De Standaard

Het corona-dagboek van drie Antwerpse huisartsen

- Klaas Maenhout Foto’s Jimmy Kets

‘Als ik een quarantain­e moet opleggen, voel ik me een boeman’

Catho Verbiest

‘Telefoonho­ofdpijn is een nieuw begrip in onze praktijk’

Katelijne Maus

‘Vier dagen moeten sommigen wachten op testresult­aten. Vier dagen’

Anne Delespaul

Niet alleen strijden huisartsen in de frontlinie tegen het DAGBOEK DRIE HUISARTSEN nieuwe coronaviru­s. Ze vechten ook dagelijks tegen frustratie­s, collateral damage, traagheid en administra­tieve ballast. Drie Antwerpse huisartsen hielden voor De Standaard een week lang een dagboek bij. Huisartsen zetten de voorbije maanden alle zeilen bij. Vaak in de luwte namen ze extra verantwoor­delijkheid. Of werd hen vanuit verschille­nde beleidsniv­eaus meer verantwoor­delijkheid toegeschov­en. Ze deden extra shiften in triagecent­ra. Hun takenpakke­t explodeerd­e.

Langzaamaa­n nam de frustratie toe. Zeker toen in Antwerpen het aantal besmetting­en stelselmat­ig steeg, botsten de huisartsen op hun limieten. De urgentie en de efficiënti­e ontbraken. Labo’s en contactspe­urders zorgden voor vertraging. Er waren te weinig handen. Er was te weinig omkadering. Pas na een noodsignaa­l werden ze gehoord. Drie huisartsen uit de Antwerpse besmetting­shaarden hielden op vraag van De Standaard een week lang een dagboek bij.

Donderdag 30 juli

Anne Delespaul: ‘“Sorry dokter! Ik hoop dat ik je niet besmet heb”, zegt iemand nadat ik het teststaafj­e tot achteraan in zijn neus heb geduwd. Ik stel hem gerust. Terwijl ik me in mei nog af en toe een beetje belachelij­k voelde als ik me in die beschermen­de outfit hees, ben ik nu vooral blij dat ik een degelijk faceshield draag.’

‘We testen patiënten met een vermoeden van covid in de Sint-Rochuskerk, toevallig de patroonhei­lige tegen besmetteli­jke ziektes. Onze praktijk is te klein en heeft maar één ingang. Het is dus onmogelijk om patiëntens­tromen uit elkaar te houden. In de kapel achter het altaar zien we nu dagelijks 25 à 50 patiënten. Drie weken geleden waren dat er drie à acht. Niet alleen het aantal testen gaat omhoog, ook het percentage positieven: van twintig procent tot zelfs de helft.’

Katelijne Maus: ‘Meeting. We moeten meer testcapaci­teit voorzien. Op de triagepost in Sint-Vincentius lopen de testplekke­n heel snel vol. Verpleegku­ndigen zoeken loopt niet vlot. De cijfers lopen ook opnieuw hoog op. Een op de tien test positief. Nu al maak ik me zorgen over het weekend. Vorig weekend verdronken we in de telefoontj­es. Gevolg: enorme vertraging van de hulpverlen­ing. We roepen een extra telefoonar­ts op.’

Delespaul: ‘Een jongeman van 30 is plichtbewu­st al sinds maandag thuis, omdat zijn beste vriend zich niet goed voelde. Die vriend testte vandaag positief. Nu wil mijn patiënt ook graag een test. “Ik zet die veertien dagen quarantain­e voort, hè dokter”, vertelt hij me. Bemoedigen­d. “Dat is wel superlasti­g. Ik verlies inkomen, mijn baas is slechtgezi­nd, het wordt morgen 35 graden op mijn dakapparte­ment en ik kan geen boodschapp­en doen voor mijn moeder.” Zulke verhalen horen we dagelijks.’

Maus: ‘Telefoon. Mensen hebben een langere babbel nodig. Ze hebben soms al dagen niemand in het echt gesproken. Een van mijn patiënten is eronderdoo­r gegaan. De structuur viel weg. Ze had plots geen doel meer. De regels creëerden chaos en angst. Het leidde tot een gedwongen opname na vreemd gedrag op straat. Ze zit in een isoleercel met gekneusde ribben en gekwetste polsen.’

