HET BLIJFT EEN JAMMERLIJK FALEN
Er valt moeilijk veel bezwaar te maken tegen een interuniversitair onderzoekscentrum over stedelijkheid, diversiteit en samenleving. Het vreedzaam laten samenleven van bevolkingsgroepen van verschillende origine binnen de beperkte ruimte van steden, blijft een formidabele uitdaging voor zowel het beleid als de bewoners zelf. Rechtse populisten teren op de spanningen waarmee dat samenleven onvermijdelijk gepaard gaat. Ze poken de polarisering verder op, in moedwillige ontkenning van het feit dat er geen weg terug is. De diversiteit kan niet meer ongedaan gemaakt worden. Toch niet zonder ook de fundamentele mensenrechten overboord te gooien. Waartoe de uitsluiting en ontmenselijking van minderheden in extremis kunnen leiden, wordt onder meer in het holocaustmuseum van Kazerne Dossin in Mechelen getoond.
In datzelfde Mechelen richten de VUB en de UAntwerpen nu zo’n nieuw expertisecentrum over integratie en stedelijkheid op. In welke mate het samenleven in diversiteit slaagt, hangt immers niet alleen af van politieke keuzes, maar ook van wetenschappelijke inzichten.
De directeur ervan wordt Christophe Busch, de vroegere directeur van de Kazerne Dossin, die daar vorig jaar opstapte wegens fundamentele meningsverschillen over de missie van het museum. Joodse stakeholders waren het oneens met Busch’ inspanningen om vanuit de Holocaust de link te leggen naar actuele en vaak politiek gevoelige mensenrechtenkwesties.
In het bestuur van het nieuwe centrum zetelt onder meer Herman Van Goethem, rector van de UAntwerpen, exdirecteur van Dossin en voormalig lid van de wetenschappelijke raad ervan. Ook hij stapte daar kort na Busch op uit onvrede over de gang van zaken.
Het initiatief is verder vernoemd naar de DuitsAmerikaanse Joodse filosofe Hannah Arendt, die de mechanismes van het kwaad, het nazisme en het totalitarisme blootlegde. Dankzij Vlaams minister van Samenleven Bart Somers vindt het onderdak in het stadhuis van Mechelen, achthonderd meter van de Kazerne Dossin.
Het valt moeilijk om in dit alles een louter toevallige samenloop van omstandigheden te zien. Ook al benadrukt Somers verder in de krant dat het geenszins de bedoeling is van het nieuwe Hannah Arendtinstituut om te concurreren met de Kazerne Dossin, onvermijdelijk herinnert de oprichting ervan eraan dat het onmogelijk bleek om binnen dezelfde instelling twee noodzakelijke opdrachten met elkaar in verband te brengen: het herdenken van de Holocaust tijdens WOII en het nadenken over mensenrechtenschendingen vandaag. En dat blijft een jammerlijk falen.
Een Hannah Arendtinstituut op 800 meter van Kazerne Dossin. Louter toeval?