Wat wist oppositie over mislukte inval?
Veiligheidstroepen van het Venezolaanse regime hebben vorige week een militaire invasie verhinderd waarbij huurlingen uit de VS betrokken waren. Het plot brengt oppositieleider Guaidó in een lastig parket.
Er hangt een waas van mysterie rond operatieGedeón, de poging van een zestigtal dissidente Venezolaanse militairen en enkele voormalige Special Forces uit de VS, vorige week, om Venezuela binnen te vallen en president Nicolás Maduro te kidnappen.
De feiten dateren al van vorige zondag, maar Maduro maakte ze woensdag pas bekend. Sindsdien richt de autoritaire president zijn pijlen meer dan ooit op oppositieleider Juan Guaidó, Amerikaans president Donald Trump en diens Colombiaanse ambtgenoot Iván Duque. Die willen Maduro een voor een de laan uit, maar ontkennen ook maar iets met de zaak te maken te hebben.
De bekentenis van de Amerikaan Luke Denman (34), een van de gearresteerde Special Forces, roept nochtans de nodige vragen op. Aan de Boliviaanse inlichtingendiensten vertelde Denman dat zijn detachement belast was met het overnemen van de controletoren op de internationale luchthaven van Caracas. De overname had tot doel Maduro heimelijk per vliegtuig naar de VS te verplaatsen eenmaal hij was opgepakt.
Denman en zijn kompaan Airan Berry (41) waren ingehuurd door het in Florida gevestigde veiligheidsbedrijf Silvercorp USA. Dat wordt geleid door de vroegere groene baret Jordan Goudreau, die inmiddels al openlijk toegaf dat hij achter Gedeón zit.
Geen groen licht
Denman en Berry opereerden vanuit Colombia, waar de voorbije jaren niet alleen 1,8 miljoen haveloze Venezolaanse burgers heen vluchtten, maar ook heel wat gedeserteerde soldaten. In de afgelegen Colombiaanse grensregio La Guajira zouden Denman en Berry de manschappen getraind hebben die vorige week bij Gedeón betrokken waren.
‘Ik zou zo’n klein groepje niet sturen, no, no no!’, weerlegde Trump Maduro’s aantijgingen. ‘Ik steun geen geheime invasies, ik ben een democraat’, reageerde op zijn beurt de Colombiaan Duque. Ook de Venezolaanse oppositieleider Guaidó, door Washington erkend als overgangspresident, ontkent elke betrokkenheid bij de gefnuikte inval.
Toch valt dat laatste nog te bezien. Een contract waar The Washington Post de hand op kon leggen, en dat ondertekend werd door Guaidó, de Venezolaanse oppositiestrateeg Juan José Rendón en
Silvercorpceo Gourdeau, maakt gewag van een som van 212,9 miljoen dollar, ‘verzekerd door Venezolaanse olievaten’, om een regimewissel tot stand te brengen.
In een interview met de Spaanstalige afdeling van CNN zei Rendón dat het plan ‘op zeker moment’ deel uitmaakte van een denkpiste, maar ‘nooit groen licht kreeg’. ‘Ik houd me aan de grondwet’, beklemtoonde Guaidó zelf.
Wat is er dan wél gebeurd? Insiders denken dat bij de afvallige Venezolaanse militairen in Colombia het geduld op was en dat, bij gebrek aan dekking door de democratische oppositie, ze op eigen houtje zijn gaan handelen.
‘Het ziet ernaar uit dat Guaidó de touwtjes niet langer in handen heeft’, zegt Ronal Rodríguez, professor internationale betrekkingen aan de Universidad del Rosario in Bogotá. ‘Hij is het die de soldaten vorig jaar opgeroepen heeft te deserteren en naar Colombia te komen. Hij is het die hen daarna niet georganiseerd kreeg.’
Volgens Rodríguez is de trigger voor de actie van vorige zondag overigens covid19. ‘In Colombia zijn talloze Venezolanen hun baan kwijt, in Venezuela heeft Maduro, wat hij zelf ook beweert, de crisis niet onder controle. Dus vonden de soldaten de tijd rijp voor actie. Een foute gok: het regime kan de humanitaire situatie niet aan, maar de oppositie evenmin. Dit is het slechtst mogelijke moment voor een regimewissel.’
Intussen ontkent het State Department in Washington elke ‘rechtstreekse’ betrokkenheid. Er is ook een onderzoek ingesteld naar Silvercorp.
Een contract, ondertekend door Guaidó, maakt gewag van een som van 212,9 miljoen dollar om een regimewissel tot stand te brengen