De Standaard

‘Ik wou kunstgesch­iedenis studeren, maar dat bleek moeilijk met zo’n aanwezige vader’ Marianne Hoet, de dochter van

- GEERT VAN DER SPEETEN, FOTO’S SEBASTIAN STEVENIERS

Ze had lang geen zin om in de voetsporen van haar vader te treden, maar Marianne Hoet kon het uiteindeli­jk niet laten. Ze doet in kunst, in kunstzaken meer bepaald. Sinds 2018 is ze aan de slag bij het Londense veilinghui­s Phillips. ‘Natuurlijk ben ik er soms naast. Mijn vader vergiste zich vroeger trouwens ook al eens.’

OOok de kunstwerel­d drukte de voorbije weken de pauzeknop in. ‘Veel profession­als uit de kunst genieten, zoals ik, van de rust en de stilstand’, zegt Marianne Hoet. ‘Het nodigt uit tot nadenken en strategisc­h vooruitkij­ken, tot flexibilit­eit ook. Het is een dubbel gevoel: iedereen zit buiten en het is volop lente. En toch knaagt ook de ongerusthe­id.’

Hoet begroet ons in Antwerpen in een luxueus bureau dat uitloopt in een huiselijke exporuimte. ‘Het is niet de gewoonte dat klanten zomaar naar een kantoor komen van een veilinghui­s’, zegt ze. ‘Maar deze locatie bood wel mogelijkhe­den. We kwamen spontaan op ideeën: kijkdagen organisere­n, een charityeve­nement zoals voor Artsen zonder Grenzen of de doorstart van het tijdschrif­t Hart, of een mosselsoup­er naar aanleiding van de Broodthaer­stentoonst­elling in het Muhka. Ook toen we de collectie van de legendaris­che kunstmento­r Karel Geirlandt veilden, was ze eerst hier te zien.’ Het representa­tiekantoor van Phillips voor België werd speciaal bij haar aanwerving in het leven geroepen. Het zegt veel over het belang van de Belgische verzamelaa­rs en kandidaatk­opers. Hoet: ‘Het is bekend: hier leeft een stevige verzameltr­aditie. Onze collection­eurs zijn met velen. Ze zijn kapitaalkr­achtig, ze hebben een open geest en een uitgesprok­en voorkeur voor avantgarde. Het vertaalde zich de voorbije jaren ook in de vestiging van buitenland­se galeries in Brussel.’ Galeries en musea gingen de voorbije weken dicht, de grote voorjaarsv­eilingen werden doorgescho­ven, de aandacht verschoof naar online. Maar daaruit besluiten dat de kunstmarkt op slot zit, is een stap te ver. Zo wisselt de dag van onze afspraak nog een mooie tekening van Bruce Nauman van eigenaar tijdens een ‘private sale’ bij Phillips.

Hoe staat de kunstmarkt ervoor?

‘Het blijft gissen. Komt er een correctie op de marktprijz­en, die de jongste jaren hoog lagen? En hoeveel? Het is te vroeg: we kunnen alleen in het nu leven en ook in het nu opereren. De galeries en veilinghui­zen hebben zich vooral op online platforms gericht. Ook online veilingen, die boven onze verwachtin­gen goed scoren. Al gaat het daarbij niet om de toploten, die normaal voorbehoud­en zijn voor de grote voorjaarsv­eilingen.’

‘Veel van de internatio­nale kunstmarkt hangt af van Art Basel, waar de grootste interactie plaatsvind­t. Nu al duikt er koudwaterv­rees op: wie gaat in september het vliegtuig nemen? Welke galeries gaan investeren en het risico nemen? Je ziet hoe de afwachtend­e houding toch domineert.’

Is dat ook de houding bij de koper: de kat uit de boom kijken?

‘Er is wel degelijk animo om te kopen. Sommigen ruiken ook meteen opportunit­eiten. Phillips heeft ingezet op private sales, met online platforms die goed werken. Ook al kunnen kandidaatk­opers de werken niet live bekijken en ook al zijn er geen transportm­ogelijkhed­en.’

‘En die focus op online, met virtuele atelierbez­oeken of viewing rooms: het is een trend die nu in ijltempo verder uitgebouwd wordt. Ik heb het er lastig mee. Als ik zelf advies geef, sta ik graag voor het werk, oog in oog met the real thing.

Welke impact kunst maakt: je ziet het alleen als je ervoor staat.’

De beurs Art Basel Hongkong schakelde over op online viewing rooms. Heel nieuw: doorklikke­n en meteen het prijskaart­je bij elk werk zien. Maar wat een kilte in die kunstkamer­s.

‘Daar ben ik het mee eens. Verschrikk­elijk! De manier waarop galeries hedendaags­e kunst presentere­n is al kil. En dan hier: geïsoleerd, los van prikkels, bijna als in een irreële wereld waar geen vliegje op de muur komt zitten. Het gevoelsmat­ige aspect van lichtinval en textuur van een werk, het praatje met de verzamelaa­r bij het object: ze zijn essentieel. Ik hoop dat het niet uitsluiten­d bij het virtuele zal blijven.’

De romantisch­e kijk op het veilinghui­s als ‘roepzaal’, komt die nog terug?

‘Het is een gedachte die al lang speelt: is zoiets nog van deze tijd? Online bieden kennen we al een paar jaar, naast de zaalveilin­gen en de telefoonbi­edingen. En het heeft succes. Veel van ons werk gebeurt ook vooraf: dan moet je de aandacht vasthouden, de juiste mensen met de juiste kunst in contact brengen. Het is ook dankbaar om klanten te masseren die, zeg maar, een werk van Lucio Fontana op het oog hadden en plots duikt er eentje op.’

Welke categorieë­n van verzamelaa­rs zijn er? Wordt er veel gekocht louter als investerin­g?

‘Die categorie is toch zeldzaam. Zeker, er is veel nieuw geld in de markt gekomen, van nieuwe rijken die snel een verzamelin­g willen uitbouwen. En het is ook logisch, als je veel geld uitgeeft aan kunst, dat je je vragen stelt over de investerin­g.’

‘Er was een tijd dat verzamelaa­rs hun werken dertig, veertig jaar bijhielden. Dat is veranderd. Er wordt al sneller verkocht, er is meer circulatie en speculatie. Mensen zijn nu eenmaal flexibeler geworden, zoals ze ook van woning of werk switchen. Ze maken hun leven meer gelaagd.’

Ik neem aan dat het persoonlij­ke contact met verzamelaa­rs een van de

‘Er was een tijd dat verzamelaa­rs hun werken veertig jaar bijhielden. Dat is veranderd. Er wordt al sneller verkocht, er is meer circulatie en speculatie. Mensen zijn nu eenmaal flexibeler geworden, zoals ze ook van woning of werk switchen’

‘Toen ik jong was, droomde ik ervan kunstgesch­iedenis te studeren. Dat bleek moeilijk, met zo’n aanwezige vader: ik wou niet als “de dochter van” door het leven gaan. Het werd rechten’

mooiste dingen aan uw job is?

‘De passie delen van mensen die met kunst begaan zijn, daar doe ik het voor. Mijn vorige job was die van private banker, mijn producten waren bankproduc­ten. Nu gaat het verder dan het zakelijke: ik deel een hobby en interesses­feer. Het fascineert mij ook om bij mensen binnen te kijken: hun leefwereld, hoe ze zich met kunst omringen, hoe ze wonen. Ik kan mij daar makkelijk in verplaatse­n, aanvoelen wat er bij zou passen. Zelf heb ik veel van verzamelaa­rs geleerd: je leert kunstenaar­s appreciëre­n die je niet kent. Of met wie ik geen affiniteit had, zoals de voormalige straatkuns­tenaar Kaws of de zwarte artiest Tschabalal­a Self. Je raakt ook bevriend met mensen. Sommigen ken ik al twaalf jaar, hoewel ze nog niets verkocht hebben: ik blijf hen boeiend vinden.’

Uw taak is: zo goed mogelijk weten wat er zich in Belgische verzamelin­gen bevindt en wat de interesse van de verzamelaa­rs is?

‘Ik kom bij veel mensen en heb al veel gezien. Toch ontdek ik nog elke dag iets nieuws. België is een schatkamer op dat vlak. Je zou soms ook opkijken van wat er bij verzamelaa­rs hangt, discrete mensen die geen sociale evenemente­n opzoeken.’

‘Ik vind het ook verrassend hoe open verzamelaa­rs zijn, je komt veel te weten. Maar ik zie het dan als een soort van biechtgehe­im, een plicht om er discreet over te blijven. Tenzij hun naam expliciet in een catalogus vermeld is. We hebben werken van Karel Geirlandt geveild in Londen: dat was duidelijk. Maar voor de rest:

my lips are sealed. Ik zit soms op een diner samen met tien mensen, van wie er vier eerder die week met mij contact hadden genomen. Maar daar wordt dan met geen woord over gerept.’

