Mei plasticvrij?
Nu even niet, zegt de consument
De actie Mei Plasticvrij is aan haar derde editie toe, net nu plastic wereldwijd aan een heuse heropleving bezig is. Door de coronacrisis en de verscherpte hygiëne is de vraag naar plastic flink toegenomen (DS 18 april). In de supermarkten uit zich dat in een grotere vraag naar verpakte producten.
‘Door de sluiting van de horeca en het vele thuiswerken zien wij al onze verkoop toenemen, maar verpakt fruit en verpakte groenten nog flink meer dan het aanbod in bulk’, zegt Roel Dekelver, de woordvoerder van Delhaize. ‘Het is vooral te merken bij meteen eetbare producten als appelen en kerstomaatjes. Bij fruit dat je moet schillen, zoals sinaasappelen of bananen, speelt het veel minder.’
De reden voor de hang naar verpakking is de angst voor besmetting. ‘Ik heb in mijn vriendenkring mensen die hun boodschappen bij thuiskomst eerst met bleekwater afwassen’, vertelt Frank Devlieghere, microbioloog gespecialiseerd in levensmiddelen aan de UGent. Hij vindt die reactie overdreven. ‘Voedsel en verpakking worden niet beschouwd als een belangrijke drager van dit soort virussen. Ze verspreiden zich vooral via druppeltjes die mensen uitademen.’
Alleen aanraken wat je koopt
Die druppeltjes kunnen wel op de producten belanden, of op je handen waarmee je producten vastneemt. Maar het Federaal Voedselagentschap (FAVV) acht het risico op een besmetting met het virus door contact met producten of verpakkingen klein. ‘Hoe dan ook, bij het boodschappen doen is het belangrijk dat je alleen aanraakt wat je echt koopt’,
zegt FAVVwoordvoerster Hélène Bonte. ‘Daarom hebben wij de handel gevraagd de klanten daarover te sensibiliseren.’
Dat is geen vrijblijvende kwestie: aangeraakte, onverpakte levensmiddelen mogen gewoonweg niet meer verkocht worden aan andere consumenten.
‘De gemiddelde consument zal een verpakt product minder snel vastnemen om eraan te voelen of te ruiken, wat je met een losse avocado of meloen wel doet’, zegt Frank Devlieghere. ‘Maar om daaruit te concluderen dat we alles weer moeten verpakken, dat gaat toch te ver. Om milieuredenen is dat niet aangewezen. Maar momenteel lijken milieu en gezondheid op gespannen voet te leven.’
Tegenstanders van plastic, zoals de initiatiefnemers van Mei Plasticvrij, halen de wetenschappelijke studie aan die vaststelde dat het virus op plastic tot 72 uur blijft leven, tegen 24 uur op karton. Dezelfde onderzoekers relativeerden dat door te stellen dat na zovele uren het aantal viruscellen zodanig gedecimeerd is dat er nog weinig besmettingsgevaar van uitgaat. Karton scoort in het algemeen qua besmettingsrisico beter, omdat het veel deeltjes opslorpt en er bijgevolg minder weer vrijgeeft. ‘Welke verpakking consumenten momenteel ook verkiezen, als de hygiënemaatregelen correct worden toegepast, kan een besmetting van het coronavirus worden vermeden’, zegt Hélène Bonte.
Maar lang niet iedereen is in de greep van de coronaangst. Een klein maar overtuigd deel van de consumenten laat zich niet van de wijs brengen. In de Antwerpse verpakkingsvrije zaak Robuust merken ze weinig van veranderend gedrag. ‘Wij krijgen de jongste weken niet minder klanten over de vloer’, zegt Sofie Mara. ‘De mensen komen misschien wat minder vaak maar kopen dan wel meer.’
Wegwerp is weer oké
En het gaat niet alleen om de verpakkingen. Ook de herbruikbare winkeltassen staan, zeker in de VS, ter discussie. Ze worden als een potentiële bron van ziektekiemen uit de winkels geweerd. Wegwerpzakjes in plastic zijn er weer helemaal oké. ‘Theoretisch bestaat er een kans dat ziektekiemen via herbruikbare tassen gaan circuleren, zeker als er contact is met het kassapersoneel bijvoorbeeld’, meent Devlieghere. ‘Maar ik heb nog geen fatsoenlijke studie gezien die dat hardmaakt.’
