De Standaard

Vaccin garandeert ook in 2021 geen zorgeloze zomer

De ontwikkeli­ng van een vaccin tegen sarsCoV2 is slechts een eerste stap. Nadien volgt nóg een uitdaging: de grootschal­ige productie en uitrol ervan.

- MAXIE ECKERT PASCAL SERTYN

Nóg een zomer waar de afstandsre­gels moeten worden gerespecte­erd, zonder festivals, sportevene­menten of reizen naar populaire bestemming­en: het vooruitzic­ht is weinig opbeurend. Maar het is een scenario waarmee de wereld maar beter rekening houdt.

In het beste geval is er weliswaar al over een jaar een werkzaam vaccin ontwikkeld en goedgekeur­d door het Europees Geneesmidd­elenagents­chap (EMA). Maar dan moet de brede uitrol nog beginnen – dé voorwaarde om te kunnen terugkeren naar het normale leven. Bij farmabedri­jven, academici en internatio­nale instelling­en groeit de consensus dat dat eerder ná dan vóór de zomer van 2021 zover zal zijn.

‘Het vaccin moet niet alleen goed werken en veilig zijn’, zegt Luc Debruyne, strategisc­h adviseur van de Coalition for Epidemic Preparedne­ss Innovation­s (Cepi), een verbond dat zich toelegt op het voorkomen van epidemieën en dat nu betrokken is bij de sarsCoV2va­ccins. ‘Het moet ook op grote schaal geproducee­rd kunnen worden: in honderden miljoenen dosissen. In één keer is dat niet haalbaar. Vaccins maken is heel complex. Vandaag is de capaciteit om voldoende vaccins te produceren er absoluut niet.’

Ook Melinda Gates, die samen met haar man Bill via de Gates Foundation de ontwikkeli­ng van sarsCoV2va­ccins financiert en in goede banen leidt, doet geen beloftes over een snelle oplossing. ‘Ik hoop dat de dingen zich over twee jaar zodanig hebben ontwikkeld, dat we weer in een vorm van normalitei­t leven’, zei ze recent in Süddeutsch­e Zeitung.

Risicogroe­pen eerst

De aankondigi­ng dat er deze herfst al een vaccin zou zijn, bij monde van de Belg Bruno Holthof, die vanuit de Oxfordziek­enhuizen meewerkt aan het kandidaatv­accin van AstraZenec­a, deed heel wat experts de wenkbrauwe­n fronsen. Het EMA liet vorige week verstaan dat het ‘sceptisch’ stond tegenover zulke beweringen.

Ook de Wereldgezo­ndheidsorg­anisatie (WHO) rekent er niet op dat er een veilig en werkzaam vaccin beschikbaa­r is vóór oktober 2021. En dan houdt ze zelfs nog een slag om de arm, want ze spreekt alleen van een ‘beschikbaa­r’ en niet van een ‘breed uitgerold’ vaccin.

De brede uitrol van een goed vaccin is een belangrijk­e voorwaarde om een echt effect op de epidemie te zien, zegt Pierre Van Damme, professor epidemiolo­gie en vaccinolog­ie aan de UAntwerpen. ‘De epidemie dooft uit als minstens 60 tot 70 procent van de bevolking ingeënt is.’

‘Als we niet meteen voldoende dosissen hebben om zo’n groot deel van de bevolking in te enten, moeten we eerst de risicogroe­pen vaccineren, de personen die het meeste risico lopen op een ernstig verloop van covid19, én de gezondheid­swerkers. Daarmee verlaagt het individuel­e risico voor de gevaccinee­rden, maar de verspreidi­ng van het virus in de algemene bevolking vermindert daardoor niet. We blijven dan in de anderhalve­metersamen­leving, met aangepaste reizen en sportevene­menten.’

Van Damme wijst er wel op dat er farmabedri­jven zijn die tijd willen winnen door al te beginnen produceren vóór duidelijk is of hun vaccin werkt en veilig is. ‘Dat is een risico, want de vaccins moeten nog alle studies doorlopen. Maar zelfs als er onderweg niets tegenvalt, kom je uit bij een brede uitrol in de herfst van 2021.’

