Herhalen helpt
We kunnen niet vaak genoeg zeggen dat haat, onverdraagzaamheid en racisme een kanker voor en in de samenleving zijn, schrijft JOS GEYSELS.
‘Lang vond ik dat er wel genoeg over gezegd was’, schrijft Tom Naegels (DS 9 mei), verwijzend naar de herdenkingen van het einde van de Tweede Wereldoorlog op 8 mei 1945.
Herhalen en herhalingen. Ze lijken in te gaan tegen de tijdgeest van de permanente vernieuwing. Wie iets herhaalt, is een zeur en ‘maakt geen nieuws’. Maar herhalingen werken. De herhalingsoefeningen in het onderwijs, de Lottospotjes op tv, de terugkerende rituelen in ons dagelijks leven, de blijvende waarschuwingen van VRT en VTM om in coronatijden afstand te houden … Al die herhalingen geven een patroon van betekenissen aan ons gedrag en opvattingen. Als mensen elke dag horen dat er een vluchtelingen‘tsunami’ op ons afkomt, en als sommige politici vluchtelingen omschrijven als ‘gelukzoekers’, dan heeft dat maatschappelijke invloed. Dan worden die woorden, zeker als ze voortdurend herhaald worden, gemeengoed.
Theatraal en apocalyptisch
Iemand die de macht van de taal aan de lijve ondervond, was de Duitse taalkundige Victor Klemperer (18811960). Deze filoloog van joodse afkomst overleefde de naziterreur omdat hij ‘bevoorrecht’ was. Hij was namelijk gehuwd met een ‘zuiver Arische’ en kon zo ontsnappen aan de concentratiekampen. In Het bittere einde, een dagboek dat hij bijhield tussen 1933 en 1945, beschrijft hij angstwekkend nauwkeurig hoe de nazi’s op systematische wijze zijn werk, huis, eer, familie en vrienden afnamen en hem in een permanente lockdown plaatsten. Veel van zijn dagboeknotities eindigden met een kattebelletje waarin hij opmerkingen formuleerde over de dominante taal in Duitsland. Na de oorlog gebruikte hij die aantekeningen als materiaal voor zijn boek LTI (Lingua Tertii Imperii) waarin hij de taal van het Derde Rijk analyseerde.
Taal is immers niet alleen een communicatiemiddel. ‘Ze dicht mij, stuurt ook mijn gevoel en mijn psychische wezen, naarmate ik me vanzelfsprekender en onbewuster aan haar overgeef’, schreef Klemperer. En die overgave kwam er in Duitsland, de taal van de nazi’s werd de taal van veel mensen. In die taal toonde zich de meester, de Führer.
Het was ‘de taal van de bezwering, de taal van het massafanatisme’. Met veel superlatieven (bijna alles was ‘historisch’) en eufemismen (‘Endlösung’ of ‘definitieve oplossing’ voor massamoord), met veel biologische scheldwoorden ( joden als ratten) en weinig nuances, schreeuwerig, bedrieglijk volks, theatraal en apocalyptisch.
Voor Klemperer was het belangrijk te beseffen dat ‘de grootste invloed niet uitging van toespraken, aanplakbiljetten of vlaggen, van niets dat men met bewust denken of bewust voelen in zich moest nemen. Het nazisme stroomde in het vlees en het bloed van de massa via de afzonderlijke woorden, de zinswendingen, de zinsvormen; het drong zich op door miljoenen herhalingen, die automatisch, onbewust werden overgenomen’. Via de taal en de techniek van de permanente herhaling werden mensen eerst gecategoriseerd als louter een deel van een ‘problematische soort’ en vervolgens gedegradeerd tot een ding dat als onkruid vernietigd kan worden.
We leven niet in nazistische tijden, maar de actualiteitswaarde van Klemperers opmerkingen blijft ongemeen hoog. We kunnen maar beter waakzaam blijven, zonder al die woorden, begrippen, metaforen en frames die we dagelijks over ons heen krijgen, zomaar te aanvaarden, laat staan ze te herhalen.
Blijven omploegen
Kortom, we moeten op onze woorden letten om onze democratische waarden te behouden en die wel te blijven herhalen. Herhalen dat haat, onverdraagzaamheid en racisme de gezondheid schaden en een kanker voor en in de samenleving zijn. Racisme is van alle tijden en alle dagen. Maar het kan niet als ‘alledaags’ of als ‘relatief’ beschouwd worden. Het abnormale normaliseren, is het banaliseren. Niet vergeten, maar herhalen. De geschiedenis blijven omploegen om in het heden de juiste voren te trekken, om te vermijden dat de toegevoegde waarde van democratische grondbeginselen op de helling komt te staan.
Daarom verdient de vraag van historici als Herman Van Goethem, Bruno De Wever en Koen Aerts om van 8 mei opnieuw een officiële herdenkingsdag te maken (afgeschaft in 1974 !), zeker in deze tijden, brede steun. Hopelijk komt die oproep ook op de agenda bij de regeringsonderhandelingen tijdens de volgende coalitiebesprekingen. Want de Tweede Wereldoorlog was, zoals Herman Goethem zei, ‘ook een conflict om de waarden waarvoor onze samenlevingen staan, en die we veel sterker moeten uitbouwen’.
Herhalen helpt.
Herhalen om een (andere) herhaling te vermijden.
De vraag van historici als Herman Van Goethem, Bruno De Wever en Koen Aerts om van 8 mei opnieuw een officiële herdenkingsdag te maken, verdient zeker in deze tijden brede steun