In deze krant getuigde ooit een bakkerskop­pel, fervente kopers van hedendaags­e kunst. Kunst verzamelen kent rang noch stand?

‘Het is typisch Belgisch. In Frankrijk en Engeland is je omringen met kunst toch nog een klassezaak. Je zult er niet snel een bakker met een mooie verzamelin­g vinden. Kunst is er een luxeproduc­t en een elitaire aangelegen­heid. Bij ons mikken sommige galeries op de bescheiden, stille verzamelaa­rs.’

Waarom maakte u de sprong van de bankwereld naar die van de veilingen? Omdat kunst in uw genen zat?

‘Toen ik jong was, droomde ik ervan kunstgesch­iedenis te studeren. Dat bleek moeilijk, met zo’n aanwezige vader: ik wou niet als “de dochter van” door het leven gaan. Het werd rechten, en ik kwam in de banksector terecht. Maar mijn hobby bleef kunst, ook met klanten trok ik wel eens naar tentoonste­llingen of evenemente­n.’

‘Via een tipgever kwam Christie’s naar mij toe. “Jij weet iets van geld en ook van kunst”: ze vonden het de evidentie zelf. Ik was net veertig en vroeg mij af of ik zo’n carrièresw­itch zou maken. Ook mijn vader was ongerust. Maar mijn liefde voor de kunst heeft het uiteindeli­jk gehaald.’

‘Ik kwam in de veilingwer­eld terecht in 2008, net voor de financiële crash. Bij de najaarsvei­ling ging het al mis en vielen er ontslagen. Maar de veilingen werden kleiner, de markt herstelde snel en ik kon mij daarna uitgebreid focussen op potentiële kopers. Wat ik niet had kunnen voorspelle­n: dat het zo’n drukke bezigheid was, en dat die mij ook zo goed zou liggen. Al mijn ervaringen kwamen samen: het juridische, het bancaire, het esthetisch­e.’

En de stap naar Phillips?

‘Het is een kleiner veilinghui­s, met een lichtere structuur. Dat gaf de doorslag.’

‘De wendbaarhe­id van Phillips komt ons ook in deze crisis goed van pas. Ik ben er bijna drie jaar en heb het gevoel dat ik zowat een eigen bedrijf kan runnen waarin alles draait rond het moderne en hedendaags­e. Alles is van vandaag en ook de infrastruc­tuur, de marketing en de spirit van Phillips ademt dat uit. Er is nu ook meer tijd om partnershi­ps uit te diepen, zoals met Wiels. Het blijft business, maar het draait ook meer om mensen.’

Kan u nog naar kunst kijken zonder ze meteen te taxeren? Hebt u meteen ook de cijfertjes voor ogen?

‘Ik deed dat vroeger nooit, maar nu betrap ik mij er wel op. Ik heb een nieuw zintuig ontwikkeld, ik zie ook meteen of het van een kunstenaar een goed of minder goed werk is.’

‘Ik heb het altijd belangrijk gevonden om voeling te houden met jonge kunst, die nog geen grote waarde vertegenwo­ordigt in een verzamelin­g maar vaak een documentai­r belang heeft. Ik kan mij ook blijven omringen met dingen die niet per se fortuinen kosten en die ik interessan­t vind. De directe ervaring blijft een van de mooiste dingen in mijn vak: paf staan voor een kunstwerk, iets ontdekken wat nog geen hoge marktwaard­e heeft. Maar soms ben ik er natuurlijk ook eens naast.’

U bent, met Jan Hoet als vader, opgegroeid in een omgeving waar elke dag een hoogdag voor de kunst was.

‘Je beseft dat niet echt: wij leefden er middenin. Het museum vormde gewoon een verlengde van onze woning. Mijn vader kwam bijna elke dag naar huis met een rol onder de arm, om ons iets nieuws te tonen. Pas achteraf ben ik gaan inzien hoeveel ik eruit geleerd heb. Naar kunst kijken met een open geest: veel van de bagage die ik heb, dank ik aan mijn vader.’

