Jong, kwetsbaar en afwezig
Nu scholen deels heropstarten, wordt duidelijk dat een aantal banken leeg zal blijven: sommige kwetsbare jongeren komen niet boven water.
BRUSSEL I ‘Ze zijn thuis, maar er wordt niet opengedaan omdat het gezin bang is voor het virus.’ Elke Decruynaere (Groen), schepen van Onderwijs in Gent, hoort van schooldirecties en brugfiguren hoe moeilijk die het hebben om kwetsbare leerlingen te bereiken. ‘De jongeren dreigen dubbel slachtoffer te worden van deze crisis. Ze waren al moeilijker te bereiken tijdens het afstandsleren en we vrezen dat ze veelal afwezig zullen blijven nu de scholen heropstarten. Ik zie scholen nochtans veel inspanningen doen, maar vrees voor het effect op de gelijke onderwijskansen.’
Decruynaere staat niet alleen met die bezorgdheid. Zowel het kabinet van minister van Onderwijs Ben Weyts (NVA) als de onderwijskoepels ontvangen gelijkaardige signalen. ‘Onze scholen merken dat ze bij ouders van kwetsbare jongeren extra moeite moeten doen om hen ervan te overtuigen dat alle maatregelen genomen zijn’, zegt Raymonda Verdyck van het GO!onderwijs. En, voegt directeurgeneraal Katholiek Onderwijs Vlaanderen Lieven Boeve daar aan toe, ‘vertrouwen vraagt een persoonlijke aanpak en dus tijd’.
Uit recente belrondes door de Onderwijsinspectie blijkt dat het vooral gaat om kinderen uit kansarme gezinnen en uit gezinnen die niet het Nederlands als thuistaal hebben.
‘Hier komen verschillende fenomenen samen’, zegt Stefan Grielens, algemeen directeur van het Vrij CLB. ‘Kwetsbare gezinnen hebben een minder uitgebreid sociaal netwerk en zijn communicatief minder sterk. Ze missen ook een basisvertrouwen dat veel andere mensen wel hebben, bijvoorbeeld in het feit dat de scholen het goed zullen aanpakken. Daardoor zijn ze vaak ongeruster. We moeten deze leerlingen naar school proberen te krijgen, zodat ze niet van de radar verdwijnen.’
Verstoppen
Veel scholen zetten alle zeilen bij door leerlingen op te bellen, thuis op te zoeken, van een gratis laptop en internet te voorzien, door het CLB en zelfs familie, vrienden en het netwerk van de leerling in te schakelen.
‘We hebben een leerlingenbegeleider die nu meer dan fulltime werkt om deze leerlingen en hun ouders te bereiken’, zegt Kris Bauwens, directeur van SintLukas Kunsthumaniora Brussel. ‘Maak ik me zorgen? Ja. Maar maak ik me sterk dat we ze hier zullen krijgen? Ook ja.’
Chris Pijpen, directeur van Technisch Atheneum Jette, deelde inmiddels al veertig laptops uit. ‘We hebben in totaal 600 leerlingen en met zeven hebben we helemaal geen contact meer. Zij zijn uit de boot gevallen. Veertig dienden sporadisch een taak in en met hen willen we één op één gesprekken organiseren.’
Onderwijsspecialist Ides Nicaise (KU Leuven) vindt het vooral verontrustend dat de ‘klassieke schoolverlater’, die in het zesde middelbaar schoolmoe is of op een jobaanbieding ingaat en daardoor zonder diploma de school verlaat, nu aangevuld wordt met schoolverlaters uit het basisonderwijs. ‘Jongeren en ouders zijn de pedalen kwijt en durven soms gewoon niet meer te antwoorden op signalen van de school. Ze verstoppen zich.’
Of de quarantainemaatregelen tot meer schoolverlaters zullen leiden, is volgens Nicaise koffiedik kijken. ‘In “goede tijden” worden schoolmoeë jongeren soms van school geplukt door bedrijven. In crisistijd zie je een omgekeerd effect: deze jongeren zijn gemotiveerder om toch nog hun diploma te behalen. Wie in volle crisis wél meer afhaakt, zijn de echt kansarme jongeren, van wie de ouders werkloos geworden zijn en die voor een eigen of gezinsinkomen willen of moeten zorgen.’
Voor Nicaise is het duidelijk: ‘Willen we dit schooljaar nog enigszins redden, dan moeten die jongeren de absolute topprioriteit zijn.’ Ook de zomerscholen die Weyts gisteren aankondigde, dreigen vooral de kinderen uit de middenklasse te bereiken. ‘Hoe schoolser zo’n zomerschool wordt georganiseerd, hoe minder kwetsbare leerlingen je aantrekt’, zegt Nicaise.
‘De klassieke schoolverlater uit het zesde middelbaar wordt nu aangevuld met schoolverlaters uit het basisonderwijs’
IDES NICAISE Onderwijsspecialist KU Leuven
BRUSSEL I ‘Ik zie dat jongeren het moeilijk hebben. Ze worden lethargisch, flemmards, zoals we in Brussel zeggen.’ Flo Mennes is jeugdwerker in Laken bij D’Broej. Dagelijks ziet ze wat de coronamaatregelen met jongeren doen. ‘Hun schoolstructuur valt volledig weg, en veel gezinnen kunnen geen structuur bieden. Veel jongeren komen al weken niet meer buiten. Ze zeggen me dat ze opstaan om vier uur in de namiddag en in de ochtend gaan slapen. De livesessies die scholen nu organiseren, bieden al iets meer structuur, maar niet veel. Hun bioritme is helemaal ontregeld. Het is een soort winterslaap waar ze in zitten.’
