‘Als we falen in het herstellen van de eengemaakte markt kan dat rampzalig zijn’
Van het groepje toppolitici dat de krijtlijnen uitzet in Europa, is de Portugees Mario Centeno de minst bekende. Nochtans heeft de voorzitter van de eurogroep een loodzware taak: een compromis bereiken rond de financiële aanpak van de coronacrisis. ‘Neerb
Na vier Europese vergaderingenopafstand zijn de lidstaten er nog altijd niet uit: komen er nu coronabonds of niet? Wordt de bijdrage van de lidstaten aan de Europese begroting groter? En zullen de getroffen lidstaten subsidies krijgen, of moeten ze leningen aangaan?
Het is aan de voorzitter van de eurogroep, Mario Centeno, om ondanks alle gevoeligheden rond die thema’s de lidstaten tot een compromis te bewegen. Hij leidt de bijeenkomsten waar de ministers van Financiën van de eurozone overeenkomsten sluiten, die nadien meestal bekrachtigd worden door de regeringsleiders. Samen met vier andere Europese kranten interviewde De Standaard hem via
een videoverbinding.
Wat staat er op het spel? Mario Centeno: ‘Heel veel. De
lockdown van de economie en de maatschappij die we nu meemaken, is een sociaal experiment dat nog nooit voorgevallen is in de moderne geschiedenis. Zeker niet in economieën die zo op elkaar aangewezen zijn als de onze. Het wordt ontzettend belangrijk om op een gecoördineerde manier de economie te herstellen. Nog belangrijker zijn de financiële afspraken daarover. Als we falen in het herstel van de eengemaakte markt, kan dat een ramp worden.’
‘Als we de pandemie zouden kunnen controleren, zou het zo eenvoudig zijn als een overgang van zondag naar maandag. Na een lange zondag moet die maandag weer worden zoals het voordien was. We kunnen onze onderlinge relaties herstellen en de eengemaakte markt weer heropbouwen.’
‘Ik stel vast dat ons sociaaleconomische model over sterke buffers beschikt. Vergelijk het verlies aan arbeidsplaatsen bij ons met dat in de Verenigde Staten. Onze automatische stabilisatoren spannen een veiligheidsnet. We bouwen nu schulden op, om op een collectieve manier uit deze crisis te komen. Dit is een symmetrische crisis en we moeten collectief terugkeren naar de situatie van voordien. Dat is de eenvoudigste manier om de financiële noodzaak van het Herstelfonds te bepalen.’
Digitaler, groener, inclusiever
Het kan zijn dat economie fundamenteel gewijzigd zal zijn. Hoe ziet u dat?
‘We komen uit een periode van 25kwartalen met onafgebroken groei en een dalende werkloosheid. Er zijn 13 miljoen banen geschapen. We hebben nu ook sterkere banken en de Europeanen beschikken over duizenden miljarden aan spaargeld. Belangrijker nog: de begrotings
‘Wie een auto van 100.000 euro kan kopen, kan daar makkelijk nog eens 100.000 euro belasting bovenop betalen’ Consumptie belasten is volgens ROLAND DUCHÂTELET een manier om de coronafactuur te betalen (in ‘De Tijd’).
situatie was tot voor corona beter dan ooit. We moeten proberen om terug te keren naar zo’n sterke economie, maar we moeten proberen om die digitaler, groener en inclusiever te maken. We gaan nu naar een periode van aanpassing, maar we mogen niet vergeten dat Europa voor de crisis een erg sterke positie had – sociaal, economisch én financieel. We moeten terugkeren naar die maandag, maar ik weet dat maandagen vaak moeilijke dagen zijn. Niemand vindt maandagen fijn.’
Het Herstelfonds zou 1.000 tot 1.500 miljard euro moeten bedragen. Waarop zijn die cijfers eigenlijk gebaseerd? Hoe is dat berekend?
‘Er doen verschillende bedragen de ronde, afhankelijk van de bron. De bedragen waarvan we uitgaan, hebben te maken met het verlies in economische output en het verlies aan arbeidsplaatsen die we verwachten. De vraag is hoeveel je moet investeren en hoeveel inkomenssteun je moet verlenen om zo snel mogelijk weer terug te keren naar het niveau van voor de crisis. Als je die berekening maakt, kom je aan heel grote bedragen.’
‘De omvang van het fonds moet in overeenstemming zijn met de ernst van de uitdaging. We moeten de exitstrategie gecoördineerd aanpakken. Als de herstelperiode dichterbij komt, zullen we nauwkeuriger berekeningen moeten maken. Daar is de Commissie nu mee bezig. Het bedrag moet groot genoeg zijn om de economie en de arbeidsmarkt te herstellen. We zijn het met elkaar eens dat dit met publiek geld moet gebeuren, en dat er een solidariteitsdimensie moet zijn. Natuurlijk zullen de kosten voor elk land anders zijn. Niet elk land is in dezelfde mate getroffen door covid19, ook de structuur van de economie verschilt van land tot land.’
De lidstaten lijken niet geneigd de kredietlijnen van het Europese noodfonds ESM te gebruiken. Wat zegt dat over de noodzaak van het Herstelfonds?
‘Het ESM moet je zien als een verzekeringsinstrument. Verwacht wordt dat het ten laatste op 1 juni beschikbaar zal zijn. Daarmee voelen alle landen zich veiliger, en ook de buitenwereld ziet ons als betrouwbaarder, zelfs als we het niet gebruiken. Zo werken verzekeringen ook in het dagelijkse leven. Het gebruik ervan is niet stigmatiserend, landen die het nodig hebben kunnen er gebruik van maken. We zijn beter af als we het niet hoeven te gebruiken, maar we zijn slechter af als we de mogelijkheid niet zouden hebben.’
De staatsschulden lopen voor sommige landen hoog op. Dat kan op de lange termijn een nieuwe crisis opleveren.
‘Daarom willen we de kosten van de crisis zo veel mogelijk spreiden in de tijd. Dat geldt voor elke lidstaat, maar vooral voor de landen die al een hoge schuld hebben. De strategie zou moeten zijn dat we die landen helpen hun verplichtingen uit te smeren over een zo lang mogelijke periode, anders dreigen we het risico van financiële fragmentatie te lopen. Er zijn veel innovatieve oplossingen mogelijk. Ik denk dat de Commissie over enkele weken met concrete voorstellen komt.’
‘Door het Europese Noodfonds voelen de landen zich veiliger. Ook de buitenwereld vindt ons betrouwbaarder, zelfs als we het niet gebruiken’
‘Na een lange zondag moet de maandag weer worden zoals vóór de crisis. Maar maandagen zijn vaak moeilijke dagen. Niemand vindt die fijn’
U had het over de zwakheden in de manier waarop de vorige crisis aangepakt werd. Wat bedoelde u daarmee?
‘Tijdens de eurocrisis waren we als muntunie niet goed voorbereid. Europa had veel tijd nodig om het juiste antwoord te formuleren. De les is dat uitstelgedrag in tijden van crisis geen goede oplossing is. Maar de huidige crisis vergt een andere aanpak. Nu is zowel de vraag als het aanbod weggevallen. Beide dimensies moeten aangepakt worden: met investeringen en liquiditeit. In de vorige crisis hadden we onvoldoende aandacht voor de problemen die zich aan de vraagkant voordeden.’
Wat vindt u van de kritiek dat Europa bestaande middelen herverpakt zodat het nieuwe initiatieven lijken?
‘Laat me het zo zeggen: we zijn innovatief geweest in het gebruik van onze instrumenten. Dat zal ook zo zijn in de herstelfase. Dat geldt voor de Europese Centrale Bank en voor het noodfonds ESM. Alle landen kunnen nu noodkredieten krijgen zonder trojka, met gestandaardiseerde voorwaarden. In noodgevallen kan het helpen om bestaande middelen anders in te zetten. Europa is daar heel succesvol in geweest. Vergelijk dat met het gebrek aan coördinatie in de Verenigde Staten. Het is populair om neerbuigend te doen over Europa, maar het helpt niet.’
De eurogroep vergadert nu via videoverbindingen. Hoe beïnvloedt dat de besluitvorming?
‘De setting is anders, maar de veerkracht en de bereidheid tot compromissen van alle deelnemers zijn dezelfde gebleven. We voeren ook veel telefoongesprekken, zowel bilateraal als multilateraal. En er zijn ook de gebruikelijke pauzes in de onderhandelingen waarvan niemand weet hoe lang ze zullen duren. Dat we elkaar nu niet in levenden lijve zien, heeft geen impact op de resultaten.’