Scholen kanten zich tegen verplichte noodopvang
Tot 70 procent van de ouders geeft aan vanaf 15 mei noodopvang op school nodig te hebben. ‘Op die manier wordt kwaliteitsvol lesgeven onmogelijk.’
‘Mogen we ons als school alstublieft focussen op lesgeven?’ Bart Boydens, coördinerend directeur van vijf basisscholen in Blankenberge en Wenduine, is duidelijk. Uit een rondvraag in zijn scholen blijkt dat in sommige scholen bijna 70 procent van de ouders rekent op noodopvang. ‘Het aantal leerlingen dat vanaf 15 mei opvang nodig heeft, stijgt fenomenaal. Dat is niet haalbaar. Het beschikbare personeel moet fysiek voor de klas staan – de klassen zijn ontdubbeld, ze moeten in afstandsleren voorzien en ook nog instaan voor de noodopvang. Leerkrachten gaan overkop gaan. Op deze manier kunnen we ook de veiligheid niet garanderen.’
Onderwijskoepels trekken aan de alarmbel. ‘We krijgen veel noodkreten van scholen’, zegt Lieven Boeve, directeurgeneraal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. ‘Bij gelijkaardige rondvragen schommelen de cijfers rond 30 tot 40 procent. Lesgeven moet de komende maand primeren. Kinderen opvangen kan geen prioriteit blijven.’
Niet overal worden zoveel leerlingen verwacht, maar het zit de scholen hoog. ‘Nu de richtlijnen voor de crèches veranderd zijn, merken we dat de druk van ouders toeneemt’, zegt Stephanie Claerhout, directrice van basisschool SintNorbertus in Heverlee. ‘Ik vrees dat de situatie vanaf 18 mei onhaalbaar is.’
‘Het is een kluwen om een veilige heropstart te garanderen, als scholen ook noodopvang moeten organiseren’, benadrukt Raymonda Verdyck van het GO!onderwijs. ‘Noodopvang is ook meer dan leerlingen opvangen. De kinderen moeten ook op school ondersteund worden om het afstandsleren optimaal te laten verlopen.’
Hulp van steden en gemeenten?
Die situatie zal volgens directeur Boydens tot absurde taferelen leiden. ‘Als meer dan de helft van het vierde leerjaar in de noodopvang zit, dan geef ik ze liever echt les. Hoe pijnlijk is het overigens om ouders te vertellen dat hier onvoldoende veilige ruimte is of dat er geen personeel is? En op basis van welke criteria ga ik kinderen moeten weigeren? Dit zal veel ouders frustreren.’
Scholen kunnen het niet alleen, benadrukt Marianne Coopman van COV, de grootste vakbond in het basisonderwijs. ‘De combinatie maakt kwaliteitsvol lesgeven onmogelijk.’
Minister van Onderwijs Ben Weyts (NVA) kijkt , net zoals in de paasvakantie, in de eerste plaats naar de steden en gemeenten voor opvang. Dat belooft geen sinecure te worden, omdat er in de paasvakantie vaak op vakantiejobs gesteund werd. ‘Er zullen andere oplossingen gezocht moeten worden’, zegt Lieven Boeve. ‘We gaan naar alle maatschappelijke partners moeten kijken. Ook naar de bedrijven. Elke instantie die in de zomermaanden instaat voor opvang – van organisatoren van zomerkampen tot bepaalde bedrijven – zullen betrokken moeten worden.’
Minister Weyts zit de komende dagen samen met zijn collega van Binnenlands Bestuur Bart Somers (Open VLD) en minister van Werk
Hilde Crevits (CD&V). Donderdag vindt opnieuw overleg plaats tussen de onderwijspartners.
Verschillende steden, zoals Gent en Antwerpen, wachten die gesprekken niet af. ‘Sommige scholen zullen het niet voor mekaar krijgen, als er nu geen hulp of aanpassingen komen’, zegt de Gentse onderwijsschepen Elke Decruynaere (Groen).
‘We zullen andere oplossingen moeten zoeken en ook naar de bedrijven moeten kijken’
LIEVEN BOEVE Directeurgeneraal Katholiek Onderwijs Vlaanderen
‘Veel directeurs staan op springen’, zegt de Gentse onderwijsschepen Elke Decruynaere (Groen). Scholen ontvangen vanaf 15 mei niet alleen leerlingen uit het eerste, tweede en zesde leerjaar, ze moeten ook voorzien in noodopvang. ‘De verwachtingen zijn zeer hoog. Sommige scholen zullen het niet voor mekaar krijgen als er geen hulp of aanpassingen komen.’
Decruynaere is verantwoordelijk voor 56 scholen van het Stedelijk Onderwijs en staat via de lokale netverantwoordelijken in nauw contact met 86 secundaire scholen en 120 basisscholen. ‘Elke ouder gaat ervan uit dat zijn of haar kind opgevangen kan worden. Dat is vandaag niet haalbaar als alles het zelfde blijft. Ik vrees veel onbegrip.’
Niet iedereen zal op school terecht kunnen?
‘We hebben van veel scholen een noodkreet gekregen. Ze zitten met de handen in het haar. Vandaag is het zo dat bepaalde scholen niet of heel beperkt zullen heropenen op 15 mei. Ze hebben niet de ruimte, de middelen of het personeel.’
‘In de praktijk betekent dat vooral dat er grote verschillen zullen zijn tussen scholen. Dat is heel moeilijk om te communiceren naar de ouders: waarom is een kind op de ene school niet welkom en op de andere wel?’
We verwachten te veel?
‘Elke ouder met kinderen uit het eerste, tweede of zesde leerjaar verwacht dat zijn of haar kind naar school kan. Ouders die op 11 of 18 mei opnieuw aan het werk gaan, verwachten dat hun kind op gevangen wordt. Bij de kinderopvang is dat zo. Maar voor scholen is het geen evidentie. Er zullen ou ders teleurgesteld worden. Ook ouders met kleuters hebben nog geen perspectief.’
Is er te voorbarig gecommuniceerd?
‘Ik heb begrepen dat minister van Onderwijs Ben Weyts (NVA) onder druk kwam door een lek in de Franstalige pers. Ik heb alle begrip voor de situatie, maar als je wat toen naar voren geschoven werd cumuleert met de beslissingen van de Veiligheidsraad, dan is het als school zeer moeilijk om dat in de praktijk te vertalen.’
‘De zogenaamd moedige beslissingen lijken in de praktijk iets te makkelijk genomen. De hete aardappel wordt doorgeschoven. Er blijft ook veel onduidelijkheid. Scholen weten nu nog niet met welke ploeg en met welke middelen ze naar de strijd moeten. Het is de week van de waarheid. Dit kan niet langer wachten.’
‘Het zijn niet de mensen in de tvstudio’s die kritiek zullen krijgen. Het zijn de leerkrachten en directies – die al wekenlang keihard werken – die de wind zullen vangen. Zij staan in de vuurlinie.’
Ondernemen jullie daarom zelf actie?
‘We steken als stad zelf onze nek uit. We roepen cultuur, sport en buurtcentra op om hun locaties open te stellen voor noodopvang – daar is de grootste nood. We trekken daarvoor 250.000 euro uit, want er komen heel wat extra kosten bij kijken. Niet alleen water en elektriciteit, maar ook het ontsmetten van de gebouwen. We willen ook extra uren beschikbaar maken, hetzij van leerkrachten, hetzij van vrijwilligers.
Dit is vooral een oproep tot actie?
Er zal zeker meer nodig zijn, want we gaan dat geld ook gebruiken om extra begeleiding te voorzien voor kwetsbare leerlingen. De Vlaamse overheid zal nog met extra middelen of hulp over de brug moeten komen om te maken dat de scholen niet verdrinken en gecreëerde verwachtingen ingelost worden.’
‘Het zijn niet de mensen in de tvstudio’s die kritiek zullen krijgen. Het zijn de leerkrachten en directies – die al wekenlang keihard werken – die de wind zullen vangen’