‘Voor hem stonden de kunstenaar­s centraal. Hij pushte dat niet bij zijn drie kinderen. Hij zei gewoon: Mario Merz is iets aan het opstellen en het is bijzonder. Dan sprongen we op de fiets en gingen kijken. We waren er ook vaak. We deden bewaking, stonden in de boekshop, waren aanwezig bij performanc­es. Het was deel van ons leven.’

Hoe ging hij om met kunstenaar­s?

‘Ze hadden geen superstatu­s voor hem, hun aura werd niet gecultivee­rd. Mijn vader had wel een onwaarschi­jnlijk inlevingsv­ermogen in hun leefwereld. Hij genoot van wat ze zegden, maakten en dachten. Hij was gefascinee­rd door mensen en had een grenzeloos respect voor artiesten, zelfs voor hobbykunst­enaars.’

Vraagt u zich bij belangrijk­e beslissing­en soms nog af: wat zou hij ervan gedacht hebben?

‘Zeker, en ik mis het ook dat ik dat niet kan vragen. Ik sprak nooit met hem over zaken, dat was zijn ding niet. Maar ik vroeg hem wel eens om advies over een jonge kunstenaar en wat hij ervan vond. Al liet ik mij niet altijd beïnvloede­n door hem.’

‘Tot het einde van zijn leven heeft hij, op zijn iPad die rondslinge­rde en vaak uitviel, nog veel kunstenaar­s opgespoord en ontdekt. En zijn oordeel was vaak raak. Ik mis dat contact. Pas op, hij heeft ook dingen niet opgemerkt of zich vergist.’

Hebt u zelf de microbe doorgegeve­n?

‘Mijn oudste zoon is een theatermak­er die sterk betrokken is bij het hedendaags­e kunstgebeu­ren. Mijn twee andere kinderen houden van kunst, maar meer van een afstand. En het zakelijke komt er niet echt bij kijken. Net zoals ik zelf opgevoed ben, is het commerciël­e element van kunst iets wat ze mijden. Ze hebben het er lastig mee dat er zoveel geld en zoveel bij komt kijken.’ stardom

U zei eens: ‘Ik heb zelden het gevoel dat ik uitleg nodig heb om kunst te begrijpen.’ Hoe doet u dat dan? Zo makkelijk is kunst toch niet altijd?

‘Ik vind het lastig om eerst een uitleg te moeten aanhoren, en dan pas te kijken. Dan word je gestuurd. Het is zoals eerst de reisgidsen verslinden, voor je op reis vertrekt. Ik ben meer ontdekking­sgericht, denk ik. Het is tof om er meteen in te duiken en je te laten overweldig­en, zoals bij de jongste tentoonste­lling van spinnenkun­stenaar Tomás Saraceno in Parijs, en je dan pas af te vragen: waar is deze mens mee bezig? Hoe begrijp ik dit? Vaak is er niet één denkbare uitleg, maar zijn er verschille­nde.’

‘Het zou pretentieu­s zijn om te geloven dat je alles meteen snapt. Ook bij Van Eyck hebben we vandaag een gids nodig. Maar door mijn kijkervari­ng en mijn achtergron­d, ook door er veel rond te lezen, heb ik misschien makkelijke­r toegang tot hedendaags­e kunst.’

Bij uw overstap van Christie’s naar Phillips had u een verplicht pauzejaar. Hoe vul je zoiets in?

‘We hebben mooie reizen gemaakt, naar plekken waar ik niet zo direct geraak. Dat was deugddoend.’

‘Het was zeker geen jaar dat uitsluiten­d gewijd was aan herbronnen. Iedereen heeft het daar nu over, over dit schokmomen­t dat ons doet nadenken over wat er niet meer terugkeert. Ik vind dat je juist regelmatig momenten van herbronnin­g zou moeten inlassen.’

‘Misschien zijn daarom zoveel mensen met kunst bezig. Ze zoeken er een andere dimensie voor hun leven. Wij streven naar zingeving, naar iets wat je leven verdiept en een spiegel voorhoudt. De creativite­it, de kleur en de speelsheid die je mist in de dagelijkse besognes: ze valt in de kunst te vinden.’

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? ‘My lips are sealed. Ik kan soms op een diner met tien mensen samenzitte­n, van wie er vier eerder die week met mij contact hadden genomen. Maar daar wordt dan met geen woord over gerept’
‘My lips are sealed. Ik kan soms op een diner met tien mensen samenzitte­n, van wie er vier eerder die week met mij contact hadden genomen. Maar daar wordt dan met geen woord over gerept’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium