We zijn allemaal vleermuizen
De mens loodst onbedoeld ziektekiemen voorbij geografische en ecologische grenzen. Op die manier verandert hij de biologische spelregels, schrijft
Als jongetje was ik wild van dieren en planten. Ik wilde ze graag kennen, herkennen, observeren en documenteren. Verjaardag, kerst en andere feestdagen waren heerlijk, want ze leverden steevast nieuwe natuurboeken op. Veldgidsen boden noodzakelijke wapens tegen biodiverse onwetendheid.
Ik denk nog vaak terug aan een veldgids uit die jeugdige collectie: Elseviers gids van nuttige en schadelijke dieren in en om het huis. Een helder handboekje als triagecentrum tussen goed en slecht. De bij met haar gestreepte outfit en complexe sociale leven in een kolonie zat bij de nuttige dieren. De wesp met haar gestreepte outfit en complexe sociale leven in een kolonie zat bij de schadelijke dieren. De helderheid van een zwart-witbenadering. Geen angels die tot twijfel of tussencategorieën zouden leiden.
Ik ben in zekere zin nog steeds het jongetje dat gretig naar de biodiverse wereld kijkt. Het ventje huist ondertussen in een wat meer professorabele verpakking met grijze lokken en minder strakke contouren. Maar het leerde omspringen met de wetenschappelijke methode die, als het meevalt, leidt tot voortschrijdend inzicht. De heldere zwart-withokjes van weleer maakten plaats voor meer dan vijftig boeiende tinten grijs. ‘Nuttig’ en ‘schadelijk’ als kwalificaties die altijd een grondig geanalyseerde context vergen.
Processie van Echternach
Ons brein heeft een natuurlijke voorkeur voor hokjesdenken. We plakken graag snel een gekend, maar weinig precies, label op dingen. Het zijn courante praktijken in de bovenkamer van de homo sapiens. Voor veel van onze bezigheden is zo’n zwart-witaanpak functioneel. Als het werkt, dan werkt het. Maar de ingebakken mentale plantrekkerij is geen zegen voor wie zorgvuldig de wetenschappelijke methode wil hanteren.
Daarom is wetenschap zoals sport. Wie niet langer traint, ziet zijn conditie tanen, ondanks fraaie prestaties in het verleden. Toepassing van de wetenschappelijke methode vergt een constante mentale alertheid en openheid voor kritische bijsturing door nieuwe kennis en scherpe peers. Het verklaart waarom wetenschap in volle actie de vorm kan aannemen van de processie van Echternach.
Wetenschap noopt tot specialisatie, al is het risico onderling geïsoleerde vakgebieden. Soms vormt zo’n intellectuele quarantaine geen probleem. Toch spruiten grootse inzichten geregeld uit de kruisbestuiving tussen voorheen aparte vakgebieden. Charles Darwin en Alfred Russel Wallace bouwden hun fundamentele, biologische inzichten over hoe levensvormen evolueren, op inzichten uit de geografie.
Een schimmel op tournee
Ook wie ziekteverwekkers wil begrijpen, beperkt zich beter niet tot een strikt medisch hokje. Ecosysteemen evolutionair denken ontbreken nu nog te vaak in het curriculum van artsen in opleiding. Omgekeerd hebben conservatiebiologen er baat bij om enige epidemiologie te begrijpen. Sommige recente vormen van natuurbescherming doen denken aan de afdeling intensieve zorg, inclusief mondmaskers.
Een leerzame én zorgwekkende casus is die van de vuursalamander. Sinds enkele jaren is de sterftegraad van deze imposante landsalamander uitermate hoog. Sterven is in de natuur doodnormaal, maar significante oversterfte op populatieniveau doet alarmbellen rinkelen. Biologen en diergeneeskundigen sloegen de handen in elkaar. De boosdoener bleek een schimmelinfectie. Grondig screeningsonderzoek aan de hand van kits met ‘swab’-staafjes bracht medische klaarheid.
