‘Spijtig, maar nu moet ik harde beslissingen nemen’
Leven en werk van gewone mensen in ongewone tijden Bernard Walravens (52) uit Brussel leidt een familiebedrijf in geportioneerd vlees. Fatemeh Beheshtian (43) uit Roeselare werkt als psychologe met vluchtelingen bij de vzw Solentra. Dieter Van Den Broeck
‘Het is onvermijdelijk dat er de komende maanden ontslagen vallen. Ik leid een familiebedrijf, en daar is zoiets ongewoon. Ik vind dat spijtig, maar ik moet mijn verantwoordelijkheid nemen. We werken goed, maar de economische realiteit verandert en het valt niet te voorspellen hoe de markt er zal uitzien. Als veel meer mensen thuiswerken, wie eet dan nog in een bedrijfsrestaurant? Hoeveel mensen zullen nog een huwelijksfeest geven? Wanneer gaan de hotels open? Wanneer kunnen we weer naar een voetbalmatch gaan kijken?’
‘We zullen klanten verliezen en dus zal er minder personeel nodig zijn. Ik voel daar een soort wroeging over, ook al draag ik de schuld niet voor deze crisis. Als bedrijfsleider probeer je de weg te tonen en vertrouwen te geven, en nu moet ik harde beslissingen nemen. Ik hoop dat de communicatie correct zal zijn, want het is snel gezegd dat we alleen aan onszelf denken. We proberen nu vooral goed te werken in een hoogst onduidelijke omgeving.’
‘Ik ben twee jaar geleden vanuit Iran naar België gekomen, omdat ik daar een gebrek aan vrijheid ervoer. Ik woonde op het eiland Kish. Hier woon ik in Roeselare. Om de andere dag bel ik mijn familie in Iran. De coronacrisis sloeg er hard toe, maar is gelukkig onder controle: de winkels zijn intussen weer open. Het is fijn dat we de regels hier ook wat versoepelen. Vanuit Iran weet ik dat het best zachtjes gebeurt, en met veel goede uitleg.’
‘Het doet me wel pijn dat mijn ouders al twee maanden geen bezoek hebben. Zo verhevigt die crisis ook vanop afstand mijn onrust. Ik ben ook ongerust omdat mijn zoon van vijftien al weken thuiszit. Hij speelt gitaar, kijkt films, doet schoolwerk, maar mist sociaal contact. En ikzelf werk meer dan vroeger, want de verplaatsingen naar Brussel betekenden een rustpauze, die nu weggevallen is. Nu werk ik elke dag tot 20 uur.’
‘Er is geen tijd om gestresseerd te zijn. Ik mis mijn familie, en zoek steun in God. Ik ben christen. Dat er iemand is die ons graag ziet, geeft me morele steun en vertrouwen.’
is straathoekwerker bij de Brusselse dienst Diogenes.
‘We hebben in deze moeilijke periode toch achttien thuisloze mensen aan een woning kunnen helpen. Dat lijkt natuurlijk business as usual bij ons programma Station Logement, maar het is niet vanzelfsprekend. Wij begeleiden mensen met problemen van fysieke en mentale aard, die lange tijd op straat leefden.’
Het opvallende is dat we, ondanks de crisis, op sommige vlakken beter werk kunnen leveren. De sociale appartementen geven we nu gemeubeld af. Het meubileren regelen we anders samen, maar aangezien veel zaken gesloten zijn, lukt dat niet. Binnenkomen in een kantenklare woonst is een grote emotionele steun, die mensen aanmoedigt om andere problemen aan te pakken. De dossiers gaan ook sneller vooruit, omdat meerdere sociale verhuurkantoren iets willen doen voor de schrijnende situatie waarin daklozen verkeren en de precaire contracten voorrang geven. Dat doet ons deugd, want je ziet dat mensen die weer normaal kunnen slapen en beter eten, na een paar maanden een nieuw evenwicht vinden.’ www.standaard.be/coronakronieken