Na twee maanden wordt steeds duidelijker wat de sluiting van de scholen betekent voor veel jongeren. Vandaag start een deel van het onderwijs opnieuw op, maar heel wat jongeren zullen dit schooljaar naar alle waarschijnlijkheid niet meer naar school gaan. Enkele scholen lieten al weten dat ouders en leerlingen daar niet meer op moeten rekenen. Wat doet vijf tot zes maanden zonder school met kind en tiener?
Zomereffect
Wie voor de klas staat, weet wat een (lange) zomervakantie kan doen met leerlingen: kennis en vaardigheden raken bedolven onder een stevige laag zomerstof. In het onderwijsonderzoek heet dat summer learning loss. ‘Uit studies blijkt dat leerlingen doorgaans wat kennis kwijtraken tijdens de zomer’, zegt Pieter Verachtert, die als onderwijsonderzoeker (Thomas More en KU Leuven) onderzoek deed naar het zomereffect. ‘De grootte van het effect is zeer afhankelijk van leerling tot leerling. Doorgaans is het verlies voor wiskunde en spelling het sterkst.’
Sommige leerlingen maken tijdens de zomervakantie een terugval op schools vlak. ‘Ik ben zelf nog zorgcoördinator geweest’, zegt Verachtert. ‘Leerlingen die buiten school opgroeiden in een volledig anderstalige omgeving, speelden in de loop van de zomer heel wat taal kwijt die ze hadden opgebouwd tijdens het schooljaar.’ Toch hoeft een periode zonder school niet per se ‘verlies’ te betekenen. ‘De benaming summer learning loss is een beetje verraderlijk’, zegt Verachtert. ‘Kinderen leren voortdurend, ook in de zomervakantie. Op 30 juni stopt normaal het “formele” leren op de schoolbanken, maar het “informele” leren gaat door.’
Dat informele leren gaat bijvoorbeeld over een kind dat ganzenbord speelt en zo spelenderwijs rekent, of een jongere die zijn of haar Frans kan oefenen op vakantie. ‘Een kind leert dus ook tijdens een periode zonder school,’ zegt Verachtert, ‘maar wel minder snel.’ Niet alle kinderen krijgen evenwel evenveel kansen om informeel te leren buiten de school. Vandaar dat kwetsbare kinderen, van wie de ouders geen stimulerende omgeving kunnen voorzien, ook de grootste nadelen ondervinden van een periode zonder school.
De maanden maart, april, mei en juni zijn natuurlijk geen vakantie geweest. Hoe groot de schade voor leerlingen zal zijn, hangt onder meer af van hoe effectief het afstandsonderwijs is. Dat hangt dan weer af van de mate waarin leraren en ouders het leren van kinderen kunnen ondersteunen. Maar hoe groot zal die schade nu zijn? ‘Niemand kan dat voorspellen, want we hebben dit nog nooit meegemaakt’, zegt Verachtert. ‘Er zullen leerlingen zijn waar dat goed zal meevallen, er zullen er zijn met een zeer grote schoolse achterstand.’ Met zomerscholen wil minister van Onderwijs Ben Weyts (NVA) de leerachterstand zo veel mogelijk beperken (zie pagina 7).
Depressieve klachten
Leerachterstand is één ding, specialisten zijn vooral bezorgd over het mentale welzijn van de jongeren. ‘In de hulpverlening maken we ons vooral zorgen over de meest kwetsbare kinderen en jongeren’, zegt kinder en jeugdpsychiater Sofie Crommen, voorzitter van de Vlaamse Vereniging voor Kinder en Jeugdpsychiatrie. ‘Op economisch vlak zie je de gevolgen van deze crisis snel. Het effect van deze crisis op de ontwikkeling van kinderen en jongeren zal pas over langere tijd zichtbaar zijn, op een meer verdoken manier.
‘In de klinische praktijk zien we vandaag een toename van de angst en depressieve klachten bij kinderen en jongeren. Ook bestaande psychische problemen zien we verergeren, bijvoorbeeld psychotische klachten die onder de actuele stress weer opleven. Maar ook de ouderkindinteractie staat in veel gezinnen onder spanning omdat ouders moeten (thuis)werken en dit moeten combineren met de zorg voor kinderen én preteaching. Er staat ook meer financiële druk op gezinnen, zeker gezinnen in armoede.’
Tegelijk wil Crommen de situatie niet dramatiseren. ‘We moeten nog niet panikeren. Kinderen zijn veerkrachtig en heel wat kinderen komen op hun pootjes terecht. Er is zelfs een groep kinderen die het nu heel goed doet. Veel kinderen met autisme ervaren veel minder spanningen nu ze op hun eigen tempo en in alle rust kunnen studeren. Voor hen is dit soms een bevrijding.’
‘Er zullen leerlingen zijn bij wie de schade goed zal meevallen, maar er zullen er ook zijn met een zeer grote schoolse achterstand’
PIETER VERACHTERT Onderwijsonderzoeker
‘We moeten nog niet panikeren. Kinderen zijn veerkrachtig en heel wat kinderen komen op hun pootjes terecht’
SOFIE CROMMEN Kinder en jeugdpsychiater