Epidemieën zijn een slecht verdienmodel
Overheden kunnen bedrijven die een succesvol vaccin of geneesmiddel ontwikkelen een eenmalig geldbedrag geven, oppert RUBEN MERSCH. Zo kunnen ze onderzoek stimuleren.
Katrina Perehudoff en Sigrid Sterckx braken een lans voor een ‘patent pool’ voor covid19 (DS 27 mei). Terecht. Als we alle technologieën en kennis in een gemeenschappelijke pool doneren, versnelt dat de innovatie. Bovendien kan zo’n pool maken dat eventuele oplossingen voor deze crisis – vaccins, geneesmiddelen of diagnostische tests – betaalbaar blijven. Toch is zo’n patent pool alleen niet voldoende. Willen we voorbereid zijn op een toekomstige pandemie, dan moeten we het lef hebben om de patentwetgeving grondig te hervormen.
In 2017 vroeg de Europese Commissie aan de farmasector om zich voor te bereiden op een eventuele epidemie. De farmaceutische industrie had geen interesse. Dat is logisch. Epidemieën zijn een slecht verdienmodel. Je weet niet of en wanneer er weer een epidemie zal uitbreken, dus de kans bestaat dat je veel geld investeert in een product dat je nooit zal kunnen verkopen. En als er wel een uitbraak komt en er toch een markt ontstaat, word je waarschijnlijk onder druk gezet om dat tegen een eerder lage prijs te verkopen. Niet de best mogelijke investering dus.
Vandaar dat alleen organisaties zoals de Coalition for Epidemic Preparedness Innovations, betaald met overheidsgeld en geld van de Bill & Melinda Gates Foundation, al vóór de coronacrisis investeerden in onderzoek naar vaccins tegen nieuwe ziekteverwekkers.
Een andere beloning
We moeten dus een manier verzinnen om onderzoek naar nieuwe middelen of vaccins te stimuleren, ook als daar op dat moment geen markt voor bestaat. En dat niet alleen voor deze pandemie, maar ook voor ziekteverwekkers waar we op dit moment nog geen last van hebben.
Hoe? De overheid kan dat op zich nemen. Overheden investeren al veel geld in fundamenteel onderzoek, maar ze zouden meer kunnen doen: niet alleen het initiële onderzoek, maar ook de tests op mensen, de productie en de distributie.
Het voordeel is dat je kunt garanderen dat die middelen voor alle inwoners beschikbaar zullen zijn, maar het heeft ook enkele nadelen. Zo heeft voorlopig geen enkele overheid de benodigde kennis of de productiecapaciteit. Het onderzoek en de ontwikkeling van medicijnen en vaccins is duur en risicovol. Een groot deel van de potentiële oplossingen sneuvelt ergens in het traject van molecuul naar medicijn. Hoe leg je als overheid aan je belastingbetalers uit dat de miljoenen die je geïnvesteerd hebt niets opleverden?
Er is een andere manier waarop overheden erop kunnen toezien dat we de geneesmiddelen krijgen die we nodig hebben. In het huidige systeem belonen we de industrie met patenten: de industrie ontwikkelt innovatieve en effectieve geneesmiddelen, in ruil daarvoor krijgen ze gedurende een bepaalde periode het alleenrecht op de verkoop. Dat systeem heeft enorme nadelen. Daardoor worden veel noodzakelijke geneesmiddelen en vaccins, nieuwe antibiotica bijvoorbeeld, of middelen tegen tropische ziektes, niet ontwikkeld omdat de return on investment te laag is.
Maar in plaats van bedrijven die een succesvol geneesmiddel of vaccin ontwikkelen te belonen met patenten, kunnen we ze ook
Willen we voorbereid zijn op een toekomstige pandemie, dan moeten we de patentwetgeving grondig hervormen
een eenmalig geldbedrag toekennen als ze zo’n middel ontwikkelen. Daarna mag de markt spelen: iedereen die dat wil, mag het middel produceren en verkopen. Zo kun je als overheid stimuleren dat die geneesmiddelen ontwikkeld worden die we nodig hebben, en niet alleen diegene waarvoor een markt bestaat. Hadden we na de sars en mersuitbraken een grote geldsom beloofd aan iedereen die erin slaagde om een vaccin te ontwikkelen dat effectief was tegen álle coronavirussen, dan hadden we nu misschien al een vaccin gehad.
Tijd om te experimenteren
Door zo’n prijzensysteem kun je alle kennis en creativiteit van de farmaceutische industrie aanboren, terwijl je als overheid niet het risico loopt dat je miljoenen investeert in een mislukking. Het leidt ook tot lagere geneesmiddelenprijzen. Bedrijven hoeven hun investeringen in onderzoek niet meer terug te verdienen via de verkoop, en omdat niemand een monopoliepositie heeft, drukt onderlinge concurrentie de prijzen.
Natuurlijk zijn er ook nadelen. Al krijg je uiteindelijk veel goedkopere geneesmiddelen, een overheid moet het bedrag voor de beloning wel eerst ophoesten. Hoe hoog moet het bedrag zijn? Als je te veel geld biedt, kan het je meer kosten dan in het huidige systeem. Is het bedrag te laag, dan zal de industrie geen moeite doen.
De coronacrisis zet de spanning tussen het winstbejag van farmaceuten en het algemeen belang op scherp. Het wordt nu pijnlijk duidelijk dat de aloude mechanismen niet meer werken. Hét moment dus om te experimenteren met nieuwe vormen, met patent pools of prijzensystemen.