‘De prijzen zijn merkelijk hoger!’
De ziekenfondsen speelden het bijzonder hard in de prijsonderhandelingen, zo blijkt ook uit de dossierstukken.
Al in de eerste briefwisseling merkt de Vlaamse overheid op dat ‘de eenheidsprijzen merkelijk hoger zijn dan de gangbare marktprijzen!’ – inclusief uitroepteken. Volgens de Inspectie van Financiën gaven ze daarbij zelfs ‘geen duidelijkheid over hoe de prijszetting is gebeurd’.
De ziekenfondsen rekenden voor het aanbrengen van callcentermedewerkers ook veel zwaarder door dan de echte callcenters: 526,27 euro per dag ten opzichte van 368,74 euro per dag. Ze wilden uiteindelijk een gemiddelde doorrekenen van 420 euro per dag voor een callcentermedewerker in de eerste lijn. In eerste instantie rekenden de ziekenfondsen ook 3,2 miljoen euro aan voor de opstart en rekrutering van het personeel en 1,2 miljoen euro voor opleiding en intervisie. Voor beide opdrachten was volgens de
Vlaamse overheid nochtans zo goed als alle informatie al beschikbaar. Voor hun ‘field tracers’, de medewerkers die bij patiënten ter plaatse moeten gaan, rekenden de ziekenfondsen ook 50 euro per dag voor beschermingsmateriaal (mondmaskers en dergelijke) en een verplaatsingsvergoeding die volgens de overheid overeenkwam met ‘204 kilometer per dag’.
Na stevige onderhandelingen kreeg de overheid de prijs nog wat naar beneden. De definitieve prijszetting strandde uiteindelijk op 333 euro per dag voor een callcentermedewerker in de eerste lijn (in plaats van 420 euro per dag). De opstart en de rekrutering blijkt nu ook voor 1,6 miljoen euro te kunnen in plaats van 3,2 miljoen. Voor de verplaatsingskosten beloven de ziekenfondsen te werken met de reële verplaatsingskosten die de medewerkers zullen ingeven. Het beschermingsmateriaal zal de Vlaamse administratie nu zelf aanleveren.