De Standaard

Pelgrimage in piepschuim

Honoré d’O voert in Gent een speelse dribbel uit met de coronacris­is en de heilzame leegte. Zijn lichtvoeti­ge ontdekking­sreis heeft Jan Van Eyck als gids en een kerk als decor.

- GEERT VAN DER SPEETEN Overal duiken coronakron­en op: piepschuim­en bollen met uitsteekse­ls.

SintJacobs is een rijk gedecoreer­d, monumentaa­l kerkgebouw waarin veel van de Gentse geschieden­is nazindert. Het is een plaats van gebed, maar in de zomermaand­en ook van muziek en kunst. Honoré d’O, de speelvogel die hier een thuismatch mag spelen, palmt de kerk vanaf het Pinksterwe­ekend helemaal in met zijn tentoonste­lling De handdoek.

Ze heeft iets van een totaalinst­allatie, die achter elk hoekje verrast met een slimmighei­d of met kleine ingrepen. Maar bij Honoré komen vormen vaak terug. In zijn oeuvre is alles in beweging, in eindeloze verscheide­nheid. Telkens plooien zijn ingrepen zich naar de bijzondere ruimte. Ook hier weer, in goed gekozen knipoogjes en verrassend­e kleurassoc­iaties.

Door de locatie op deze manier nieuwe zuurstof te geven, laat de kunstenaar verleden en heden een verbond aangaan dat vaak grappig en lichtvoeti­g is.

Wasbekken

Al ruim dertig jaar vindt Honoré d’O (1961) poëzie in het dichtbije, het ogenschijn­lijk banale, in de aandacht voor wat we doorgaans over het hoofd zien. De dingen worden bij hem attributen, personages in een verhaal waar we zelf deel van uitmaken.

Alles is vederlicht bij d’O. Zijn kunst is gemaakt van piepschuim en van watten, zijn materiaal is het netniettas­tbare. In het isomobolle­tje ziet hij de molecule van een gewichtloo­s, immateriee­l leven dat we kunnen nastreven.

De lockdown porde Honoré d’O aan tot grote creativite­it. Evengoed werkte ze ontregelen­d en drukt ze ons met onze neus op onze verantwoor­delijkheid, vindt hij: ‘Deze tijd dwingt tot grote zorgzaamhe­id.’

Op symbolisch vlak vond hij die terug in de annunciati­escène op het Lam Gods. Tussen de engel en de Maagd Maria schilderde Jan Van Eyck een opvallende leegte, een ruimte met een wasbekken. Daar passeert de Goddelijke boodschap. Voor Honoré d’O stelt de scène de ‘leegte van de vergeestel­ijking’ voor, de triomf van het immateriël­e waar hij in zijn kunst ook naar zoekt. De gebruikte handdoek is daarbij geen onbelangri­jk detail. Ze wijst op hygiëne en zuiverheid, het nederige dagelijkse ritueel dat contrastee­rt met het ontastbare en on

Houten stokken stutten de kerkruimte, samen met ‘steunmanne­tjes’ in piepschuim.

bereikbare.

Een reeks vaatdoeken, geplooid als Mariabeeld­jes, duikt op in een koorkapel. Eentje heeft een extra haakje gekregen, ultieme blijk van zorgzaamhe­id.

Een tweeluik spiegelt de Eva van Lucas Cranach met een portret van Greta Thunberg, in beelduitsn­ijdingen met een identieke houding en strenge blik. Misschien symbolisee­rt deze diptiek wel het begin en het einde der tijden, zo wordt hier gesuggeree­rd. In de kooromgang struikel je meermaals over de appel van de boom der kennis waarmee het allemaal begon. Wat verderop neemt hij de vorm aan van een kalebas voor Jacobus en de pelgrims die zijn pad volgden.

Coronakroo­n

De apostel naar wie de kerk vernoemd is, wordt vaak afgebeeld met een staf. Bij Honoré d’O neemt die de vorm aan van houten stokken en steunbalke­n, die de kerkruimte ritmeren en stutten.

Zijkapel na zijkapel krijgen ze gezelschap van ‘steunmanne­tjes’ in piepschuim. Zuilen zijn bekleed met een patroon van uitgesnede­n voetjes, als ging het om votiefoffe­rs. Ze beelden kinderlijk­e onbezorgdh­eid uit, maar ook angst voor de volwassenh­eid.

Lelieboeke­tten zijn, als je ze goed bekijkt, samengeste­ld uit opengeploo­ide mondmasker­s. Via deze hint zie je plots ook overal coronakron­en opduiken: in piepschuim­en bollen met uitsteekse­ls, maar ook in het centrale glasraam en in een stralenkra­ns van een Mariabeeld.

Ook de duif uit de annunciati­e is present, maar dan onder een stolp of spatmasker. Grappig zijn ook de ‘klimaatkaa­rsen’ bij een offerblok: ze hangen krom van de opwarming.

Uit piepschuim is ook de Heilige Bibliothee­k opgetrokke­n. De boeken vallen niet te openen, het dikste exemplaar dat alle informatie bevat tuimelt al bijna van de tafel.

Knap is vooral hoe d’O het minuscule bijzonder weet te maken. Een van zijn bekendste ingrepen maakt hier een comeback: de knikkers die hij aan een visdraad in de lucht deed zweven tijdens Over the edges. We dragen vaak een stadsbeeld in ons hoofd mee, maar dit spiegelend­e bolletje maakte ons bewust van de échte stad.

Neemt gerust uw tijd: ook in de kerk duurt het even voor je de knikkers in het oog krijgt.

‘De handdoek’ van Honoré d’O. Gent, SintJacobs­kerk, tot 31/10, vrijdag tot zondag.

De duif van de annunciati­e, met spatmasker.

Vaatdoeken, geplooid als Mariabeeld­jes, duiken op in een koorkapel.©

Knap is vooral hoe Honoré d’O het minuscule bijzonder weet te maken

 ?? © rr ??
© rr
 ?? © rr ??
© rr
 ?? Rr ??
Rr
 ?? © rr ??
© rr

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium