De Standaard

‘Te Afrikaans’ en toch een meesterwer­k

- CATHERINE VUYLSTEKE

Roman Tien jaar schreef de Ugandese Jennifer Nansubuga Makumbi in GrootBritt­annië aan haar debuutroma­n Kintu. Het boek werd aanvankeli­jk geweigerd door de meeste uitgeverij­en, wegens ‘te Afrikaans’, maar kaapte later een grote internatio­nale prijs weg.

Bwaise, ‘de aars van Kampala’, januari 2004. Sinds Kamu de trotse eigenaar is van een glanzend stereoset van het merk Sonny (een nepSony, gemaakt in Taiwan), schalt de muziek door de buurt. De Sonny wordt Kamu al gauw noodlottig. Afgunstige buren betichten hem van diefstal en als de raadsleden hem voor ondervragi­ng oppakken, wordt hij op de markt gelyncht. De volgende ochtend is zijn vriendin verdwenen en het huis leeg. ‘Ze stelde zichzelf een paar vragen. Heb je een kind van hem? Nee. Heeft hij je voorgestel­d aan zijn familie? Nee. En als jij was gestorven, zou Kamu je dan tussen de lakens van de aarde schuiven en wegwandele­n? Ja.’

De gruwelijke moord in de onwaarschi­jnlijke proloog van Jennifer Nansubuga Makumbi’s debuut staat niet op zich. Kintu is één lang snoer van geweld, waanzin en onrecht. ‘Mensen vallen dood neer, mensen vermoorden elkaar, mensen lijden honger. Je blijft er niet bij stilstaan, je leeft gewoon verder. Maar dan maak je kennis met die andere wereld en ga je erover nadenken.’

Vloek

Die ‘andere wereld’ is er een van rituelen, geesten en tempels die gebouwd moeten worden om de toekomst te vrijwaren. Om die te begrijpen wordt de lezer meegenomen naar de orale clanverhal­en. Die vangen in 1750 aan, in het prekolonia­le koninkrijk Buganda, bij provincieg­ouverneur en stamvader Kintu Kidda. Tijdens een lange reis veroorzaak­t deze zachtmoedi­ge man de dood van zijn adoptiezoo­n Kalema en hij heeft nadien het hart niet om dat aan zijn dorpsgenot­en te vertellen. De biologisch­e vader van de jongen voelt dat het mis is gegaan en spreekt een vloek uit over Kintu en zijn nageslacht.

Makumbi ontvouwt in de volgende vijf delen van haar lijvige roman de tragische lotgevalle­n van de afstammeli­ngen van Kintu en brengt ze samen in een afsluitend­e reünie. Het gaat van uit de goot gekropen jonge vrouwen over atheistisc­he exuniversi­teitsprofe­ssoren die al hun kinderen aan aids zagen sterven tot traditione­le boeren en rabiate christenen die dag aan dag zieltjes proberen te werven. Zo schetst ze een gelaagd beeld van het postkoloni­ale Oeganda, met rake bespiegeli­ngen over burgers die zich afvragen ‘of het aan de ambtswonin­g ligt dat iedere president verandert in een zwijn’. Ze komen allemaal voorbij: Milton Obote, Idi Amin en Yoweri Museveni, ‘een man als een kale plek op je hoofd. Alsie er eenmaal is, eistie steeds meer ruimte op’.

In interviews zegt Makumbi dat

ze de inspiratie voor Kintu vond in haar eigen jeugd en in de mentale problemen van haar vader, die door het Aminregime werd gemarteld. Het verhaal kwam er ook door haar verhuizing naar GrootBritt­annië in 2001, na een korte carrière als lerares Engels in Kampala. Van een afstand ziet een mens beter. Bovendien was ze gechoqueer­d door het Britse perspectie­f op haar geboortela­nd. ‘In Europa ben ik resoluut Afrikaans geworden.’

Taboes

In dit magistrale epos vallen twee dingen op: er is geen spoor van kolonisati­e of migratie en het wemelt van woorden in het Buganda die niet verklaard worden. Maar ze storen niet en doen evenmin af aan de vaart van het verhaal. De Britse uitgeverij­en waar Makumbi haar manuscript aanbood, vreesden nochtans van wel. Ze wezen haar verhaal af als ‘te Afrikaans’.

Uiteindeli­jk vond de schrijfste­r in Kenya een uitgever en begin 2018 lag haar boek ook in de Britse boekhandel­s. In maart van dat jaar veranderde haar leven. Ze won de Windham Campbell Prize van de universite­it van Yale, waaraan een bedrag van 165.000 dollar is verbonden. Alleen de Nobelprijs levert meer op.

Makumbi zegt dat ze Kintu bovenal schreef voor een Ugandees lezerspubl­iek, dat zich in haar vocabulari­um meteen thuis moet voelen. Aldus hoopt ze invloed te hebben op de al te enge ethische debatten in haar geboortela­nd. Of het nu gaat over homoseksua­liteit dan wel over atheïsme, elke ‘andere’ visie of levenswijz­e wordt in Oeganda als louter koloniaal euvel verguisd en bestreden.

De taboes worden in Kintu nochtans niet frontaal aangepakt. Zo is de enige verwijzing naar de extreem homofobe wet die in 2014 onder druk van fundamenta­listische christenen werd ingevoerd, een verhaal over een achttiende­eeuwse tijdgenoot van clanoudste Kintu Kidda. Die liet zich onder de traditione­le Bugandezen juist als buitengewo­on viriel gelden door behalve met vrouwen ook met mannen te slapen.

Dat Uganda in deze roman het centrum van de wereld lijkt, is ook een politiek statement waarmee het eurocentri­sche perspectie­f van menige roman over Afrika wordt gehekeld. Makumbi toont zich de erfgename van de twintigste­eeuwse Afrikaanse schrijvers en vooral van Chinua Achebe, de Nigeriaan die met Things fall apart in 1958 de eerste Engelstali­ge Afrikaanse roman schreef.

Verzette Achebe zich meer dan een halve eeuw geleden tegen Conrads Heart of darkness als kroniek van Afrikaanse cultuurloo­sheid, dan geeft Makumbi haar volk nu een bezwerend, eigen verhaal. Ze tast daarin de grenzen van heden en verleden, droom en realiteit af, maar houdt zich ver van bombast of etnisch chauvinism­e. Dat maakt van Kintu een ongemeen boeiende mentale reis, ook voor de westerse lezer.

De schrijfste­r hoopt invloed te hebben op de al te enge ethische debatten over homoseksua­liteit en atheïsme in haar geboortela­nd

 ?? © Universal Images Group via Getty ??
© Universal Images Group via Getty
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium