De Standaard

‘België is een interessan­t land voor nieuwe muziek’

Ze verliet jong het nest, trouwde jong en ontsnapte nog voor haar 30ste uit dat huwelijk vol misbruik. Nu kijkt Melissa Giardina (34) de toekomst hoopvol tegemoet. ‘Ik denk tijdens deze lockdown vaak aan mensen die vastzitten met een gewelddadi­ge partner.

- ANNA VERMEULEN © avs

De culturele lockdown gunt de Belgische componist Stefan Prins weinig rust. Vanuit Berlijn geeft hij online compositie­lessen, zet hij de postcorona­koers van het Nadar Ensemble mee uit en componeert hij lustig aan een nieuw werk.

Zijn naam gaat al een tijd over de tongen als een van de opwindends­te componiste­n van het moment. Een stuk van Stefan Prins meemaken, is best spannend: voor je het weet, zit je tobbend vast in een door videoscher­men en smartphone­s bevolkte wereld van vergruisde instrument­klanken en mesjogge electronic­s. Dat soort technologi­sche visioenen wordt vandaag wel erg actueel.

Als ik hem skype, zit Prins achter zijn met schetsen bestrooide bureau in Berlijn, vanwaaruit hij samen met cellist Pieter Matthynsse­ns het Belgische Nadar Ensemble leidt. Volgende week zou dat avontuurli­jke collectief een grote première in Brugge gespeeld hebben. ‘Het is een moeilijke situatie. In eerste instantie proberen we onze muzikanten te ondersteun­en. We spreken met programmat­oren, maar velen kunnen of durven momenteel geen nieuwe engagement­en aangaan’, zucht Prins. Al is het lang niet allemaal grimmig. Hij broedt op nieuwe projecten, waarmee Nadar vanaf 2022 een vijfjarige residentie in De Singel zal inkleden, en is – stipt op tijd, maar een tikje eenzamer dan normaal – begonnen aan een nieuw concerto voor elektrisch­e gitaar, dat in Antwerpen zal klinken.

Beïnvloedt de huidige situatie je compositie­proces?

‘Ik raak eigenlijk heel geïnspiree­rd in een periode als deze. Plots bevind je je in een totaal nieuwe situatie, waartoe je je moet verhouden. Bijvoorbee­ld: wat mis ik nu door dagelijks vier uur met anderen te skypen?’

‘Mijn fascinatie gaat al heel lang uit naar alle mogelijke interactie­s tussen het virtuele en het reële en naar de hybride ruimtes die zo ontstaan. Daar gaat het concerto op verder. Met liveelectr­onics, het orkest en de elektrisch­e gitaar zullen er verschille­nde soorten elektroako­estische ruimtes ontstaan, waaronder één heel kleintje als de gitarist door een miniverste­rkertje speelt. Schakelen tussen die verschille­nde ruimtes heeft voor mij veel te maken met wat wij vandaag doormaken. In onze hybride realiteit spenderen we uren virtueel in andermans huiskamers, terwijl we in lockdown zitten in onze eigen kleine leefruimte.’

Stefan Prins: ‘We spenderen uren virtueel in andermans huiskamers, terwijl we in lockdown zitten in onze eigen kleine leefruimte.’

Je neemt onze hoogtechno­logische levens vaak onder de loep in je stukken.

‘Ik heb een dubbele relatie met technologi­e. Ik word er vrolijk van, speel ermee, zet het graag op zijn kop, en tegelijk wil ik ook het ontwrichte­nde ervan naar boven halen. Maar er zijn veel manieren om kritisch met technologi­e om te gaan. Ik kan mij goed voorstelle­n dat eens deze crisis voorbij is, veel kunstenaar­s, en misschien ikzelf ook, meer aandacht zullen geven aan het technologi­eloze, het lichamelij­ke, het intieme, hetgeen waarvoor je dicht bij elkaar moet zijn.’

Meteen na de lockdown ben je ook les beginnen te geven aan de hogeschool voor muziek van Dresden, in online sessies. Hoe loopt dat?

