De Standaard

‘Het verschil is dat de politie hier geen boetes uitdeelt’

- FILIP TIELENS

Singersong­writer Milow wilde nog even gaan uitblazen in zijn huis in Los Angeles, voor de festivalzo­mer begon. ‘Na mijn concert in de Carré in Amsterdam nam ik op 6 maart het vliegtuig naar de VS. Enkele dagen later sloot Trump het luchtruim voor Europeanen. Ik zat dus nog net voor de deur dicht ging weer in Californië.’

De lockdown in L.A. verschilde niet zoveel van die in België. ‘De gouverneur van Californië en de burgemeest­er van L.A. waren bij de eersten om maatregele­n te treffen, terwijl de rest van de VS nog twijfelde. Hier noemt men het geen lockdown, maar spreekt men van safer at home. De natuurpark­en rond de stad en de stranden werden afgesloten, alleen essentiële verplaatsi­ngen zijn toegestaan. Het verschil is dat de politie hier geen boetes uitdeelt. Men rekent op het gezond verstand van de inwoners. Individuel­e vrijheid blijft belangrijk in de VS.’

Los Angeles was cultureel sowieso al goed voorzien op een coronaproo­f leven, meent Milow. ‘L.A. is een uitgestrek­te stad, mensen wonen niet zo dicht op elkaar. Het is ook een echte autostad. Er is wel een metro, maar die is niet zo druk als in New York. Veel mensen laten hun boodschapp­en aan huis bezorgen. Zelf ben ik ook al twee maanden niet meer in een fysieke winkel geweest.’

‘Daarnaast hebben inwoners van L.A. van nature een beetje smetvrees. Ze zijn erg gesteld op hygiëne en zullen niet zo snel overal aankomen met hun handen. In België kust men elkaar op de wang, terwijl Amerikanen meer huggers zijn. Of het besmetting­sgevaar dan niet groter is? Het zijn eerder van die droge, afstandeli­jke knuffels.’ (lacht)

Zelf probeert Milow niet te veel te tobben over de vijftig concerten die dit jaar allicht worden geannuleer­d. ‘Het zou mijn drukste concertjaa­r tot nu toe worden. Sinds 2007 heb ik iedere zomer getoerd. Nu wordt dat noodgedwon­gen doorbroken. Maar die herbronnin­g doet ook wel deugd.’

Milow speelde enkele akoestisch­e huiskamers­essies op sociale media, maar miste de real deal. Dus bracht hij een livealbum uit: Dream so big eyes are wide. Acht van de twaalf nummers werden opgenomen tijdens dat laatste concert in Carré. ‘Ik wil de vlam van de liveconcer­ten gaande houden. Bezig zijn met die concertopn­ames hielp me om niet tegen de muren op te lopen.’

De eerste weken in quarantain­e was het immers wat zoeken. ‘Nu gaat het vlotter. Ik sta vroeg op, rond half zeven. Ik lees The New York Times en de Belgische nieuwssite­s. De voormiddag is gevuld met mails en videocalls. Drie keer per week ga ik lopen of sporten. Ik schaaf mijn Spaans bij, via de Duolingoap­p. En ik ben meer gaan koken. Zo bak ik intussen zelf brood.’

Daarnaast is er nu ook meer tijd om liedjes te schrijven. ‘Ik gebruik een long distance systeem. Ik neem de zang op hier in L.A. en stuur die dan naar een producer, bijvoorbee­ld in België. Zo gaat dat heen en weer, als een estafette. Ik werk momenteel met meerdere producers, die zich ieder over een ander nummer buigen. Ik geloof in muzikaal darwinisme: ik werk aan meerdere liedjes tegelijk en zie dan wel welke komen bovendrijv­en.’

Donderdag zette hij ‘Whatever it takes’ online. ‘Een nieuw nummer, geïnspiree­rd op Motown. Ik vind het nu mijn verantwoor­delijkheid om uptempo songs te maken die positivite­it uitstralen. Mensen zitten al met genoeg twijfels, onzekerhed­en en frustratie­s thuis. Het is nu niet het moment om mijn persoonlij­ke zielenroer­selen te delen met mijn publiek.’

 ?? © rr ??
© rr

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium