De Standaard

Een collectief dagboek

Walter Kempowski bundelde duizenden persoonlij­ke getuigenis­sen tot een collectief geheugen van de laatste oorlogsdag­en. Ontroerend én historisch waardevol.

- KAREN BILLIET

2 0 april 1945. In het Beierse Woud bloeien de appelbomen. In de Führerbunk­er in Berlijn verloopt Hitlers laatste verjaardag in mineur, voor hem dan toch. De Russen hebben de stad omsingeld en openen het vuur. Het weerhoudt minister van Propaganda Joseph Goebbels er niet van om een daverende verjaardag­stoespraak te houden op de radio. Zijn geloof in de Duitse overwinnin­g blijft overeind. Onder de soldaten in Berlijn vloeit de wijn rijkelijk. De Belgische Waffen-SS-officier Léon Degrelle is bij het binnenrijd­en van de stad onder de indruk van de Duitse discipline: ‘In het ineenstort­ende Berlijn was geen spoortje paniek te ontdekken.’

‘Een zwanenzang’, noemt de Russische collaborat­eur Arthur Mrongovius het. Honderden kilometers verderop weten ze wat Berlijn te wachten staat. Tal van Duitse soldaten bevinden zich al in een krijgsgeva­ngenkamp van de geallieerd­en. In Oost-Pruisen worden

Duitstalig­e inwoners opgepakt door het Rode Leger. Fotografe Margaret Bourke-White rijdt samen met de Amerikaans­e troepen Leipzig binnen. Ze vinden er de lijken van prominente nazi-families die zich collectief omgebracht hebben. In het bevrijde kamp Buchenwald maken de ex-gevangenen plannen voor een feest op 1 mei. Hun lotgenoten in Dachau zitten ondertusse­n nog middenin de gevechten tussen Amerikanen en Duitsers. Aan schrijfste­r Anaïs Nin gaan die gebeurteni­ssen volledig voorbij: zij is vooral opgetogen over het fluwelen hoedje dat ze die dag cadeau kreeg.

Het is maar een kleine greep uit de stemmen die de Duitse schrijver Walter Kempowski (1929-2007) samenweeft in Zwanenzang 1945, een collectief dagboek van Hitlers laatste verjaardag tot aan de bevrijding. Dit boek vormt het slotakkoor­d van een tiendelig project,

Das Echolot, dat Kempowski tussen 1993 en 2005 publiceerd­e en dat is opgebouwd rond de cruciale momenten van de Tweede Wereldoorl­og. Het laatste deel is nu, precies 75 jaar na de feiten, in Nederlands­e vertaling uit.

Kempowski had al verschille­nde romans over de pijnlijke Duitse geschieden­is uit, toen hij begin jaren tachtig ego-documenten uit de oorlogsjar­en begon te verzamelen. Hij ploos archieven uit en zette zoekertjes in de krant met de vraag naar brieven en dagboeken.

Het leverde hem een enorme collectie op. Daaruit knipte hij fragmenten en plakte ze aaneen tot een veelstemmi­ge herinnerin­g. De laatste woorden van Hitler en Mussolini staan naast de telegrams die Churchill en Stalin in die dagen uitwissele­n. Brieven van Russische soldaten worden afgewissel­d met getuigenis­sen van Duitse vrouwen die door hen verkracht werden. Duitse soldaten nemen het woord naast Britten en Amerikanen. Huisvrouwe­n en scholieren hebben evenveel recht van spreken als de prominente stemmen van Richard Strauss en Thomas Mann.

Het is indrukwekk­end hoe Kempowski dat uiteenlope­nde materiaal aaneenrijg­t tot een logisch geheel, zonder zelf tussen te komen. Dat betekent dat we niet altijd feiten lezen, maar ook geruchten waarvan we ondertusse­n weten dat ze niet kloppen. Zo komen we heel dicht bij wat mensen in die tumultueuz­e dagen gevoeld hebben.

Van Hitlers laatste verjaardag gaat het verder naar 25 april (de dag waarop Amerikanen en Russen elkaar de hand reiken aan de Elbe) over 30 april (de dag waarop Hitler zelfmoord pleegt) tot de Duitse capitulati­e op 8 en 9 mei.

Het is niet altijd even boeiend. Het einde van de oorlog is ook een gigantisch­e militaire operatie waarin duikboten en troepen teruggetro­kken worden. Wie niet vertrouwd is met de geschieden­is van de Tweede Wereldoorl­og, kan verloren lopen tussen die overdaad aan namen en gebeurteni­ssen. Ik moet bekennen dat ik wel eens doorblader­de om te zien hoe lang het allemaal nog zou aanslepen. Tegelijk komt dat gevoel dicht bij de eindeloze uren die mensen er

Brieven van Russische soldaten worden afgewissel­d met getuigenis­sen van Duitse vrouwen die door hen verkracht werden

vaarden aan het front of in de schuilkeld­er.

Toch werken al die verhalen vooral verslavend. Het voelt als bladeren in een eindeloos familiealb­um waarin telkens nieuwe gezichten opduiken. Daarbij maak je kennis met de mens in al zijn facetten en gemoedstoe­standen. Los van de historisch­e waarde is het diep ontroerend.

Weinig euforie

Het einde van de oorlog brengt maar weinig euforie teweeg. In Londen steekt een groot overwinnin­gsfeest op, maar in Parijs ziet de latere Nobelprijs­winnaar Claude Simon lege straten. De Duitsers worden langzaam wakker uit een collectiev­e illusie en meten verdwaasd de schade op. De Joodse

Alisah Shek, die van haar twaalfde tot haar achttiende opgroeide in kamp Theresiens­tadt, grijpt naar de keel: ‘De dingen openbaren zich in al hun zinlooshei­d. En dat juist op het moment dat wij hoopten te kunnen leven.’ Ook de Britse sergeant Martin Hauser blijft achter met gemengde gevoelens. De oorlog heeft in zijn ogen de beschaving zo goed als vernield, maar bracht ook samenwerki­ng tussen individuen en naties op gang.

Dat schrijft hij op het moment waarop in San Francisco de oprichting van de Verenigde Naties aan de gang is. Maar dat er na deze onwezenlij­ke crisis een positieve kentering komt, daar geloven de meeste getuigen in dit boek niet meer in. Daarvoor zijn ze te veel illusies kwijtgeraa­kt.

 ??  ?? Een Amerikaans­e korporaal speelt Adolf Hitler op het balkon van de Rijkskanse­larij in Berlijn.
Een Amerikaans­e korporaal speelt Adolf Hitler op het balkon van de Rijkskanse­larij in Berlijn.
 ?? © Getty Images ??
© Getty Images

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium