En plots gaat het weer om de postjes
Nee, corona heeft niet alles veranderd. LUCKAS VANDER TAELEN hekelt dat de partijen opnieuw aan het strijden zijn om drie gouverneursposten binnen te halen.
Amper één derde van de Vlaamse burgers geeft politici nog krediet. Meer dan 40 procent is ronduit ontevreden. Dat waren de bevindingen van ‘De stemming’, een groot onderzoek dat De Standaard samen met de VRT voerde. Deze krant besloot daaruit dat ‘boosheid, cynisme en afkeer het politieke denken van de Vlaamse kiezer domineren’ (DS 25 mei).
Je zou met recht en reden kunnen hopen dat die bikkelharde conclusie en enige schaamte over het gestuntel bij de aanpak van de coronacrisis de partijen zou doen inzien dat een andere politiek noodzakelijk is. Verspil nooit een goede crisis: het is een adagium dat te pas en onpas wordt geciteerd. Maar de politieke klasse is dan misschien niet gevaccineerd tegen het virus, blijkbaar wel tegen elke vorm van zelfkritiek.
Trouw aan de eigen zuil
Net nu sommige naïevelingen droomden dat corona alles zou veranderen, laten de Vlaamse partijen zich van hun kleinste kant zien. De tijd dat Vlaanderen de dingen anders wou doen dan België, is al lang voorbij: ook voor de Vlaamse regering kunnen benoemingen alleen maar politiek zijn. Met volle kracht en overtuiging zijn CD&V, Open VLD, de SP.A en de NVA ten strijde getrokken. Niet voor een grote politieke omwenteling, maar om bij de aanduiding van drie gouverneurs hun deel van de buit binnen te halen (DS 25 mei).
Dat het respect voor de politiek tot een historisch dieptepunt is gezakt, het zal onze beleidsvoerders een zorg zijn. Ze doen hun zaakjes zoals voorheen, onder elkaar, alsof er niets gebeurd is: ze kunnen gewoon niets anders. Ze zijn niet in staat om zichzelf bij een grote crisis te overstijgen.
Het beste voorbeeld van die bekrompen mentaliteit gaf minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V), voor wie het algemeen belang in volle crisis ondergeschikt was aan de trouw aan de eigen zuil en de christelijke mutualiteit, die hij onbeschaamd een bank vooruit duwde bij het contactonderzoek.
Om de postjes is het hen te doen, niet om goed bestuur en een efficiënte besteding van overheidsmiddelen. De Vlaamse partijen zijn bescheiden in hun ambities: ze willen niets veranderen, ze willen alleen hun mannetje of vrouwtje plaatsen. Ooit wou de Vlaamse regering daar objectiveerbare voorwaarden aan koppelen, die met bekwaamheid te maken hadden.
Maar dat idee was te revolutionair voor de partijen en is in stilte afgevoerd.
Hoe verfrissend zou het zijn geweest mocht een partij dit momentum gebruikt hebben om een debat op gang te brengen over de werking van onze instellingen.
Over welke functies echt nuttig zijn en welke niet, over wat noodzakelijk is voor de goede werking van de democratie en wat overbodig. En over waar en wat bespaard kan worden.
Troostprijs
De provinciale instellingen zijn er gekomen als niveau tussen de unitaire staat en de gemeenten. Intussen zijn de gewesten er bijgekomen, maar de provincies zijn blijven bestaan. Het is haast onmogelijk om over hun nut en dat van de gouverneurs te discussiëren, omdat de politieke
partijen ze zien als een ideaal niveau om verdienstelijke mandatarissen te plaatsen, vaak als troostprijs.
Daarin lijken de Belgische deelstaten erg op elkaar. Ook in Wallonië zijn de gouverneurs onaantastbaar, al kan ook daar niemand goed zeggen waarvoor die nodig zijn. En Brussel dan? Daar werd de functie van gouverneur afgeschaft, maar meteen vervangen door een Hoge Ambtenaar die niemand kent.
In de provinciale instellingen wordt goed gewerkt, zeggen de voorstanders. Dat klopt waarschijnlijk, net zoals er verdienstelijk werk wordt geleverd in de Senaat. Telkens als de afschaffing van die assemblee in het zicht komt, reppen de leden van de Belgische Eerste Kamer zich om de kwaliteit van hun arbeid te onderstrepen. Maar iedereen weet dat de vervaldatum van de dure Senaat sinds decennia verstreken is en dat die alleen om partijpolitieke redenen in stand wordt gehouden.
Betrokken politici zijn vaak de enigen die overtuigd zijn van het nut van hun functie. Ze zouden de moed moeten hebben om dat te laten bepalen door onafhankelijke deskundigen.
Grote schoonmaak
De toekomstige regering, van welke kleur ook, zal een oplossing moeten zoeken voor een enorm budgettair tekort. Het zou van grote wijsheid en burgerzin getuigen mochten bestuurders ook eens kijken naar de noodzaak en de kostprijs van de eigen instellingen, mochten ze het eigenbelang vergeten en op zoek gaan naar de beste manier om een land te besturen.
Het is stuitend dat dit voor geen enkele partij een prioriteit is en dat het partijbelang domineert. Ook de partij die zich tot voor kort beriep op de kracht van de verandering, de NVA, speelt het spel volop mee. Als grootste partij bij de vorige verkiezingen wil ze ook een gouverneurspost.
Dat is jammer en vooral niet slim, want voorzitter Bart De Wever had zich kunnen onderscheiden van de traditionele partijen door de benoemingscarrousel in vraag te stellen. Hij had een vernieuwende wind door de instellingen kunnen blazen door luidop te zeggen wat iedereen weet: dat een goed bestuur van Vlaanderen gerust zonder gouverneurs kan en dat zo heel wat geld bespaard zou kunnen worden.
Daarmee had De Wever ook Conner Rousseau kleur kunnen doen bekennen. Dan zou snel gebleken zijn wat voor de SPAvoorzitter echt telt: politieke vernieuwing of een ‘mateken’ plaatsen. Dat laatste is een evidentie voor CD&V, een partij die nooit gestreefd heeft naar een gezondere politieke cultuur. En de liberalen lieten zich al in 2018 opmerken door openlijk de objectieve benoemingsprocedure in vraag te stellen, omdat hun kandidaat het niet gehaald had. Ook Egbert Lachaert zou als nieuwe Open VLDvoorzitter meteen naam kunnen maken door zich uit te spreken voor een grote schoonmaak van de instellingen. Maar het ziet er niet naar uit dat hij dat zal doen.
En zo gaat alles door als voorheen. Bij een volgende verkiezingsnederlaag kunnen de partijen zich dan voor de zoveelste keer afvragen wanneer ze het vertrouwen van de kiezer hebben verloren.
De politieke klasse is misschien niet gevaccineerd tegen het virus, maar wel tegen elke vorm van zelfkritiek