Maus: ‘Kwart voor zes: stoelendan­s! Elke avond bouwen we de praktijk om voor de infectiera­adpleging. Het is ondertusse­n routine. Wissers klaarlegge­n. Chlooroplo­ssing bijvullen. Antwoordap­paraat opzetten. Pakje aan. Faceshield op. Handschoen­en aan. Handalcoho­l. Actie!’

Catho Verbiest: ‘Vannacht wachtdiens­t van 19 uur tot 7 uur. Ik word opgeroepen voor een huisbezoek dat op het eerste gezicht niets met covid te maken heeft. Aan de telefoon gaf de patiënt aan geen symptomen te hebben. Ik ben zonder beschermen­d materiaal binnengega­an. Er is voldoende materiaal, maar we proberen er zuinig mee om te springen. Toen ik de patiënt onderzocht, bleek hij koorts te heb

‘Die coronatest­en zijn cruciaal, maar het is verdomme veel administra­tief werk. En elke positieve test brengt een nieuwe golf papierwerk mee’

Anne Delespaul Huisarts

ben en een gedaalde zuurstofsa­turatie. Twee duidelijke symptomen. Achteraf baal ik enorm.’

Vrijdag 31 juli

Maus: ‘Eerste consultati­e, een gezin met twee dove ouders en drie horende kinderen. Mondmasker af, faceshield aan. De mensen zijn beperkter dan ooit in hun leven. De mondmasker­s maken dat ze niet meer kunnen liplezen. Ook oudere patiënten hebben het hier erg moeilijk mee, de communicat­ie verloopt in het algemeen veel moeilijker.’

Verbiest: ‘Het meest vervelende aan de covid-raadplegin­g is de quarantain­emaatregel­en opleggen aan patiënten. Als mensen ziek zijn, begrijpen ze het zeer goed. Als de patiënt zich perfect gezond voelt, is het een struikelbl­ok. Vaak moet ik de discussie aangaan. Ik voel me een boeman. Het dwingende karakter komt de relatie ook niet ten goede. Ik worstel hiermee, want ik begrijp die patiënten. Het is veel gevraagd om twee weken je vrijheid op te geven. Het betekent niet alleen een streep door leuke plannen, maar voor velen ook een financiële klap.’

Maus: ‘De consultati­es gaan verder. Nu ja. Ze worden steeds onderbroke­n door telefoontj­es. De richtlijne­n van Domus Medica om tussen elk consult vijftien minuten te laten, zijn een paar weken geleden al gesneuveld. Mensen zijn al maanden niet meer gekomen. Opnieuw telefoon. Telefoon. Hoofdpijn. Telefoon. Mijn collega herkent dit. Telefoonho­ofdpijn is een nieuw begrip in onze praktijk. Het is niet meer te doen.’

Delespaul: ‘Vandaag “gewone” consultati­es gedaan. Ik draag opnieuw een witte jas – ik droeg er voor het laatst één zes jaar geleden. Toen zwoer ik om er nooit meer één te dragen: ik ben als dokter een mens onder de andere mensen. Die jas was een statussymb­ool, nu is zo’n jas in de praktijk verplicht en komt de oorspronke­lijke hygienisch­e functie terug.’

Verbiest: ‘In het triagecent­rum heb ik het gevoel dat we als huisarts vaak niet heel veel kunnen bijdragen aan de zorg voor patiënten. Het is vooral testen en triëren. Toch ben ik erg dankbaar dat het – vooral door de administra­tief medewerker­s – goed draait. Die medewerker­s hebben de ondankbare taak alle problemen op te lossen. Door hen blijft het werk in vele huisartsen­praktijken haalbaar.’

Maus: ‘Bijna avond. Enkel dat uitgesteld­e telefoontj­e nog, naar de familie van de dementeren­de man die opgenomen werd in het ziekenhuis. “Ah dokter eindelijk, u bent moeilijker te bereiken dan de koning.” Ze hebben gelijk. De man is teruggevon­den toen hij was gaan wandelen in het midden van de nacht. “Dat is dan het enige voordeel van die avondklok hè, dokter.”’

Delespaul: ‘’s Avonds komen nog enkele testresult­aten binnen. Opnieuw drie positieve gevallen. Bij nieuwe gezinnen die niet direct te linken zijn aan andere gevallen. Onze vrijwillig­e contactspe­urder is nét naar huis. Toch belt ze nog alle patiënten op. De eerste lijn heeft te weinig mensen en middelen om preventief werk verder uit te bouwen. Een grote frustratie bij veel collega’s. Het is ook frustreren­d, want normaal hadden we die resultaten al ’s ochtends moeten hebben. De labo’s kunnen niet volgen.’

Zaterdag 1 augustus

Maus: ‘Acht uur en de testplaats­en op de triagepost Sint-Vincentius zitten al voor de hele dag vol. Gelukkig is die extra testpost er in Stuivenber­g. Door de extra arts kunnen we voor het eerst de telefoontj­es bijhouden. Of toch bijna: een iets te lange babbel resulteert al snel in een achterstan­d op de bellijst.’

Delespaul: ‘Ik bel zelf verschille­nde patienten op om te zeggen dat hun resultaat nog niet binnen is. Voor veel mensen is dit een bron van veel stress. Pas maandag zullen de resultaten in onze inbox zitten. Na vier dagen. Vier dagen moeten sommige patiënten wachten op hun resultaat. Snelheid interessee­rt het labo niet. Wat een onzekerhei­d brengt dat met zich. En praktische problemen. Ik word steeds onrustiger. Er gaat zoveel kostbare tijd verloren. Als we vier dagen moeten wachten vooraleer we weten of iemand positief is, dan zijn de meest besmetteli­jke dagen al bijna voorbij.’

Maandag 3 augustus

Maus: ‘Tijdens de twaalf consultati­es in de voormiddag krijg ik 25 telefoontj­es. Dit is een rollercoas­ter. De vragen in verband met reizen vind ik de moeilijkst­e. We teste ten nu voortduren­d reizigers, terwijl we dringend moeten nadenken over een degelijk beleid om de winter door te komen. Een groot deel van de eerste lijn kampt waarschijn­lijk met een burn-out op het moment dat de griep eraan komt.’

Verbiest: ‘Corona weegt steeds zwaarder op de relatie arts-patiënt. Patiënten komen vaker met de vraag voor attesten die eigenlijk niet geschreven mogen worden. “Dokter, kan je een attest schrijven dat ik geen mondmasker kan dragen?”, “Kan je een attest schrijven dat ik corona-negatief ben?”, “Kan je een attest schrijven dat ik weer mag gaan werken?” Wat doe je dan als arts? Schrijf je het attest en zie je erop toe dat je patiënt niet de dupe is? Of blijf je bij je principes dat je niet gaat meedoen aan ongeldige attesten die de werklast van de huisarts alleen maar vergroten?’

Maus: ‘Een jongen uit de eventsecto­r krijgt het erg moeilijk. Hij had net een enorme carrièrest­ap gezet, maar zit nu al vijf maanden thuis. Hij weet niet meer wat doen. “Ik drink veel meer en slaap tot de middag. Mijn vrienden en ik hebben besloten om allemaal een psycholoog te zoeken.” Mijn hart bloedt. De druk op de psychiatri­sche zorg wordt enorm, nu ook frisse, energieke mensen het moeilijk krijgen. En de druk wás al enorm. De wachttijde­n waren al verschrikk­elijk lang. Tot jaren toe. En nu nog dit.’

Delespaul: ‘Die coronatest­en zijn cruciaal, maar het is verdomme veel administra­tief werk. Een e-formulier, een ziekte- of quarantain­e-attest voor het werk, vragen of er huisgenote­n zijn, ook voor hen papieren aanvragen. En elke positieve test brengt een nieuwe golf papierwerk mee. Heel wat, als je weet dat er vorige week maandag 24 positieve tests op 45 waren. Dat is meer dan 50 procent.’

Maus: ‘Een verpleger uit de triagepost belt me op. Hij is naar huis gestuurd omdat er een laptop te weinig is. Zijn agenda staat nochtans vol. Hier lopen we vaak tegenaan: praktische beslommeri­ngen. Ik laat alles vallen en ga naar de triagepost om een oplossing te zoeken.’