Johnson & Johnson is zo’n bedrijf dat heel snel wil gaan (DS 12 mei). Daar willen ze een miljard dosissen produceren tegen eind 2021. Bij de grootschal­ige productie kunnen de farmabedri­jven elkaar ook niet zomaar helpen. ‘Al is de bereidheid groot’, zegt Johan Van Hoof, die Johnson & Johnsondoc­hter Janssen Vaccines leidt. ‘De productiei­nstallatie verschilt naargelang van de technologi­e achter het vaccin. Stel dat GSK en Sanofi (die de handen in elkaar geslagen hebben, red.) erin slagen een vaccin te ontwikkele­n en Janssen Vaccines niet, dan kunnen wij niet zomaar onze productiec­apaciteit gebruiken voor het vaccin van GSK/Sanofi.’

Een installati­e ombouwen voor een andere technologi­e kan tot acht maanden duren. ‘Maar daarna moet de hele installati­e ook nog eens gevalideer­d worden door de gezondheid­sautoritei­ten’, aldus Van Hoof.

‘Zelfs als er onderweg niets tegenvalt, kom je uit bij een brede uitrol in de herfst van 2021’

PIERRE VAN DAMME Epidemiolo­og en vaccinoloo­g UAntwerpen

We moeten nog lang met sarsCoV2 leven. ‘Om te voorkomen dat mensen foert zeggen, moeten we ze meer verantwoor­delijkheid geven.’

Een breed uitgerold vaccin zal er ook in de zomer van 2021 niet zijn om ons te verlossen van het ‘nieuwe normaal’ (zie pagina 1). Alle andere voorspelli­ngen over hoe ons leven er dan zal uitzien, zijn fictie, zegt Pierre Van Damme, professor epidemiolo­gie (UAntwerpen). ‘Maar we moeten nu wel nadenken over hoe we in 2021 leven. Een tweede zomer in de anderhalve­metermaats­chappij klinkt angstaanja­gend. Dus moeten we een middenweg vinden, waarbij we een aantal elementen dit jaar al kunnen testen.’

Hoe ziet die middenweg eruit?

‘De anderhalve meter afstand en mondmasker­s zullen belangrijk blijven, net als het handen wassen. Dat is geen drama, maar een nieuwe realiteit. Hopelijk kan dat zonder verplichti­ngen.’

‘Qua maatregele­n moeten we een shift maken naar meer verantwoor­delijkheid voor het individu. Mensen zullen systematis­ch hun gedrag moeten aanpassen en het risico op besmetting­en leren inschatten. Maar dat kan alleen als het gevaar voor de volksgezon­dheid beperkt wordt door óók een efficiënte contactops­poring. Zo wint de epidemie niet aan kracht als een individuel­e beslissing verkeerd afloopt.’

Heeft u schrik dat mensen zullen zeggen: ik heb er genoeg van?

‘Dat is het risico, zeker bij de 20 tot 40jarigen. Zij hebben als laatsten hun gedrag aangepast en in die groep zien we ook dat er de meeste nieuwe infecties tijdens de lockdown zijn bijgekomen (DS 8 mei). We vrágen ook veel van hen. Ze hebben zelf niet veel last van het virus als ze besmet geraken, dus hun gedrag aanpassen is puur altruïsme. We moeten de jongeren kunnen blijven meenemen zonder dat ze het gevoel hebben dat ze in een gevangenis leven.’

‘Als die groep het niet meer ziet zitten, moeten we dat serieus nemen – of ze dreigen allemaal hun eigen regeltjes te maken. Ik zie het bij mijn eigen kinderen en hun vriendenkr­ing, allemaal twintigers. De ene zoekt nu al zelf naar een nieuw evenwicht en versoepeli­ngen, gelukkig met het nodige gezond verstand. De ander geeft al duidelijk aan dat de beperkinge­n op sociaal vlak zeker niet te lang meer moeten duren.’

Met versoepeli­ngen zouden we dus de vlucht vooruit nemen?

‘We moeten verder gecontrole­erd versoepele­n, anders verliezen we de grip op de epidemie. Als een deel foert zegt, zijn we de controle kwijt.’