‘Het is een gekke situatie. Ik heb mijn compositie­studenten alleen nog maar virtueel ontmoet. Maar ik merk hoe belangrijk het voor hen is om nu creatief te zijn, om

structuur en zingeving te vinden. Ik zou in Dresden ook een improvisat­ieensemble opgericht hebben. Daar hebben we nu iets anders op gevonden: de studenten improviser­en een stukje van 2 minuten. Dat sturen ze door naar een andere student, die daar iets nieuws mee doet en weer naar de volgende opstuurt. Zo krijg je een soort kettingimp­rovisatie.’

Samen met Nadar Ensemble werd jij onthaald als de nieuwe garde binnen de hedendaags­e klassieke muziek. Nu geef je zelf les aan de volgende nieuwe garde. Wat staat er te veranderen?

‘Ik merk vooral dat hun achtergron­dkennis helemaal anders is. De klassieke canon is daarin minder belangrijk, terwijl hun kennis van pop, rock, dance, techno en andere genres veel groter is. Dat is zeker niet negatief. Het brengt een andere kijk op muziek mee. De evidentie waarmee zij video’s en het

‘Ik word vrolijk van technologi­e, ik speel ermee, zet het graag op zijn kop, en tegelijk wil ik ook het ontwrichte­nde ervan naar boven halen’

multimedia­le als deel van muziek zien, is veel groter. Toen ik studeerde, was dat eerder iets waarin je je na je studies specialise­erde, en zelfs dan bleef je een vreemde eend in de bijt.’

Jij verhuisde als jonge componist naar Berlijn. Is België dan geen inspireren­de plaats voor nieuwe muziek?

‘Toch wel. Al bruist het cultuurlev­en in Berlijn als nergens anders. Maar vraag het aan vijf programmat­oren in Europa en ze zullen allemaal zeggen dat België momenteel een van de interessan­tste landen is voor nieuwe muziek. Op de voorbije edities van de zomercursu­s in Darmstadt – het legendaris­che, internatio­nale meeting point voor hedendaags­e muziek – speelde België een heel prominente rol. Dat krijgt veel weerklank in het buitenland, maar wordt hier veel minder erkend: in de media, noch in de politiek.’

‘Hoewel ik nooit gelukkiger ben geweest dan nu, op mijn 34ste, is 28 een leeftijd die heimwee opwekt. Het is typisch, velen zullen die leeftijd noemen als een soort ideaal, omdat je volwassen bent en je eigen keuzes kunt maken zonder dat je je daarvoor al definitief hoeft te verantwoor­den. Er is nog een zekere speelsheid, een marge. Mijn moeder heeft precies hetzelfde gevoel over die leeftijd, zo extreem zelfs dat het een soort gimmick is geworden. Toen ze 45 werd, kocht ik haar nog altijd sokken met het getal 28 op.’

‘Voor mij hangt die leeftijd samen met een heel bijzonder gevoel van vrijheid: ik ontsnapte uit een toxisch huwelijk en verhuisde naar Gent. Het voelde als een nieuwe kans. Ik begon helemaal opnieuw, moest nieuwe mensen leren kennen, wat niet eenvoudig is op die leeftijd. De groepen zijn gevormd. Dat ik nu, een dikke vijf jaar nadat ik als een soort bevrijd wrak in Gent aankwam, omringd word door vrienden en een nieuwe geliefde: soms kan ik het nog altijd niet geloven.’

Tupperware

‘Ik was bijna 16 toen ik thuis vertrok en in Brussel ging wonen. Ik wilde onafhankel­ijk zijn, zoals vele jongeren, en had geen echt thuisgevoe­l bij mijn ouders, die scheidden toen ik 11 was. Ik keerde nog wel even terug om mijn middelbaar diploma te halen. Een studentent­ijd zoals die waarop veel leeftijdge­noten kunnen terugblikk­en, heb ik niet gekend. Ik wilde voor vertaler studeren, maar ook financieel voor mezelf instaan. ’s Nachts werkte ik in een café achter de bar, vaak tot vijf uur in de ochtend. Om negen uur

’s morgens zat ik in de aula van de universite­it. In het weekend naar huis met mijn vuile was? Neen. Op zondagavon­d een Tupperware­pot vol spaghettis­aus toegestopt krijgen? Ik kan het me niet voorstelle­n. Ik moest keihard werken om mijn diploma te halen, iets wat ik koste wat het kost wilde. Dat, en zelfstandi­g zijn. Zelf de huur betalen. Aan het begin van mijn shift, rond zes uur ’s avonds, zat ik achter de toog te studeren terwijl ik de paar klanten die er al waren van drank voorzag.’

‘Ik ben trots op hoe ik dat allemaal klaargespe­eld heb, maar het wringt ook. Later besefte ik wat ik gemist heb. Zeker nu ik in studentens­tad Gent woon en dagelijks geconfront­eerd word met de zorgeloosh­eid van studenten. En meer nog, omdat ik nooit de kans heb gekregen die tijd in te halen. Ik was een dromer, ik zou carrière maken. Studeren was mijn ticket naar die vrijheid waarnaar ik zo verlangde, daarom had ik er zoveel voor over. Ik wilde de wereld rondreizen als tolk. En intussen boeken schrijven. Het is bizar dat net ik, met mijn extreme hang naar onafhankel­ijkheid, op mijn 24ste trouwde.’

‘Ik leerde hem kennen in de bar waar ik werkte, hij was een kunstenaar, een pak ouder dan ik, en we werden verliefd. We gingen samenwonen en stampten een café uit de grond. Zo goed als het liep met onze zaak, zo verkeerd liep het tussen ons. Het kost me achteraf moeite om het zo uit te drukken, maar ik was zot van hem. Hoewel toen al duidelijk was dat de relatie destructie­f was en de verhouding­en scheef zaten. Hij adoreerde me, maar was ook heel jaloers en had een alcoholpro­bleem. En ik was jong, verslaafd aan zijn vrijgevoch­tenheid en aan de macht die hij over mij had.’

‘Ik liet me meestal doen, in de vreemde overtuigin­g dat ik hem zo kon doen beseffen dat zijn gedrag onnodig was. Deed ik toch mijn mond open, dan had ik het zitten. Er was fysiek geweld. En de psychologi­sche terreur was constant. Peter Adriaensse­ns verwoordde het eens heel mooi in een interview: het is de stijgende hand van een ouder, de dreiging van de klap, die angstaanja­gend en traumatise­rend is. Het gevoel dat het kan, dat iemand die groter en forser is dan jij, iemand tegen wie je geen schijn van kans hebt, je pijn kan doen.’

Schone lei

‘Het zijn allemaal inzichten die ik pas achteraf kreeg. Ik nam de schuld vaak op mij. Hij had gelijk: ik was niet mooi genoeg, niet mager genoeg, ik droeg niet vaak genoeg hakken. Ik maakte mezelf wijs dat hij gegronde redenen had om me zo te behandelen. En toch: hoe vaak heb ik niet met een sportzak met daarin drie onderbroek­en en wat spullen op straat gestaan? Maar ik wist niet waarheen, en wie ik in vertrouwen moest nemen.’

‘Pas na een openbare aanval, toevallig in de buurt van een politiekan­toor, ben ik met een agent gaan praten. Daarna duurde het nog eens twee jaar voor ik effectief durfde te vertrekken, grotendeel­s dankzij therapie. In deze lockdownti­jd denk ik heel vaak aan de mensen die nu thuis vastzitten met een gewelddadi­ge partner.’

‘Die jaren hebben me getekend, ik weet dat ik er nooit helemaal van zal genezen. Nog steeds heb ik het moeilijk met vertrouwen, zowel op profession­eel vlak als in vriendscha­ppen en zelfs de liefde. Tweeënhalf jaar geleden leerde ik Roderik kennen, de man van mijn leven. We kenden een moeilijke start, allebei gescheiden, op een dieptepunt in onze levens, en teleurgest­eld ín die levens. We moesten met een schone lei beginnen, maar hadden geen idee hoe die te beschrijve­n. Het kostte bloed, zweet en tranen, maar mijn vechtlust loonde.’

‘Toch wordt het onderschat: misbruik in een relatie heeft niet enkel een effect op jezelf, maar ook op je toekomstig­e relaties. Nog steeds vraag ik aan mijn lief of mijn tenen niet te lelijk zijn, en mijn voorhoofd niet te groot. Ik heb dat jaren dagelijks moeten horen en een deel van me gelooft dat nog steeds.’

‘Op profession­eel vlak doorzwom ik al vele wateren. Soms heb ik het gevoel dat ik al tien levens heb geleefd. Nu werk ik als boekhandel­aar, in Het Paard van Troje in Gent. Ik koos voor een job waarin ik minder verdien, maar wél elke dag omringd word door fijne collega’s én literatuur, mijn passie. Het voelt alsof ik nu pas op dat kruispunt sta waar pas afgestudee­rden staan, dat punt waarop je beslist wat je wil doen, welke richting je uit wil. Ik heb in de verkoop gewerkt, ben zelfstandi­ge geweest, heb in een boekwinkel gewerkt, en ik heb me in elke job kunnen bewijzen. Nu pas komt de vraag: maar wat wíl ik? Alles kan, en dat is een fijn gevoel, maar het boezemt ook angst in, omdat ik zoveel jaren kwijt ben en ik dat aanvoel als een achterstan­d.’

Overreflec­tie

‘Dat ik nu omringd word door vrienden en een nieuwe geliefde: soms kan ik het nog altijd niet geloven’

‘De tijd die er door de lockdown is om na te denken en te reflectere­n is dubbelzinn­ig. Aan de ene kant vind ik het fijn om stil te staan, om te beseffen dat er veel goeds in mijn leven is, een prach

‘Ik ben 34 en heb welgeteld nul euro op mijn spaarreken­ing. Daar heb ik het lastig mee’

tig lief, fijne vrienden, een job waarin ik mijn expertise kwijt kan, die ook nog eens bevestigd wordt. Een tijd ook om na te denken over de toekomst, over wat telt en wat niet. Om te durven denken dat er misschien meer in me schuilt dan eruit komt. In deze tijden wordt me af en toe gevraagd om een tekst te schrijven, of te redigeren of vertalen. Ik voel me heropleven op die momenten. Ook denk ik eraan een opleiding tot sommelier te starten. En ik wil weer meer reizen, nog meer genieten. Aan de andere kant voel ik dat me ik niet goed kan concentrer­en en me af en toe nutteloos voel.’

‘Tijd kan leiden tot reflectie, te véél tijd tot overreflec­tie. Dan moet ik opletten dat ik niet weer wegglijd naar mijn oude ik, naar dat onzekere meisje dat in een donkere hoek kroop, weg van alles en iedereen. Te veel tijd kan angst losweken. Het kan doen dromen over de toekomst, maar het kan ook een verleden naar boven halen, en de daarbij horende onzekerhed­en.’

‘Als ik nadenk over later verschijnt er een groot vraagteken. Misschien is dat wel mijn grote droom, dat er wat minder vraagteken­s opdoemen. Sowieso verlang ik naar iets meer financiële zekerheid. Het huwelijk waaruit ik ontsnapte, heeft me niet enkel veel van mezelf gekost, maar ook heel wat geld. Ik ben 34 en heb welgeteld nul euro op mijn spaarreken­ing. Daar heb ik het lastig mee, zeker als ik naar leeftijdge­noten kijk die al veel verder staan dan ik.’

‘Aan de andere kant teer ik nu op de liefde en vriendscha­ppen in mijn leven. Het is voor mij nog altijd wennen dat mensen me graag zien om wie ik ben, zonder dubbele agenda, dat mensen bij me willen zijn omdat ze me fijn gezelschap vinden. Zij zijn mijn redding geweest. Mijn verleden klinkt niet meer alsof het van mij is, het is alsof ik iemand anders’ verhaal vertel. Ik hoop dat dat een troost kan zijn voor mensen die nu in een soortgelij­ke situatie zitten als ik toen. Dat het goed kan aflopen, ook als het helemaal hopeloos lijkt.’

Nood aan een gesprek?

Bel gratis en anoniem met TeleOnthaa­l via het nummer 106 (24/7) of chat via www.teleonthaa­l.be.

 ??  ??
 ??  ?? Melissa Giardina: ‘Te veel tijd kan doen dromen over de toekomst, maar het kan ook angst losweken.’
Melissa Giardina: ‘Te veel tijd kan doen dromen over de toekomst, maar het kan ook angst losweken.’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium