Energieverbruik zakt als nooit tevoren
Door de covid19pandemie stevenen we op een nooit geziene daling van het energieverbruik af. Voor de strijd tegen de klimaatopwarming is dat op het eerste gezicht goed nieuws.
BRUSSEL I We zullen dit jaar wereldwijd 6 procent minder energie verbruiken dan in 2019. Dat is alvast de prognose van het Internationaal Energie Agentschap (IEA) in zijn rapport over de energievooruitzichten voor 2020. Procentueel gaat het om de sterkste daling in zeventig jaar. In absolute cijfers is het zelfs de grootste daling ooit. Een daling met 6 procent is alsof Frankrijk, Duitsland, Italië én het Verenigd Koninkrijk geen druppel olie, geen gram steenkool en geen kilowattuur gas en stroom zouden verbruiken. Daarmee vergeleken is de terugval van het energieverbruik tijdens de crisis van 2008 – de vorige energieschok – klein bier. De impact van covid19 op het energieverbruik is zeven keer groter.
De daling met 6 procent is zoals gezegd een prognose, waarbij het IEA een trage maar geleidelijke herneming van de economische activiteiten incalculeert. Herstelt de economie zich sneller, dan kan de terugval van het energieverbruik beperkt blijven tot 4procent. Het IEA wil nog geen cijfer plakken op de terugval voor het geval dat de economie blijft slabakken.
Het rekenwerk is gebaseerd op de evolutie van het energieverbruik in dertig landen tot en met 14 april van dit jaar. Die dertig landen zijn goed voor twee derde van het globale energieverbruik. Daardoor heeft het IEA ook al een goed beeld over de gevolgen van de wereldwijde lockdowns van de afgelopen weken. In de landen waar iedereen verplicht werd om thuis te blijven en het economische leven dus stilgelegd werd, is er gemiddeld een kwart minder energie verbruikt. Maar er zijn ook uitschieters. Zoals India, waar
Een daling met 6 procent is alsof Frankrijk, Duitsland, Italië én het VK geen enkele vorm van energie zouden verbruiken
het energieverbruik de voorbije weken bijna 30 procent lager lag dan gewoonlijk.
Uit het rekenwerk van het IEA blijkt dat de hernieuwbare energieproductie het minst zal lijden onder de fors teruggevallen vraag. Het IEA verwacht zelfs een groei op jaarbasis met 1 procent. Dat komt vooral door de opmars van de groenestroomproductie door windenergieparken en zonneenergieinstallaties.
Vooral minder olie
De vermindering van de energievraag zal er vooral toe leiden dat er dit jaar een pak minder olie, steenkool en aardgas nodig zal zijn. Olie zal daarbij het meest achteruitgaan, volgens het IEA met 9 procent. Door de lockdownmaatregelen hebben we ons met z’n allen veel minder verplaatst. Daardoor is er veel minder kerosine, benzine en diesel getankt. Verder zal er dit jaar 8procent minder steenkool nodig zijn en 5 procent minder aardgas. Voor de strijd tegen de klimaatverandering is de achteruitgang van de fossiele energiebronnen een opsteker, geeft het rapport aan (zie hiernaast).