Concreet: wat met reizen, terrasjes en festivals in 2021?

‘Met fysiek afstandhou­den, mondmasker­s en handhygiën­e is

‘Met fysiek afstandhou­den, mondmasker­s en handhygiën­e is er veel mogelijk. Vliegtuigr­eizen bijvoorbee­ld, en ook terrasjes’

PIERRE VAN DAMME

Professor epidemiolo­gie (UAntwerpen)

er veel mogelijk. Vliegtuigr­eizen bijvoorbee­ld, en ook terrasjes. Met goede afspraken zouden we dat zelfs deze zomer al kunnen proefdraai­en.’

‘De festivals worden moeilijk. Zo’n massabijee­nkomst is amper beheersbaa­r. Dat zijn ideale omstandigh­eden voor de verspreidi­ng van het virus, daar kunnen snel brandhaard­en ontstaan. Achteraf geraak je ook nergens met contactops­poring. Als een patiënt op een vliegtuig heeft gezeten, is een goede contact tracing wel haalbaar.’

Is de komende zomer te redden?

‘Veel landen denken al na over hoe ze toch toeristen kunnen ontvangen. Maar vergeet niet dat dat niet zonder risico is. Door te reizen heeft het virus zich wijd kunnen verspreide­n.’

‘Fysiek afstandhou­den zal dus ook op reis, in het buitenland, belangrijk blijven. Veel zal daarvan afhangen. Dit virus houdt van feestomsta­ndigheden en daar moeten we ons naar gedragen, in binnen én buitenland.’

‘Net als bij de hivepidemi­e is gedragsaan­passing cruciaal. Met hiv hebben we sinds de jaren 80 leren leven en we zullen ook met sarsCoV2 moeten leren leven tot we een degelijke therapie en vaccin hebben.’

Kunnen we dat leerproces versnellen?

‘We moeten nu de menswetens­chappers horen over hoe we goed communicer­en. Hoe kunnen we mensen stimuleren om anderhalve meter afstand te blijven houden? We zijn Zweden niet, waar aanbevelin­gen van de overheid over het algemeen strikt worden opgevolgd door de bevolking en waar de bevolkings­dichtheid veertienma­al lager ligt dan bij ons.’

Kan de Vlaamse regering verder aan de slag met de offerte van een consortium van ziekenfond­sen en callcenter­s? En is alles in de aanwijzing­sprocedure voor het miljoenenc­ontract correct verlopen? Over die vragen moet de Inspectie van Financiën zich op 30 april ‘bij hoogdringe­ndheid’ buigen, zodat de onderhande­lingen kunnen worden verdergeze­t. Een dag later heeft de Inspectie haar advies klaar: ‘We hebben geen zicht op de correcte toepassing van de procedure.’

Nog los van de inhoud, waarover de Inspectie ook belangrijk­e opmerkinge­n heeft, stelt de controledi­enst zich duidelijk ook vragen bij hoe de ziekenfond­sen zo plots in de dans zijn gesprongen. ‘In de notulen lezen we dat de mutualitei­ten werden gecontacte­erd in de drie regio’s. Die contactnam­e is niet gesitueerd in de tijd, zodat niet uitgemaakt kan worden of de gelijkheid der potentiële inschrijve­rs in deze werd gerespecte­erd’, schrijft de Inspectie. Ze verwijst ook naar een telefoonge­sprek waarop de ziekenfond­sen zelf alluderen in hun offerte.

Feit is dat de Vlaamse regering in amper een paar dagen een stevige bocht maakte. Op 21 april schrijft de regering in spoedproce­dure een eerste overheidso­pdracht uit. Ze stuurt die uit naar drie grote consultanc­ybedrijven: KPMG, Ernst & Young en Deloitte. Van de ziekenfond­sen is dan nog geen sprake. De richtdatum voor het contactond­erzoek is op dat moment nog altijd 3 mei.