Voor het FAVV mogen eigen meegebrachte zakjes nog gebruikt worden, als ze proper zijn. Andere verpakkingen zoals potjes en schaaltjes voor gebruik in bijvoorbeeld de slagerijafdeling, worden afgeraden.
We moeten ons niet blindstaren op verpakkingen of zakjes, geeft Devlieghere mee. ‘Gebruik gewoon je gezond verstand. De andere adviezen zijn een stuk belangrijker. Was je handen met zeep na het winkelen, hou afstand, draag een mondmasker.’
Hergebruik op waakvlam, wegwerp weer oké: het mag duidelijk zijn dat duurzaam gedrag even in de verdrukking is. ‘Wat deze crisis ons leert, is dat we in de discussie over plastic en hergebruik het aspect gezondheid wat uit het oog verloren zijn’, zegt Karl Vrancken, onderzoeksleider duurzame materialen van Vito en professor aan de UAntwerpen.
‘Veel van de gezondheidsbarrières kunnen we eenvoudig oplossen. Gebruik bijvoorbeeld geen wegwerphandschoenen als je winkelt, maar was je handen geregeld. En als je ze toch gebruikt, gooi ze dan achteraf bij het restafval, niet buiten aan de supermarkt in de goot of de berm.’
Ook de deeleconomie kampt met een weerbots. Vrancken: ‘Mensen zijn niet meer geneigd om spullen met elkaar te delen, dat leek tot voor kort geen probleem. Je merkt een terughoudendheid om nog in een deelauto te stappen. Terwijl dat probleemloos kan als je het stuur schoonmaakt. Voor winkelkarretjes lukt dat toch ook? Een flesje ontsmettende gel in de wagen doet wonderen. Het komt er nu op aan het vertrouwen van de consument terug te winnen en de mensen terug in de gedeelde auto en op de gedeelde fiets te krijgen.’
Bio boert goed
Toch ziet de onderzoeker ook opportuniteiten voor een meer duurzame economie. ‘Lokale plukboerderijen en bioboeren verwelkomen meer klanten. De vertraging van het levensritme en de noodzaak om in de buurt te blijven, brengen de mensen terug naar hun plaatselijke leverancier. Ze zien er de voordelen van in, voor de gezondheid én het milieu.’
In de supermarkt scoort bio uitstekend. ‘Groeit met een vijfde’, zegt Roel Dekelver van Delhaize. ‘Het label biedt de mensen kennelijk een bepaalde zekerheid: het is lokaal, onbespoten en, jawel, ook verpakt.’
De grotere vraag naar verpakte producten betekent tot nader order niet dat er weer een grote ommezwaai richting plastic in de supermarkten staat aan te komen. ‘Bij ons alvast niet’, beklemtoont Dekelver. ‘We waren de weg ingeslagen van meer bulk en meer verpakkingen in papier of karton, en als het toch in plastic moet, dan afbreekbare. Op die keuze komen we niet terug.’
Er worden volgens Karl Vrancken in heel de plasticdiscussie nogal wat zaken verkeerd voorgesteld. ‘Je hoort zeggen dat “stop plastic” een verkeerde boodschap was. Maar de wetgeving op plastics voor eenmalig gebruik sloeg niet op alle plastics. Het ging om hardnekkig zwerfvuil en om de spullen die terechtkomen in de oceanen. Het Europese verbod op sommige wegwerpproducten – zoals wattenstaafjes – was een antwoord op die problemen. Vanuit die optiek was het wel degelijk verstandig om minder plastic op de markt te brengen of meer te gaan hergebruiken. Dat is iets anders dan roepen dat alle plastics eruit moeten, want dan gooi je ook alle voordelen ervan overboord.’
‘In mijn vriendenkring zijn er mensen die hun boodschappen bij thuiskomst eerst met bleekwater afwassen’
FRANK DEVLIEGHERE
Microbioloog, gespecialiseerd in levensmiddelen (UGent)
‘Je merkt een terughoudendheid om nog in een deelauto te stappen. Terwijl dat probleemloos kan als je het stuur schoonmaakt. Voor winkelkarretjes lukt dat toch ook?’
KARL VRANCKEN
Professor UAntwerpen