‘Een vrouw nodig? Dan neem ik wel een schoontje mee’
Gwenda Stevens is een van de schaarse vrouwen die voorzitter is van een Belgische sportbond. maar ook op wereldvlak weerspiegelt zich dat in haar sport, zegt ze. ‘De internationale roeibond telt wereldwijd 156 landen. Eén keer per jaar hebben we een internationaal congres. Dan kijk ik rond mij – ik zit traditioneel op de eerste rij, want de B van België komt vooraan (lacht) – en tel ik amper vijf, zes vrouwen die voorzitster zijn van hun nationale federatie.’
En dus kwam een voorstel om twee bondsleden per land af te vaardigen, een man en een vrouw. ‘Europese landen en Amerika zijn mee, maar veel landen zijn er nog niet klaar voor’, zegt Stevens. ‘Ik zit op zo’n congres even traditioneel naast Barbados. De voorzitter zei mij: “Maar dat is niet moeilijk. Ik kijk naar buiten, zie daar een schoon vrouwtje en die zal ik de volgende keer wel meenemen.” Dat is het nu net het voorbeeld van hoe het niet moet. Terwijl er geen enkele reden is waarom een vrouw geen voorzitter zou kunnen zijn van een sportfederatie.’
‘Bij de internationale mannentennisbond ATP en de internationale vrouwentennisbond WTA is er wel een mooi evenwicht tussen mannen en vrouwen’, zegt Dominique Monami. ‘Bij de internationale tennisfederatie ITF, die zowel belangen van mannen als vrouwen behartigt, zijn het wel weer overwegend mannen.’
Of quota iets kunnen oplossen? ‘Dat is enkel oké als begin, om zo de drempel voor vrouwen te verlagen’, zegt Stevens. ‘Nadien zouden er geen quota meer mogen zijn. De bekwaamste kandidaat moet de sportfederatie leiden, man of vrouw.’