De virtuoos die met één hand indruk maakte
Jong beroemd, neergebliksemd door een vreselijke ziekte en weer rechtgekrabbeld: de pianist Leon Fleisher was een voorbeeld op meer dan een vlak.
Leon Fleisher, die zondag op 92-jarige leeftijd overleed, was de eerste Amerikaanse pianist die de Koningin Elisabethwedstrijd won. Hij was een wonderkind, dat van zijn vierde piano speelde, zijn eerste recital voor publiek gaf hij toen hij acht was, en op zijn negende van San Francisco naar Europa verhuisde om te studeren bij Artur Schnabel – Schnabels leraar Theodor Leschetizky was een leerling geweest van Carl Czerny, die was opgeleid door Beethoven.
Fleisher had dan ook een natuurlijke affiniteit met de Duitstalige componisten. Zijn eerste plaatopname, werk van Franz Schubert, blonk uit door diepgang, al was hij amper 25. Zijn techniek was verbluffend, maar dat ging niet ten koste van zijn expressie of emotie. Voor het platenlabel Columbia Masterworks nam hij met de dirigent George Szell werk op van Beethoven en Brahms, van Grieg en Rachmaninov. Fleishers bekendste vertolking was die van Brahms’ eerste pianoconcerto.
Rechterhand weg
Toen hij 36 was, viel dat alles met een schok stil. Fleishers ringvinger en pink krulden oncontroleerbaar op. Fleisher bleek focale dystonie te hebben, een uiterst zeldzame neurologische aandoening. Nu hij niet meer kon spelen, zakte hij weg in een diepe depressie. ‘De goden weten hoe ze hun bliksems moeten gooien’, zei hij daarover aan de Amerikaanse openbare omroep NPR.
Twee jaar lang probeerde hij alle therapieën en operaties, tot hypnose toe. ‘Langzaam kwam ik tot het besef dat mijn connectie met muziek niet uitsluitend die van een tweehandige pianist was.’ Hij begon weer les te geven, muziek te dirigeren, en ging op zoek naar pianomuziek die voor de linkerhand was geschreven. Zo herontdekte de wereld Ravels Concerto voor de linkerhand en andere werken die waren geschreven voor Paul Wittgenstein, broer van de filosoof Ludwig, die zijn rechterarm verloor tijdens de Eerste Wereldoorlog.
In de jaren negentig herwon hij de controle over zijn rechterhand door nieuwe behandelingen, waaronder botoxinjecties. In 2004 bracht hij de plaat Two hands uit, met werk van Bach, Debussy en Schubert. De technische brille van vroeger bereikte hij niet meer, zijn touche was er nog. Maar bovenal zag het publiek Fleisher als voorbeeld van hoe je grote tegenslag kunt overwinnen.