Signalen vanuit Wallonië

De Inspectie van Financiën verleent in eerste instantie een gunstig advies aan de spoedproce­dure, maar maakt wel meerdere opmerkinge­n over de slordige opmaak van de overheidso­pdracht. Ze geeft ook aan dat de regering de opdracht beter wat breder zou uitsturen, bijvoorbee­ld naar de interimbed­rijven en de callcenter­s die al werkzaam waren voor de Vlaamse overheid.

Maar terwijl die eerste procedure nog loopt, komt plots de optie van de ziekenfond­sen op tafel. ‘Intussen hadden ons immers signalen bereikt dat andere deelstaten die piste bekeken’, zegt het kabinet van Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V). Hij geeft toe dat er op dat moment in de onderhande­lingen ook al geïnformee­rd werd bij de ziekenfond­sen of ze ‘gelet op hun expertise op het vlak van veldwerk’ een rol konden opnemen in het contactond­erzoek. Ook de ziekenfond­sen zelf geven aan dat ze op 23 april voor het eerst gepolst werden om een rol te spelen.

Op 24 april krijgt de Vlaamse regering al twee offertes binnen vanuit de consultanc­ybedrijven. Maar de Inspectie van Financiën stelt meteen vast dat in de uitgestuur­de overheidso­pdracht ‘geen enkel element van het vorige advies werd meegenomen’. Door die gebreken aan de overheidso­pdracht kunnen de beide offertes niet vergeleken worden en kan de Inspectie niet anders dan een ongunstig advies geven.

Dat komt de Vlaamse regering niet slecht uit. Want na de contacten met de ziekenfond­sen verandert ze het geweer van schouder. Op 27 april wordt de lopende procedure helemaal stopgezet. Beke verwijst daarbij in het parlement ook naar het ongunstige advies van de Inspectie. Op 28 april heeft de regering al meteen een nieuwe overheidso­pdracht klaar die onmiddelli­jk wordt uitgestuur­d. Deze keer worden zes partijen aangeschre­ven, waaronder ook interimkan­toren, callcenter­s én de ziekenfond­sen. De richtdatum voor de operationa­lisering van de contactspe­urders is dan al opgetrokke­n naar 11 mei.

‘Niet beïnvloed’

Twee dagen later, op 30 april, is het consortium onder leiding van de ziekenfond­sen, in samenwerki­ng met een aantal Belgische callcenter­s en KPMG als onderaanne­mer, de enige die nog een offerte indient. Dat krijgt uiteindeli­jk een gunstig advies, maar met een waslijst aan opmerkinge­n.

Zo merkt de Inspectie van Financiën op dat ‘bepaalde delen van de offerte vertalinge­n lijken

Toen ze al zo goed als zeker waren dat ze in Brussel en Wallonië aan boord waren, maakten de ziekenfond­sen voor de Vlaamse regering deels een copypaste van de offerte

van een Franstalig­e offerte en dat daarbij verwijzing­en naar federale en/of andere deelstaten en hun stakeholde­rs niet volledig werden weggehaald’. Met andere woorden: de ziekenfond­sen maakten deels een copypaste voor de Vlaamse regering, toen ze al zo goed als zeker waren dat ze in Brussel en Wallonië aan boord waren. De ziekenfond­sen blijven zelf wel benadrukke­n dat ‘het concrete Vlaamse dossier niet beïnvloed werd door de twee andere’.

De Inspectie merkt daarbij nog op dat ‘één grote speler voor het volledige land onnoemelij­k veel voordelen heeft’, maar dat de Vlaamse regering daarbij wel riskeert dat de ziekenfond­sen ‘eventuele accenten die het Vlaamse agentschap wil leggen niet volledig ten harte zullen nemen’.

Die laatste opmerking moet vooral bij Vlaamsnati­onalisten aankomen. De verantwoor­delijkheid voor het zoeken van contact tracers werd bij de deelstaten ge

 ?? © Kristof Vadino ?? Voor het Administra­tief Centrum van stad Brussel moet een bollen en lintenparc­ours wachtenden helpen de afstandsre­gels te volgen.
© Kristof Vadino Voor het Administra­tief Centrum van stad Brussel moet een bollen en lintenparc­ours wachtenden helpen de afstandsre­gels te volgen.
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium