Herfederaliseren klinkt sympathiek, maar ook naïef
I De herfederalisering van de gezondheidszorg is een holle slogan. De Wetstraat moet eerst haar huiswerk maken.
ANTWERPEN I De coronacrisis stelt opnieuw scherp op de ingewikkelde organisatie van de gezondheidszorg. De versnipperde bevoegdheden deden kostbare tijd verloren gaan. Verschillende voorbeelden (‘acht ministers en een staatssecretaris’) leggen een haast kafkaiaanse malaise bloot. De noodzakelijke aanpak overstijgt de gehanteerde slogans.
De zesde staatshervorming (2011) gaf de federalisering van de gezondheidszorg een boost, maar plantte de zaadjes voor het imbroglio. Vooral CD&V aasde daarbij op een Vlaamse gezondheidszorg, gesterkt door de christelijke zuil en de vaststelling dat de taalgrens ook een zorggrens is (Vlaanderen en Wallonië huldigen andere principes). Gaandeweg lagen de Franstalige partijen dwars. De onderhandelaars vonden elkaar in de overheveling van de kinderbijslag. Het hoofdstuk gezondheidszorg bleef onafgewerkt, maar de diverse partijen wilden de 4 miljard niet laten liggen. De politiek haalde het van de praktijk.
Het resultaat baarde min of meer coherente lijnen (ouderen, eerstelijnszorg, geestelijke gezondheid, ziekenhuizen) maar van homogeniteit was geen sprake. Telkens kon de federale overheid (voorwaarden terugbetaling, ziekenhuizen) interfereren. Perfide gevolgen bleven niet uit. Een efficiënte preventie (een bevoegdheid sinds 1980) raakt niet beloond; wie ziek is, wordt door de federale kas vergoed.
De gemeenschappen hebben de hervorming nog niet verteerd, heel wat initiatieven zijn pas gelanceerd. Maar het besef groeit dat de volledige organisatie van de zorg op hetzelfde beleidsniveau moet worden gelegd. Verschillende scenario’s zijn mogelijk: van een volledige splitsing (tot en met de financiering) tot een volledige herfederalisering. Dat verplicht de partijen tot studiewerk.
Herfederaliseren klinkt sympathiek. Maar als een verschil in visie voorheen de motor was tot splitsen, dan is het naïef te denken dat Vlamingen en Walen elkaar in een federaal landschap plots om de hals vallen. Bovendien spoort gezondheidszorg met welzijn; er gaat geen enkele stem op om welzijn terug naar het federale niveau te brengen. Tenslotte zijn principes zoals preventie, eerstelijnszorg en multidisciplinaire aanpak gebaat met nabijheid. Steeds meer landen gaan in de richting van decentralisatie, waarbij ook steden en gemeenten worden ingeschakeld.
Octopusoverleg
De zesde staatshervorming is pas geïmplementeerd, heel wat knowhow is opgebouwd. Een nieuwe verhuizing noopt tot herbeginnen. De heroriëntatie van ambtenaren en ettelijke miljarden naar het federale niveau wordt zeker niet eenvoudig.
Een verdere federalisering kan met een federale financiering (ook onderwijs wordt grotendeels betaald met federaal geld – btwinkomsten). De gezondheidszorg blijft grotendeels een verzekeringsprincipe en dat is gebaat met een zo breed mogelijke financiële basis. De federale overheid kan vervolgens het geld over de gemeenschappen (al wordt er wegens Brussel steeds meer gepleit voor gewesten) volgens strikte parameters (profiel bevolking) verdelen. Dat gaat gepaard met een responsabilisering.
Daarbij dienen zich toch enkele pijnpunten aan. Zo moet vooraf duidelijk worden dat een burger overal in België zijn rechten kan laten geleden, waarbij medisch toerisme wordt tegengegaan. In België staan de federale en regionale overheden juridisch op hetzelfde niveau. Een echte hiërarchie kan bevoegdheidsproblemen beslechten. Het beleid mag wat meer patiëntgeoriënteerd zijn, nu blijft het een onderonsje voor de ziekenfondsen en de artsen, waarbij de verzuiling nog steeds weegt.
Zo’n hervorming kost niet alleen tijd, politiek moet er een tweederdemeerderheid worden gevonden. In afwachting valt te hopen dat het octopusoverleg (het interministerieel comité gezondheidszorg) wat efficiënter verloopt. En inderdaad, tussen de ministers groeide volgens een vicepremier een steeds grotere ‘compliciteit’. Waar een gezondheidsramp allemaal niet goed voor is.
Blz. 33
opinie. ter bescherming.
Preventie, eerstelijnszorg en multidisciplinaire aanpak zijn gebaat bij nabijheid