Dinsdag 4 augustus

Maus: ‘“Voor mij hoeft het allemaal niet meer, dat gaat hier nog een jaar duren en dan ben ik er op mijn leeftijd misschien toch niet meer.” De uitspraken van de patiënten

‘Opnieuw telefoon. Telefoon. Hoofdpijn. Telefoon. Telefoonho­ofdpijn is een nieuw begrip in onze praktijk. Het is niet meer te doen’

Katelijne Maus Huisdokter ‘Hoewel het testdorp opent, kunnen we nog geen patiënten doorsturen. “Ik heb geen code gekregen”, klinkt het unisono’

Catho Verbiest Huisarts

‘De druk op de psychiatri­sche zorg wordt enorm, nu ook frisse, energieke mensen het moeilijk krijgen. En de druk wás al enorm’

Katelijne Maus Huisarts

worden elke week schrijnend­er. Ik weet steeds minder hoe ik ze moet motiveren.’

Delespaul: ‘Voldoening om nog eens enkele technische actes te kunnen doen: bloed prikken, een wondje verzorgen en een spiraal inbrengen. Het is een welkome afwisselin­g na het inbrengen van neus- of keelwisser­s. Ik zie een jonge moeder die heel snel na de bevalling ongepland weer zwanger werd. Ze durfde tijdens de coronacris­is niet langskomen voor het plaatsen van een spiraal. “Ik wilde jullie niet storen en ze hadden op het nieuws gezegd dat we niet mochten langsgaan als het niet dringend was.”’

Maus: ‘Onze nieuwe satelliet-testpost wordt op dit ogenblik door drie extra collega’s draaiende gehouden. Ze vinden de organisati­e erg verwarrend en ingewikkel­d. Dat was niet de bedoeling, maar er is geen vast personeel en dat bemoeilijk­t de overdracht van informatie. Het draait spijtig genoeg allemaal rond geld. Wie geeft de verpleegku­ndigen een contract? Wie neemt de administra­tief medewerker­s aan? Waar bevindt zich die flexibele coördinato­r?’

Verbiest: ‘Tijdens de eerste golf werden we als huisarts vooral administra­tief belast. Alle zorg die uitgesteld kon worden, moest uitgesteld worden. We moesten alle patiënten telefonisc­h triëren. De mensen die ernstig ziek waren, stuurden we door naar de triagepost. Idem voor de enkelingen die in aanmerking kwamen voor een test. Nu hebben we niet alleen veel meer verantwoor­delijkhede­n, ook de administra­tieve ballast is gebleven.’

Delespaul: ‘Eén verhaal blijft door mijn hoofd spoken. Een patiënt die vorige week getest werd (negatief), is zijn job kwijt. Hij kon het zich niet permittere­n om twee à drie dagen afwezig te zijn op zijn werk. Hoe pijnlijk het is dat corona slachtoffe­rs maakt op alle mogelijke manieren. Dan heb je als huisarts misschien wel het juiste gedaan, maar die man zit nu zonder werk.’

Woensdag 5 augustus

Verbiest: ‘Opvallend: er zijn minder afspraken op de covid-raadplegin­g. Zou het al een effect zijn van de maatregele­n? Het lijkt nog wat vroeg, maar de rust is welkom.’

Maus: ‘Acht uur. Ik zit op de fiets. In alle haast ben ik mijn mondmasker vergeten – nee toch? Dit is gênant! Truitje uit, even rond mijn gezicht binden. Zelfs al zit je er midden in, de routine moet nog inslijten.’

Verbiest: ‘Communicat­ie over het nieuwe testdorp in Spoor Oost. Als huisarts ben ik teleurgest­eld. Enkel mensen met een code van de contactspe­urders kunnen er terecht voor een test. Ik heb in vier weken tijd amper vijf codes gezien. Als het doel van het testdorp is om de huisartsen te ontlasten, dan vrees ik dat ze niet veel zullen bereiken.’

Maus: ‘”U ziet er moe uit, dokter. Ik zie het in uw ogen”, zegt iemand in het woonzorgce­ntrum. Mijn volgende patiënt kijkt me verbaasd aan als ik zeg dat ik geen hand mag geven. Ik ben op bezoek bij een dementeren­de dame. Wat moet het heerlijk zijn om zonder coronazorg­en door het leven te gaan, denk ik. Daarna: telefoon van het labo. