelijk digitaal. Grote delen van de bevolking kunnen hier gevolg aan geven. Werken, sociale contacten onderhouden, winkelen en administratie kunnen we allemaal via het internet doen. Maar helemaal digitaal gaan is niet voor iedereen zo eenvoudig.
Ouderen dreigen uit de boot te vallen in een digitaliserende samenleving. En laat dit nu juist de mensen zijn bij wie het coronavirus het sterkste toeslaat en voor wie het contact met de buitenwereld het sterkst ontraden wordt. Of ze nu thuis of in een woonzorgcentrum wonen, niet naar buiten gaan en geen bezoek ontvangen, is het advies.
Digitale consultatie
Sociale contacten kunnen overleven in quarantaine, zij het digitaal. De technologie maakt het mogelijk, en het is ook niet zo dat ouderen daarvan per se uitgesloten zijn. Aangezien het internet steeds toegankelijker en goedkoper wordt, slaan ook zij massaal de digitale weg in. Volgens Eurostat gebruikte in 2017 maar liefst 63 procent van de 65- tot 74-jarigen in België internet, meer dan een verdubbeling in tien jaar tijd. De gemeente Hove deed in 2019 een onderzoek naar de behoeften van thuiswonende 60-plussers. Daaruit bleek dat 70 procent van de ouderen minimaal wekelijks gebruikmaakt van internet.
Maar dat betekent ook dat er minstens 30 procent helemaal niet, en een aanzienlijk aandeel amper, gebruikmaakt van het internet. Uit onderzoek en uit talrijke gesprekken weten we dat sommige ouderen grote drempels ervaren als het over computers, internet, smartphones en de digitalisering gaat. Door de lockdownmaatregelen maakt dat het grote verschil uit tussen sociale isolatie en digitale connectie met familie en anderen. Of het nu gaat om facetimen op de smartphone, een digitale consultatie doen met de huisarts of om online bestellingen doen: ouderen zijn diegenen die in deze tijden maximaal van de voordelen ervan zouden kunnen profiteren.
Waarom zijn er nog zo veel ouderen in ons land die niet op het internet zitten? Aan een gebrek aan motivatie zal het niet liggen. Ze willen maar al te graag hun kinderen en kleinkinderen zien. Het zit hem in de digitale vaardigheden en de gebruiksvriendelijkheid van sommige toepassingen.
De jonge generaties zijn opgegroeid met de computer, terwijl ouderen de ontwikkeling van digitale applicaties in sneltreinvaart zagen passeren, zonder zelf passagier te zijn. Dat ouderen op een andere manier omgaan met ICT hoeft ons niet te verbazen.
Vaak hoor je zeggen dat digitale inclusie onmogelijk is als oma en opa verouderingsverschijnselen vertonen, omdat digitale applicaties niet meer aan hen besteed zijn. Maar onderzoek heeft aangetoond dat dit niet klopt. Bij het zorginnovatie-project ‘Online Buurten’, bijvoorbeeld, kregen tweehonderd kwetsbare ouderen een opleiding om een tablet te leren gebruiken. Uit het onderzoek blijkt dat maar liefst acht op de tien deelnemers hun tablet na de lessen actief gebruikten. Het was een arbeidsintensief project, waarbij de lesgever de deelnemer vasthield, tot hij zelfstandig de digitale wereld in kon gaan.
Facetimen met de kleinkinderen
Niet alleen training maakt digitale inclusie makkelijker, ook de gebruiksvriendelijkheid van internetapplicaties speelt een doorslaggevende rol. De ontwikkelaars van webapplicaties en digitale toestellen hebben vooral de millennials en generatie Z (of de i-generatie) als voornaamste doelgroepen in gedachten. Ze denken te weinig na over de toepasbaarheid en gebruiksvriendelijkheid voor ouderen. Dat is des te vreemder als je beseft dat de afzetmarkt, de ouderen dus, de komende jaren steeds groter zal worden.
Zou de wereld voor ouderen er in coronatijden anders uitgezien hebben als er geen sprake was van deze digitale exclusie? Oma zou kunnen facetimen met de kleinkinderen en zien dat ze gezond zijn en groeien, ze doet haar boodschappen online, doet een onlineconsultatie met de huisarts, skypet met een vriendin, bestelt een boek, leest de krant online … Waarschijnlijk dus wel.
Nu 375.000 euro vrijmaken om tablets te geven aan de bewoners van woonzorgcentra, zoals de Vlaamse regering onlangs besliste, is een mooi initiatief, maar onvoldoende. De kans is groot dat het al overbelaste personeel hen zal moeten helpen om het toestel te leren gebruiken, terwijl de prioriteiten elders liggen. De regering moet ook werk maken van digitale inclusie.
De ontwikkelaars van apps en digitale toestellen denken te weinig na over de toepasbaarheid en gebruiksvriendelijkheid voor ouderen