Duurdere voeding, hogere schulden en meer eenzaamheid
Tijdens de quarantaineperiode is het aantal mensen in en op de rand van armoede toegenomen. OCMW’s zien veel nieuwe cliënten.
BRUSSEL I De druppel. Uit drie grootschalige bevragingen door de Universiteit Antwerpen, de KU Leuven en de Universiteit Gent blijkt dat organisaties zoals OCMW’s en lokale voedselbanken veel nieuwe mensen zien: groepen voor wie de coronamaatregelen de druppel zijn die maakt dat ze niet meer zonder hulp voortkunnen. ‘Mensen die met een beperkt budget moeten rondkomen en geen spaargeld hebben, mensen in precaire arbeidssystemen, mensen die slecht of klein gehuisvest zijn of mensen in onstabiele gezinssituaties’, zegt onderzoekster Karen Hermans (UAntwerpen).
Een bijkomend probleem is dat hulporganisaties tegelijk in hun werking worden getroffen: een vijfde van de voedselverdeelpunten moest de deuren sluiten, voornamelijk wegens uitval van oudere vrijwilligers. OCMW’s kunnen op hun beurt niet meer op huisbezoek en zijn aangewezen op telefonisch contact of mailverkeer.
Vooral de vraag naar voedselhulp stijgt, net als vragen rond schulden en naar voorschotten op andere uitkeringen – denk aan de tijdelijke werkloosheidsuitkering. Daar zien de OCMW’s vooral meer alleenstaanden en personen met gezinslast. De vraag naar een leefloon is slechts beperkt toegenomen: de hulpvraag komt op dat vlak vooral van alleenstaande ouders en studenten.
Psychische problemen
Toch houden OCMW’s hun hart vast. ‘Ook bij eerdere crisissen, bijvoorbeeld in 2008, volgde de toename pas in latere periodes’, zegt Marjolijn De Wilde (UAntwerpen). ‘We kunnen de stijging dus nog verwachten en ons maar beter goed voorbereiden.’ Een aandachtspunt is daarbij de stijging van de voedselprijzen: het recht op voeding moet gewaarborgd blijven.
De vragen bij de gekende cliënten van de OCMW’s nemen niet opmerkelijk toe. Bij de nieuwe clienten valt op dat er meer ondersteuning wordt gevraagd voor eenzaamheid en voor psychische of psychiatrische problemen. ‘Mensen komen veelal niet expliciet met zo’n kwetsbare vraag naar hun OCMW’, zegt De Wilde. ‘Maar medewerkers merken het in gesprekken op. Dat geldt ook voor bestaande cliënten: zij beseffen nu meer dan ooit dat hun netwerk voor een groot deel uit professionals bestaat, die nu niet meer fysiek bereikbaar zijn.’
OCMW’s zijn deels vrij om te kiezen aan wie ze extra steun toekennen, boven op het leefloon of andere uitkeringen. Een aantal OCMW’s voorziet tijdens de coronacrisis in eenmalige, extra financiële steun voor bekende of nieuwe cliënten. Andere OCMW’s breiden de groep mensen uit die in aanmerking komen voor steun. ‘We verwachten dat veel OCMW’s met een grote personeelskrapte zullen kampen om de extra vragen op te vangen. We pleiten dan ook voor extra ondersteuning op dat vlak’, zegt De Wilde. (vsa) van de voedselverdeelpunten zag een deel van zijn (vaak oudere) vrijwilligers afhaken. Een derde slaagt erin een beroep te doen op nieuwe vrijwilligers, veelal na een oproep. van de OCMW’s doet nog huisbezoeken, maar alleen in geval van nood. Het huisbezoek, nochtans verplicht bij een leefloonaanvraag, wordt nu vervangen door een mail of telefoongesprek. in Niel.
‘We verwachten nog een stijging in de hulpvraag. Ook bij eerdere crisissen zoals die van 2008 volgde de toename pas in latere periodes’ MARJOLIJN DE WILDE Onderzoekster UAntwerpen