Op volle kracht naar de anderhalvemetereconomie
Bij Volvo Cars Gent zullen vanaf maandag 5.800 arbeiders opnieuw duizend auto’s per dag maken. Volledig volgens de afstandsregels.
GENT I ‘Pas op, de stip waar je gaat opstaan, is pas geverfd’, zegt een man met een rode spuitbus in de hand. Aan de uitgang van het fabrieksterrein spuit hij overal ronde stippen. Die stippen moeten voorkomen dat er straks ophopingen ontstaan, wanneer de ene shift ermee stopt en de andere toekomt. Zo neemt de fabriek wel meer maatregelen om vanaf maandag weer op volle capaciteit te kunnen draaien. Vanaf 5.15 uur gaan de 5.800 arbeiders in drie shiften opnieuw aan de slag. Om de 71 seconden moet er een wagen van de band rollen.
Het is alweer van 17 maart geleden dat er nog gewerkt werd volgens het precoronaregime. De nachtploeg is die avond niet meer van start gegaan. ‘Al snel daarna zijn we met een tweehonderdtal vrijwilligers gaan onderzoeken hoe we de fabriek volgens de regels van social distancing konden herinrichten. We hebben veel geleerd van de fabriek in China, die eerder met het coronavirus en de afstandsregels te maken kreeg. We hielden ook contact met de autoriteiten om te controleren of de aanpassingen goed waren’, vertelt Stefan Fesser, de directeur van Volvo Cars Gent.
Handigheidjes
Al twee weken wordt er proefgedraaid. In groepjes worden de personeelsleden uitgenodigd om de regels in theorie en praktijk aan te leren. Daardoor draaide de band op halve kracht. Dat was sowieso nodig, want tot 4 mei geldt de absolute regel van de anderhalve meter. Vanaf maandag zijn alternatieven mogelijk, zoals het dragen van een mondmasker. ‘We proberen het verplichte gebruik van de mondmaskers per werkpost zo veel mogelijk te beperken. Op een totaal van 350 werkstations (fases in het productieproces, red.) in de assemblagehal is er slechts een twintigtal “rode stations”. Bij het installeren van de motor werken de arbeiders dichter bij elkaar’, zegt Geert Willems, de verantwoordelijke van de assemblagefabriek. Als er geen alternatief is, is een mondkapje verplicht. Op de andere rode stations koos men voor praktische alternatieven, vaak op suggestie van de medewerkers. Waar de bumpers bevestigd worden, bedachten ze bijvoorbeeld een handigheidje. Zo’n bumper moet normaal in het midden opgepakt worden door twee mensen. Met een eenvoudig roltafeltje als steun kan de bumper goed gepositioneerd worden, zonder dat de twee arbeiders te dicht bij elkaar moeten komen. Hetzelfde trucje wordt toegepast bij een montagelijn voor de dashboards: de bedekking van het dashboard wordt via een heftruck per zes stuks aangeleverd. Twee arbeiders moeten ze van de pallet nemen en op de montagelijn leggen. Door het aantal dashboards tot vier
‘De productiviteit zal niet dalen door al deze maatregelen. We zullen met evenveel mensen hetzelfde aantal wagens produceren’ STEFAN FESSER Directeur Volvo Cars Gent
per pallet te beperken, ontstaat een kleine loopruimte. Daardoor hebben de monteurs meer plaats om het onderdeel aan de uiteinden vast te pakken en kunnen ze voldoende afstand houden.
Gevuld orderboekje
Er is ook eenrichtingsverkeer ingevoerd in de fabriekshal, er staan tussenschotten van plexiglas op de tafeltjes waar gepauzeerd kan worden en er is een twintigtal extra wastafels geplaatst. Buiten zijn er extra toegangspoorten neergezet, zodat de mensen vlotter het fabrieksterrein in en uit kunnen. Op de rookplaatsen buiten zien we onze rode stippen terug: rokers kunnen er op anderhalve meter van elkaar dampen.
‘De productiviteit zal niet dalen door al die maatregelen. We zullen met evenveel mensen en wat extra veiligheidsstewards hetzelfde aantal wagens produceren’, maakt Fesser zich sterk. Dat is nodig, want de Volvo XC40, het belangrijkste product van de fabriek in Gent, is populair. Ondanks de crisis zit het orderboek ‘goed vol’. ‘We hebben de maatregelen ingevoerd in samenspraak met het personeel en de vakbonden. Daardoor worden ze goed aanvaard.’
Volvo Cars is het eerste bedrijf in de auto en vrachtwagensector in België dat weer op volle capaciteit zal werken. ‘We hebben al vragen gehad van andere bedrijven uit de sector. Ze willen weten hoe we daarin zullen slagen’, zegt woordvoerster Barbara Blomme.