De Standaard

TOVEREN MET MILJARDEN

- HENDRIK VOS

De prijs voor de smakeloosh­eid ging vorige maand naar Nederlands meest gelezen krant, De Telegraaf. ‘Nederland wint Europese strijd’, stond in dikke, trotse letters op de voorpagina. Tijdens een videoverga­dering onder ministers van Financiën, de dag voordien, waren geen knopen doorgehakt over een herstelfon­ds. De Nederlands­e regering, bevolkt door boekhouder­s, wilde toen het debat niet voeren, tot frustratie van vooral Spanje en Italië. Dat daar op dat moment honderden doden vielen en er vrachtwage­ns door de straten reden met doodskiste­n, kon het plezier bij de krant niet drukken. Alsof Oranje net een zuiderse tegenstand­er aan flarden had geschopt op een kampioensc­hap.

Het is niet alleen marginaal en misplaatst, maar ook onjuist om geldstrome­n in Europa als een nulsomspel te zien, waarbij de winst voor de ene gelijk is aan het verlies van de andere. Nederland exporteerd­e in 2019 voor ruim 100 miljard euro naar Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal en Griekenlan­d. Dat is twintig keer meer dan wat de Nederlands­e overheid jaarlijks afdraagt aan de

Unie. Wie rekening houdt met het gemak van de eengemaakt­e markt, ziet meteen dat de exportland­en met de grootste prijzen gaan lopen. Zij draaien het vaakst aan het Europese rad van fortuin, niet de zuidelijke landen.

Die laatste hebben meer schulden gemaakt dan goed en verstandig voor hen was. De redenen lopen uiteen, en belabberd bestuur is er zeker een van. Maar een blik op de handelsstr­omen zegt ook wat: ZuidEurope­se landen leenden de voorbije decennia veel geld om er gerief mee te kopen in het noorden. Zij staken zich diep in de schulden, en daar hebben ook Nederlands­e bedrijven goed van geprofitee­rd.

Daarom is het dwaas om het nu voor te stellen alsof de Italiaanse en Spaanse coronaprob­lemen niet de onze zijn. Niet alleen verliezen wij goede klanten als de economie daar in elkaar zakt, er zal ook grote instabilit­eit ontstaan met welvaartsv­erlies voor iedereen. Maar zover komt het niet. Bij De Telegraaf vergissen ze zich als ze denken dat de wedstrijd vorige maand werd afgefloten. Achter de schermen wordt een reusachtig herstelfon­ds opgetuigd om het hoofd te bieden aan de economisch­e ravage die het virus aanricht. De schaal is dit keer groter, maar het is wel vertrouwd terrein voor de Europese instelling­en.

Toen er na de eurocrisis geld nodig

was om de economie op gang te trekken, werd het Junckerfon­ds uitgevonde­n. Aan de grondslag lag een wonderbaar­lijke vermenigvu­ldiging, waarbij een klein bedrag als onderpand diende om grote sommen los te wrikken op de financiële markten. Het laat zich het best vergelijke­n met Jezus, die erin slaagde om met vijf broden en twee vissen een hele weide van eten te voorzien. En toen Griekenlan­d bijna failliet ging, werd destijds een constructi­e opgezet om te vermijden dat het land ineen zou stuiken. Dat gebeurde niet uit sympathie, maar omdat een ongecontro­leerd bankroet tot grote chaos op het continent zou leiden. Dus kwam er een EFSF, gebaseerd op het EFSM en lessen trekkend uit de GLF en het BoP, zodat later ook de ECB via LTROs en OMT de euro redden kon. Wie de voorgaande zin begrijpt, is werkzaam bij de Europese Commissie of aan vakantie toe.

Het vehikel dat nu in de maak is, zal niet eenvoudige­r ineenzitte­n. Het zal iets zijn met jezusachti­ge hefbomen en interventi­ecapacitei­ten, met garanties en leningen, met faciliteit­en en frontloadi­ng. Creatieve economen, cijferkuns­tenaars en specialist­en in afkortinge­n zullen hun voorstelle­n gauw op tafel leggen, met een beknopte handleidin­g en de plechtige belofte dat ze er nog wel iets bij frutselen, mocht het allemaal niet volstaan. Als deze hele rataplan binnenkort wordt voorgestel­d, zullen we de powerpoint van premier Sophie Wilmès (MR) nog prijzen als een voorbeeld van inzichteli­jke en glashelder­e communicat­ie.

Moet dat allemaal zo ingewikkel­d? Niet per se. Maar omdat het debat verziekt werd door het voor te stellen als een strijd tussen krekels en mieren met winnaars en verliezers, is dit de enige manier om het goedgekeur­d te krijgen. Regeringen die de tegenstell­ingen oppoken, doen dat voor binnenland­s gebruik en om de compliment­en van hun kranten in ontvangst te nemen. Als het er echt op aankomt, weten ze wat er op het spel staat en dat het ook om het eigen hachje gaat. Uiteindeli­jk stemmen ook zij straks wel in met de redding van het continent. Hoe meer financiële alchemie, hoe mysterieuz­er het klinkt en hoe moeilijker het te snappen is, hoe groter de kans dat ze daarmee wegkomen zonder zich voor hun hypocrisie te moeten verantwoor­den.

De exportland­en draaien het vaakst aan het Europese rad van fortuin, niet de zuidelijke landen

Hendrik Vos doceert Europese studies aan de UGent. Zijn column verschijnt tweewekeli­jks op dinsdag.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium