Parlement maakte volmachten overbodig
21 volmachtenbesluiten verder blijkt dat het met veel minder had gekund. Ook het parlement volgde een leercurve tijdens de coronacrisis.
BRUSSEL I NVAfractieleider Peter De Roover merkte het al van bij het begin op: de volmachten van de regering, die zijn partij mee had goedgekeurd, waren niet echt onontkoombaar. De snelle manier waarop het parlement een wet kon goedkeuren over een staatswaarborg voor leningen aan bedrijven, deed onmiddellijk twijfelen aan de noodzaak van de volmachten.
Toch kreeg de regeringWilmès brede steun voor de volmachten, die het mogelijk maken om snel op te treden, zonder voor wetswijzigingen telkens naar het parlement te moeten. De vrees dat de Kamer door het virus niet meer zou kunnen functioneren, was groot. De kritiek dat er een nieuw junta van partijvoorzitters was opgestaan even groot.
Het is helemaal anders uitgedraaid. ‘Bij de aanvang van de crisis waren er afdoende redenen om volmachten te verlenen. Maar in sommige dossiers bleek het parlement toch snel te kunnen schakelen. De volmachten waren dus niet altijd nodig’, zegt de Gentse professor Grondwettelijk Hof Toon Moonen.
Elektronisch
De Kamer leerde inderdaad snel om elektronisch te vergaderen en te stemmen, en te versnellen waar nodig. En daar was ruimte voor. Volmachten zijn nog een relict uit een tijd dat elke wet door zowel Kamer als Senaat goedgekeurd moest worden. Die passage door de Senaat is al weggevallen.
Een overzicht van de volmachtenbesluiten die wel genomen werden, maakt veel duidelijk. In het begin nam de regering enkele volmachtenbesluiten die duidelijk kaderen in een noodtoestand: de invoering van GASboetes bij de overtreding van verbodsregels op kop.
Maar al snel volgden de heel procedurele besluiten zich op, die amper onder de noemer van een crisissituatie vallen. Bijvoorbeeld: uitstel voor allerhande procedures of de oprichting van een databank bij Sciensano.
Andersom is de Kamer meer en meer gewone wetten beginnen goed te keuren, zij het vaak onder de noemer ‘wet houdende uitzonderlijke maatregelen’, gaande van pensioenkwesties, de sociale verkiezingen en civiele veiligheid, tot de strijd tegen het coronavirus op de trein.
In het begin van de coronacrisis hadden die maatregelen zeker opgedoken in een volmachtenbesluit. ‘Halfweg heeft het parlement overgenomen’, zegt Groenfractieleider Kristof Calvo. ‘De Kamer heeft uiteindelijk gekozen voor de parlementaire democratie, en dat is een goede zaak.’
De meest omstreden, vrijheidsbeperkende maatregelen zijn overigens niet genomen bij volmacht, maar bij ministerieel besluit op basis van bestaande wetgeving. ‘De verwarring was groot, en is dat in een aantal gevallen nog, omdat de verboden die zijn uitgevaardigd, voor interpretatie vatbaar zijn’, zegt Moonen. ‘De interpretatie van het crisiscentrum in zijn frequently asked questions hoeft niet degene te zijn die een rechter zou geven.’
Dat schept ruimte voor willekeur, waarbij het voor een gewone burger niet evident is om een boete te gaan betwisten voor een rechter. Vele verboden worden ervaren als discriminerend of concurrentievervalsend, ook al heeft de Raad van State de overheid veel ruimte gegeven in het stapsgewijs afbouwen van de lockdown.
Bekrachtigen
De vraag is nu vooral hoe het verder moet met de volmachtenbesluiten. Na een jaar moeten die door het parlement bekrachtigd worden om ze de rang van wet te geven, anders worden ze geacht niet te hebben bestaan. Dat is doorgaans geen probleem, er is in de Belgische geschiedenis slechts één volmachtenbesluit geweest dat niet bekrachtigd is geraakt.
De situatie vandaag is wel speciaal, met een minderheidskabinet dat gedoogsteun krijgt van de oppositie. Groenen en socialisten hebben al voorbehoud laten horen bij volmachtenbesluiten over de GASboetes, overurenregeling en studentenarbeid. Een nietbekrachtiging van die besluiten dreigt de verwarring over de uitgeschreven boetes bijvoorbeeld, alleen nog te vergroten.
‘Bij de aanvang van de crisis waren er afdoende redenen om volmachten te verlenen. Maar soms bleek het parlement toch snel te kunnen schakelen’
TOON MOONEN
Professor Grondwettelijk hof