‘We kregen een auto en merkten achteraf dat er geen motor in zat’
Waarom het contactonderzoek nog steeds mank loopt
Een geslagen Vlaamse minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) kwam donderdagavond nog amper uit zijn woorden tijdens een fel interview in Terzake. Het valt dan ook moeilijk uit te leggen dat het contactonderzoek, dat in principe al op 11 mei ‘volledig operationeel’ moest zijn, drie maanden later nog altijd in de soep draait. Wat loopt er allemaal fout?
1
Trage labs
Het contactonderzoek werd eind april in sneltempo uitbesteed aan een consortium van callcenters en ziekenfondsen. Die spoedprocedure riep toen al vragen op, een aantal lokale besturen stelde openlijk de vraag of er niet overhaast was beslist. Maar de ziekenfondsen bijten nu van zich af. Zij benadrukken dat het systeem waar ze instapten nog lang niet op punt stond, te beginnen met de gebrekkige informatie waarmee ze moesten werken.
‘Sommige labs gaven in het begin hun informatie over de besmettingen gewoon niet door, of pas na lang aandringen’, zegt Paul Callewaert, de topman van de Socialistische Mutualiteiten. Dat bevestigt Frank Robben, de topambtenaar die de IT rond het contactonderzoek uitbouwt. ‘In het begin zat er soms tot zestig uur vertraging op de resultaten, het doorgeven gebeurde niet altijd volautomatisch.’ Nu wordt de terugbetaling van de labs gekoppeld aan de snelheid waarmee ze gegevens doorsturen, wat vruchten afwerpt. Maar door het snel stijgende aantal tests dreigen de laboratoria straks toch weer overspoeld te raken.
2
ITproblemen
De laboratoria sturen hun gegevens door naar het federale dataplatform van Sciensano. Zij moeten de gegevens op hun beurt doorgeven aan de contactonderzoekers in de regio’s. Maar de opstart van dat IT-systeem ging met stevige groeipijnen gepaard. ‘Laten we zeggen dat we een auto kregen en achteraf merkten dat er geen motor in zat’, zegt Luc Van Gorp, de voorzitter van de Christelijke Mutualiteit.
IT-topman Frank Robben verdedigt zich. ‘Om bij dezelfde beeldspraak te blijven: ik kan moeilijk een motor bouwen als de vereisten ervoor elke dag veranderen. We hadden de scripts net aangepast om ook de whereabouts (na de verplichte horecaregistratie,
red.) te kunnen invoeren, of we kregen de vraag om daar ook nog de optie van de seizoensarbeiders aan toe te voegen.’
Robben benadrukt ook dat zijn IT-systeem wel de basis legt, ‘maar dat het in kaart brengen van de clusters en het bereiken van moeilijke groepen mensenwerk is’.
3
Onderbemanning
Dat laatste ‘kan beter’, geeft het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid toe. De overheid zet in op casemanagers om specifieke besmettingshaarden in kaart te brengen, maar die groep is nog altijd onderbemand.
‘Alleen al in Rotterdam hebben ze meer gezondheidswerkers dan de Vlaamse overheid in haar geheel’, zegt Joris Moonens, de woordvoerder van het Agentschap. Het Vlaamse team infectieziektebestrijding bestaat nog altijd maar uit een twintigtal mensen. ‘We waren voorzien op kleinere, lokale uitbraken van onder andere tuberculose of de mazelen. We hadden dus noch de technische, noch de personeelsmiddelen. Het vraagt nu tijd om expertise aan te werven’, zegt Moonens.
De vakantieperiode laat zich intussen voelen in de diensten. ‘Maar is twee maanden echt zoveel tijd om iets van nul op te bouwen?’, zegt Moonens. ‘We moeten dat doen met de bestaande personeelscapaciteit. Er loopt hier ook geen leger van IT’ers rond.’
4
Bang voor versnippering
Geen wonder dat sommige lokale besturen, die de besmettingshaarden vaak onder hun ogen zagen ontstaan, het heft in eigen handen wilden nemen. De Vlaamse overheid stond meteen op de rem, onder meer omdat ze de hele machinerie nog moeilijk kan afremmen. De ziekenfondsen benadrukken ondertussen dat ze niet tegen de lokale initiatieven zijn, maar wel vrezen voor versnippering. ‘De mensen blijven niet altijd in hun gemeente, ze verplaatsen zich. Eén Vlaamse regie met een centrale database en een centraal platform is dus een absolute voorwaarde’, benadrukt Van Gorp. Intussen moeten de burgemeesters wel knarsetandend wachten tot die regie op punt staat.
5 Privacyvragen
Ook de privacygevoeligheid speelt een rol. ‘Wie geven we de toelating om met die gegevens aan de slag te gaan?’, zegt Van Gorp. ‘Er zijn genoeg mensen die dat politiek kunnen misbruiken – of de besmettingshaard nu in de plaatselijke tennisclub of bij de Marokkaanse gemeenschap zit.’ Dat benadrukte Beke ook al in
Terzake: ‘Het is ook een kwestie van aansprakelijkheid. Wie heeft welke informatie?’
6
Geen politiek leiderschap
De vraag is of de overheid en het consortium op dit moment dan wél dat vertrouwen van de burgers krijgen. Beke
‘Rotterdam alleen al heeft meer gezondheidswerkers dan de Vlaamse overheid in haar geheel’
Joris Moonens Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid