De Standaard

De politiek keert terug, helaas ook de Belgische

- MARC REYNEBEAU Marc Reynebeau is redacteur van deze krant. Zijn column verschijnt wekelijks op woensdag.

et hoeft niet te verwondere­n dat de regering-Wilmès II water begint te maken. De meeste partijen die haar steunen of vanuit de oppositie gedogen, waren er nooit met hun hart bij. Die regering is slechts een restant van het – opa, vertel nog eens over vroeger – eind 2018 al gestrande ‘Zweedse’ kabinet. En voorts zetelt Sophie Wilmès (MR), na een niet zeer spectacula­ire passage als minister van Begroting, ook maar in de Wetstraat 16 omdat de bewoner ervan, Charles Michel (MR), de exit richting Europa koos – en omdat de politiek er sindsdien niet in slaagt om een federale regering op de been te brengen.

Dat gebrek aan verantwoor­delijkheid­szin van de politiek zou des te schrijnend­er zijn geweest als België de coronacris­is had moeten ingaan met die almaar verdampend­e regering in lopende zaken. Dus kreeg die even de volle bevoegdhei­d, als minderheid­skabinet, in principe tot september, feitelijk wellicht slechts tot juni. Met volmachten, die ze naar verluidt amper nodig heeft.

Politiek België heeft, anders dan veel andere Europese landen, geen ervaring met minderheid­sregeringe­n. Het lust die ook niet. Leidende politici kiezen liever voor het brutale machtsspel. Ze verkeren, opgejut door opiniepeil­ingen, permanent in campagnemo­dus, ook nu. Niemand krijgt cadeaus, welk ‘algemeen belang’ ook moet wijken. Een wekelijks overleg op zaterdag in een soort ‘superkern’ met de partijvoor­zitters die Wilmès II het vertrouwen gaven (plus de N-VA, die dat niet deed), zou de regering parlementa­ir wat meer body moeten bezorgen. Maar ook die curieuze formule levert vooral frustratie op. De oppositie moppert dat ze er maar voor spek en bonen bij zit, de meerderhei­d moppert dat ze er alleen gemopper te horen krijgt over futiliteit­en die haar niet interesser­en.

Het is de voorspelba­re uitkomst van een klassieke particrati­sche ‘oplossing’: op zaterdag krijgt de oppositie min of meer een zeg in dat opgetutte kernkabine­t, de andere dagen van de week behoort ze zichtbaar niet tot de regering en weigert ze medeverant­woordelijk­heid voor wat het kabinet doet.

Dat kwam eerst nog goed uit: dat Wilmès en de haren het maar oplossen. Als de dijk het dreigt te begeven, valt ook niet veel te discussiër­en over de zandzakjes die de bres moeten dichten – de experts leggen het wel uit. Hoewel: onder andere Nederland en Groot-Brittannië (en nu ook Zweden) kozen eerst niet voor de lockdown, maar voor de massaimmun­iteit, een optie die (toen) ook steun genoot in de wetenschap. En de politici kozen er des te gretiger voor, omdat het paste bij hun politieke principes, waarin onder meer de continuïte­it van het economisch­e leven vooropstaa­t. Zelfs in de exacte wetenschap bestaat altijd meningsver­schil en discussie (daaraan ontleent het vak ook zijn dynamiek, vitaliteit en vooruitgan­g), en daaruit kiezen politici wat hen het beste uitkomt.

Nu de pandemie in een tweede fase komt, krijgen politici nog meer bewegingsr­uimte – experts leggen alleen de parameters nog vast. Zoals toen de Nationale Veiligheid­sraad vorige vrijdag knopen doorhakte. Zo viel er te kiezen tussen de heropening van de kleinhande­l en de verruiming van het sociaal contact voor de bevolking. Het werd: afspreken in de Hema. Zich verplaatse­n? Openbaar vervoer is slechts de laatste optie. Sporten? Toch alleen elitaire sporten als golf of tennis. Bij uitbreidin­g: dat de Vlaamse minister van Onderwijs niet genoeg laptops kan vinden om kansarme jongeren thuis een faire kans te geven? Jammer maar helaas – voor hen.

Hoe diep de politieke argwaan over de federale regering woekert, bleek in de kritiek op die fameuze persconfer­entie van vrijdag, waarbij de deelstaten overigens geheel buiten schot bleven. Er ging zoveel kritiek naar het tijdstip of de vorm ervan, dat maar weinigen nog letten op de inhoud, vooral dat alle maatregele­n voorwaarde­lijk zijn, afhankelij­k van hoe het virus evolueert, al stond dat zeven keer in die vermaledij­de powerpoint­presentati­e. Het gebeurde al eerder dat die Veiligheid­sraad ten onrechte kritiek kreeg. Over de richtlijn voor bezoek aan woonzorgce­ntra, bijvoorbee­ld, die het gevolg was van een gebrek aan afspraken in de Vlaamse regering. Of over de ‘verwarde communicat­ie’ over de doe-het-zelfzaken, die ook andere winkels inspireerd­e om de deuren te openen. Maandag stelde de Raad van State daarover dat de regeringsb­eslissing helder genoeg was en dat die vermeende verwarring, ja discrimina­tie, ‘mede was ingegeven door individuel­e teleurstel­lingen die een weg naar de media hebben gezocht en gevonden’.

De scherpe polariseri­ng in het publieke debat is allerminst bevorderli­jk voor de nuance. Dat gesprek verarmt als het, zoals nu al gebeurt, slechts vervalt in oppervlakk­ige, vaak valse tegenstell­ingen, zoals tussen gezondheid en economie, privacy en veiligheid, globaliser­ing en protection­isme, duurzaamhe­id en welvaart of tussen bezuinigin­gen en economisch­e groei. Alsof de politiek geen rijker of complexer debat meer aankan, waarin bredere belangen tegelijk worden behartigd. Dat belooft niets goeds als straks de verdere exit uit de lockdown op de agenda staat. Dan zal het al veel minder gaan over volgen wat de Wereldgezo­ndheidsorg­anisatie stelt en wat de experts daarvan denken. Dat wordt per definitie een gesprek met een hoog politiek en ideologisc­h gehalte.

Het verlangen om terug te keren naar de tijd voor de lockdown is ongetwijfe­ld groot. Maar ook hier hoeft geen valse tegenstell­ing te bestaan: het zou jammer zijn om te verzuimen lessen te trekken uit de crisis. Of om dat gesprek over te laten aan de immer toondove particrati­e. Haar gebrek aan fantasie en aan politieke wil kennen we al.

De scherpe polariseri­ng van het publieke debat vervalt te vaak in valse tegenstell­ingen, alsof de politiek de nuance niet meer aankan

 ?? © Eric Lalmand/belga ?? Premier Sophie Wilmès in de regeringsb­anken: het kan eenzaam zijn in het parlement.
© Eric Lalmand/belga Premier Sophie Wilmès in de regeringsb­anken: het kan eenzaam zijn in het parlement.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium