Iedereen heeft schrik voor de ‘barbaren aan de poort’
Een gigantische overnamegolf wordt wellicht de volgende fase van deze ongeziene economische crisis. In de oliesector is die eigenlijk al begonnen. Daar heeft het staatsfonds van SaudiArabië van de chaos op de markt gebruikgemaakt om zich tegen extreem gunstige prijzen in te kopen in vier grote Europese oliebedrijven: Equinor, Total, Eni en Shell. In één adem verwierf het Saudische fonds ook een belangrijk aandelenpakket in de wankelende cruisemaatschappij Carnival en nam het de leiding van een groep van investeerders die voor 300 miljoen pond de Britse voetbalclub Newcastle United overkochten.
‘Dat is nog maar een begin’, onthulde een anonieme Saudische official onlangs in de Financial Times. ‘We hebben ook interessante overnamedoelwitten geïdentificeerd in sectoren als logistiek, technologie en farma.’ En de Saudi’s zijn niet alleen. Ook de Chinezen kloppen op de poort. ’s Werelds grootste fabrikant van spoorwegmaterieel, het Chinese CRRC, nam vorige week de Duitse locomotievenbouwer Vossloh over. Daardoor krijgt de Chinese gigant voor het eerst voet aan de grond in Europa.
In de kantoren van de Europese Commissie in Brussel neemt de zenuwachtigheid dan ook toe. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en haar collega voor Mededinging, Margarethe Vestager, waarschuwden recent dat de EUlidstaten tijdens de coronacrisis ‘waakzaam’ moeten zijn voor buitenlandse overnames in strategisch belangrijke sectoren als de zorg, medisch onderzoek en infrastructuur. Duitsland en Nederland zullen buitenlandse investeringen daarin strenger screenen. Beide landen werken ook aan manieren om vijandige overnames tegen te kunnen houden. Als het moet, via een overheidsparticipatie met steun van Europa, zoals bij de mislukte poging van Trump om het Duitse biobedrijf CureVac te kopen.
Maar ook elders staan er Barbarians at the gate en groeit de nervositeit. In India, bijvoorbeeld, waar de overheid recent al buitenlandse (lees: Chinese) overnames aan banden legde. En in de VS, waar sommige politici nog een stap verder willen gaan. Om kleinere bedrijven en startups tijdens de coronacrisis te beschermen, willen linkse Democraten als senator Elizabeth Warren en Alexandria OcasioCortez tijdelijk ‘risicovolle’ fusies en overnames verbieden. Dat moet verhinderen dat kwetsbare bedrijven, die nu met geld van de belastingbetaler gered worden, een makkelijke prooi worden. Het zou niet de eerste keer zijn dat grote techspelers via de overname van een rivaal hun quasimonopolie vrijwaren. Om nog maar te zwijgen over de echte ‘aasgieren’: privateequityfondsen, die nu al met miljarden klaarstaan om bedrijven voor een prikje op te kopen. Om ze later – eenmaal de economie weer volop draait – met forse winsten van de hand te doen.
De Democraten zien dat niet zitten. Het ruikt te veel naar de vorige crisis: de verliezen voor de staat, de winsten voor de privésector. Veel kans op slagen heeft het wetsvoorstel (nog) niet. Vanuit de techwereld klinkt het smalend dat ze ‘een kaars met een brandslang willen blussen’. In de Trumpwereld is dat wellicht einde discussie.
Van Europa tot de VS werken politici aan nieuwe wetten om vijandige overnames te blokkeren