Nieuw coronavirus al vóór krokusvakantie in België
Stamboomonderzoek van sarsCoV2 toont aan dat de terugkeer van skiërs belangrijk is geweest voor de import van het virus in België. Maar ervoor en erna is het ook binnengekomen.
Op zondag 1 maart riep minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) de pers bijeen in Brussel. Een vrouw van middelbare leeftijd, die was teruggekeerd van een zakenreis naar NoordFrankrijk, had enkele uren eerder te horen gekregen dat haar lichte koorts en verkoudheidssymptomen te wijten waren aan het nieuwe coronavirus. Die positieve test en de persconferentie luidden het begin in van de coronauitbraak in ons land. Veel skiërs – 1 maart eindigde de krokusvakantie – brachten met hun terugkeer sarsCoV2 mee naar ons land. Maar het virus zou al eerder door andere reizigers geïntroduceerd kunnen zijn in België. Er zijn nu aanwijzingen voor enkele ‘importgevallen’ begin februari en ook een aantal introducties midden februari (voor de krokusvakantie) die het startpunt vormden van sarsCoV2clusters in ons land.
Die gevallen bleven tot dusver onder de radar, want er waren geen positieve tests in februari (op één Vlaming na die na zijn repatriëring uit Wuhan in quarantaine werd geplaatst). Maar stamboomonderzoek van het nieuwe coronavirus in ons land levert nieuwe inzichten over de import van het sarsCoV2virus in België.
Onderzoekers rond de epidemioloog Simon Dellicour (ULB, RegaInstituut/KU Leuven) en viroloog Piet Maes (RegaInstituut/ KU Leuven) hebben 391 Belgische genomen van virusstammen geanalyseerd. In elk genoom zijn bepaalde foutjes of ‘mutaties’ in het RNA van het virus (het genoom) te vinden. Ze vertellen veel over waar die ene virusstam vandaan moet komen en in welke periode van de uitbraak die virusstam thuishoort. Zo kunnen de onderzoekers veel informatie achterhalen over het verleden van de variant bij een specifieke patiënt, ook als zijn of haar virustests pas later (in maart of later) is afgenomen.
Sommige afwijkingen in het genoom van het virus zijn namelijk typisch voor een specifieke week in de uitbraak. Het stamboomonderzoek, dat vandaag over de hele wereld wordt uitgevoerd en waarbij onderzoekers samen aan één grote sarsCoV2stamboom met veel vertakkingen werken, geeft zo een helder beeld van het afgelegde traject van het virus bij zijn reis over de hele wereld en de veranderingen in het genoom doorheen de tijd (DS 6 mei).
Postcode patiënten
De paper over het Belgische onderzoek is inmiddels ingediend bij de vaktijdschriften. Het heeft nog niet de gebruikelijke kwaliteitstoetsen doorstaan (de peerreview), maar de resultaten zijn belangwekkend omdat de onderzoekers rond Simon Dellicour en Piet Maes een grote expertise hebben in het onderzoek naar epidemieën en verbanden tussen virusgenomen en de verspreiding van virussen doorheen tijd en ruimte.
‘Wereldwijd behoort België tot de landen met de meeste volledige analyses van sarsCoV2genomen’, zegt Maes. ‘Dat biedt ons de mogelijkheid om te achterhalen wanneer het virus ons land is binnengekomen en hoe het zich hier verspreidt. We kunnen er zeker van is dat de terugkeer van reizigers na de krokusvakantie belangrijk zijn geweest voor de introductie van het virus. Maar dat is niet alles. Voor en na de krokusvakantie zijn ook virusstammen binnengekomen uit het buitenland.’
Uit de analyse kunnen de onderzoekers nog meer interessante inzichten halen, zoals de snelheid waarmee het virus zich op Belgisch grondgebied kon verspreiden. Ze koppelen daarbij de informatie van varianten aan de postcode van de patiënten. Voor de lockdown haalden de virusstammen een gemiddelde snelheid van rond de 5 kilometer per dag. Na de lockdown daalde de gemiddelde snelheid tot 1 kilometer per dag. ‘Ook tijdens de lockdown hebben sommige virusstammen nog behoorlijke afstanden kunnen afleggen’, aldus Maes. ‘Je ziet dus dat er nooit sprake is geweest van een strenge lockdown. We zijn benieuwd wat het effect van de versoepelingen is. We zijn al volop nieuwe genomen aan het analyseren om de versoepelingen te monitoren.’
‘Ook tijdens de lockdown hebben sommige virusstammen nog behoorlijke afstanden kunnen afleggen’
PIET MAES Viroloog