Zonder koelkast
Onze koelkast heeft het begeven. Als dit tijdens ons vroegere, mondaine leven was gebeurd, zou ik waarschijnlijk niet de noodzaak hebben gevoeld om dit te melden, want er gebeurden toen wel spannendere dingen. We hadden in die tijd niet eens echt een koelkast nodig. Stella en ik gingen drie keer per dag uit eten, hetgeen in Italië niet overdreven begrotelijk hoeft te zijn, en als we een keer om gek te doen thuis gingen koken, gooiden we op weg naar huis haastig aangeschafte verse producten in de pan.
In onze quarantaine, die een uitgekiend beheer van voorraden vergt, is een defecte koelkast een serieus probleem. Bovendien is het spannend, want waar haal je op korte termijn een nieuwe koelkast vandaan als alle winkels gesloten zijn? Na lang googelen en herhaaldelijk bellen vond Stella een leverancier die hopelijk deze week nog kan bezorgen.
Maar ook dat bezorgen vormt een probleem. Onder normale omstandigheden zouden ze de nieuwe koelkast alle trappen op sjouwen en installeren, waarna ze de defecte zouden afvoeren. Maar volgens de huidige regels mogen de bezorgers ons huis niet in. Ze mogen niet eens het trappenhuis betreden. Ze zullen de nieuwe koelkast afleveren op straat voor onze voordeur en zullen de oude alleen dan kunnen meenemen wanneer wij die zelf naar beneden brengen. Het is een grote koelkast en er moet een grote voor in de plaats komen. En we kunnen geen vrienden bellen om ons te helpen, want dat mogen ze niet.
Terwijl ik rustig wil peinzen over de mogelijke sociale, economische en geopolitieke gevolgen van het virus, word ik bij voortduring hinderlijk onderbroken door pietluttigheden in het dagelijkse leven die met dank aan het virus uitgroeien tot schier onoplosbare kwesties. En dan zeggen ze dat de quarantaine tijd schenkt om na te denken.