De schimmel is erg verspreid onder amfibieën. Kikkers en padden malen er niet om, maar vuursalamanders hebben geen verweer. Besmettingsexperimenten tonen de dodelijke ernst. Genetisch onderzoek maakt duidelijk dat de schimmel uit Azië komt. Daar leven salamanders die van nature weerstand hebben tegen de schimmel. Enkele besmette Aziatische salamanders kwamen via dierenhandel in Europa en Amerika.
Ook insecten, planten of vogels kunnen zich een eind buiten hun natuurlijke leefgebied ontpoppen als notoire inpalmers
Het begin van een wereldtournee voor de pathogene schimmel en een bron van nieuwe kopzorgen over intensive care-maatregelen voor de al bedreigde salamanders. Biodiversiteitsexperts spreken van het topje van de ijsberg. De biodiversiteitscrisis blijkt deels ook een epidemiologische crisis.
Ophokplicht
Nieuwe virale infectieziekten staken ook de kop op bij ons pluimvee. Trekvogels werden de boeman, ophokplicht de remedie. Nu valt de ophokplicht onze eigen gedomesticeerde soort te beurt, met vleermuizen als boeman van dienst. Conceptueel kunstenaar Koen Vanmechelen ziet er een ferme bevestiging in van de kip als zijn metafoor voor de mens. Het vormt de rode draad door zijn treffend en maatschappelijk bewogen beeldend werk rond biodiversiteit, kunst en wetenschap.
De voorbije jaren trad er in Vlaanderen een opgemerkte sterfte op bij merels. Ze werd toegeschreven aan het usutu-virus, afkomstig uit ZuidAfrika en in Europa voor het eerst vastgesteld in 2001 in Oostenrijk. Wij kunnen drager zijn, maar worden niet ziek. De mens in de rol van vleermuis. Al weten we niet of onze directe rol als verspreider beduidend is. De indirecte rol van de mens als verspreider van ziektekiemen buiten hun natuurlijke verspreidingsgebied baart meer zorgen.
Met de combinatie van veranderend landgebruik en globalisering, loodsen we onbedoeld ziektekiemen voorbij geografische en ecologische grenzen. Het verandert de biologische spelregels voor onszelf en andere soorten. Binnen natuurlijke arealen helpen ziektekiemen om populaties in toom te houden. Wat schadelijk is voor een individu, is dat niet noodzakelijk voor de populatie of hele soort. Dat wordt soms anders wanneer ziekteverwekkers door menselijke bedrijvigheid buiten hun gebruikelijke ecologische en evolutionaire
Wandelend ecosysteem
De saga van invasieve lastposten beperkt zich in een wereld op mensenmaat niet tot virussen en schimmels. Ook insecten, planten of vogels kunnen zich een eind buiten hun natuurlijke leefgebied ontpoppen als notoire inpalmers. De andere soorten betalen het gelag. Het profiel van een soort staat niet op zich, het wordt bepaald door de complexe wisselwerkingen met andere soorten. Ecologische en evolutionaire netwerken van lokale of regionale actie en reactie. De mens verandert die spelregels onbedoeld op grote schaal.
Door recente vakoverschrijdende samenwerking tussen ecologen, microbiologen en geneeskundigen beginnen we het menselijk lichaam te begrijpen als een wandelend ecosysteem. De microbiële vennootschappen van onze darm- en huidbiotoop blijken een grotere rol te spelen voor onze fysieke en mentale gezondheid dan lang werd gedacht. Het zijn levensgemeenschappen die op hun beurt beïnvloed worden door onze leefomgeving. In de stad worden onze lichamelijke biotopen anders bevolkt dan in natuurgebied. Gezondheidsvraagstukken voor de mens, andere tamme en wilde dieren en zowel onze leefomgeving als die van hen blijken meer verstrengeld te zijn dan we vanuit aparte hokjes dachten. Wie wanneer schadelijk of nuttig is, kunnen we niet begrijpen zonder ecologische en evolutionaire context.