Van glamour en doofpotten
De Netflixserie ‘Hollywood’ rijdt zich te pletter op een idiote ontknoping. Jammer, want de scabreuze achtergrondverhalen zijn grotendeels wáár.
Schrijf over wat je kent, is een leidraad voor scenaristen. Logisch dus dat Hollywood vaak films maakt over Hollywood. Voor iedere The bad and the beautiful, The player, The aviator en Hail, Caesar! zijn er echter tien staaltjes van irritante navelstaarderij en namedropping.
Netflix pakt nu uit met een ambitieuze poging om de verborgen kantjes van het Hollywood van de late jaren veertig te reconstrueren. Inspiratie genoeg: het seksleven van de sterren, de hypocrisie en de machtsspelletjes van de oppermachtige studiobazen spreken nog steeds tot de verbeelding.
De zevendelige serie vertelt hoe enkele jonge talenten in 1948 besluiten een film te draaien over Peg Entwistle. Die actrice sprong in 1932 de dood in vanaf de H van de Hollywoodlandletters, uit wanhoop over een floppende carrière. Enkele leden van de creatieve vriendengroep zijn gay, andere zijn zwart. Ze willen hun verhaal een stuk baanbrekender maken, met een zwarte hoofdrolspeelster. Als scenarist/producent Ryan Murphy (Glee, The president) zich
had beperkt tot een zedenschets van die tijd, gekleurd door het gevecht tegen de bierkaai dat minderheden in die jaren vochten, dan zat hier een prima reeks in.
Aflevering te veel
Helaas raakt de grabbelton aan authentieke en soms schokkende anekdotes gaandeweg vermengd met een alternative realitysprookje dat kant noch wal raakt. (Stop na 6 van de 7 afleveringen: de serie is dan veel realistischer, donkerder en minder kleverig.)
Niet dat Hollywood ooit topkwaliteit had kunnen worden. Daarvoor zit er te veel stroop in het scenario, en irritante scènes waarin de personages hun emoties en drijfveren breeduit op tafel leggen. Toch blijf je kijken, voor de aankleding – veel is op locatie gefilmd – en de onweerstaanbare feitelijke achtergrond. Op die ontknoping na zijn veel gebeurtenissen immers authentiek. Zo bestond er wel degelijk een garage op Hollywood Boulevard die als dekmantel diende voor een hoofdzakelijk gay prostitutienetwerk, met een lange lijst beroemde klanten en sekswerkers. De memoires van de uitbater deden in 2012 veel stof opwaaien.
De topregisseur George Cukor was de spilfiguur van de gay scene in Hollywood. Op zijn feesten wemelde het van de grote sterren, en doken later op de avond naakte atletische jonge mannen in het zwembad. Dat de flamboyante actrice Tallulah Bankhead een spilfiguur was bij dit vertier, is ook geen nieuws. Bankhead genoot destijds van haar reputatie van onbeschaamdheid.
Het zwembad vol naakte mannen, het racisme tegen veel sterren, de prostitutie-garage: echt gebeurd!
Een leven in angst
De reeks is op haar best als ze het ecosysteem van macht, roddel, hypocrisie en geld beschrijft waarin schandalen mensen kraakten als ze niet in de doofpot belandden. Het was voor velen een leven in angst. De arrogante impresario Henry Willson heeft
echt bestaan. Zijn hele portfolio bestond uit jonge acteurs van wie het wereldje wist dat ze homo waren. Willson misbruikte hen seksueel, en diende rücksichtlos zijn eigenbelang.
Toen Rock Hudson in 1955 net doorbrak als grote ster en het roddelblad Confidential zijn geaardheid en gewoonten dreigde uit te brengen, kocht Willson die dreiging af door een andere pupil van hem, Tab Hunter, voor de leeuwen te gooien. Zo ging dat toen: hoe groter de naam, hoe minder de kans dat het geheim uitlekte. De studiobazen of agenten kwamen dan wel tussenbeide met zwijggeld, ruilmateriaal of een knokploeg.
Rock Hudson wordt als oliedom afgeschilderd, en dat is wellicht niet ver van de realiteit. Zoals Vivien Leigh naar verluidt ook echt een vervelend mens was dat maar bleef teruggrijpen naar haar glorierol in Gone with the wind.
Zo wemelt de reeks van de leuke details. Dialectcoaches leerden acteurs een ‘Atlantisch’ accent aan (tussen Brits en Amerikaans) omdat dat chiquer klonk. De carrière van de AziatischAmerikaanse ster Anna Mae Wong strandde op hatelijke stereotypering. De beruchte Hays Code dwong filmmakers voortdurend tot compromissen over de lengte van een kus of de huidskleur van acteurs om niet gecensureerd te worden. De zwarte Hattie McDaniel mocht in 1940 niet in de zaal zitten bij de Oscaruitreiking, ze werd uit de lobby gehaald om haar prijs te kunnen ontvangen. Enzovoort.
Hollywood had een amusante en leerrijke ‘Golden age Hollywood for dummies’ kunnen zijn. Dat de makers er tegelijkertijd een progressieve dystopische droom van wilden maken, is jammer. Wat heb je aan een boeiende geschiedenisles waarin de leraar feiten mixt met wensdromen?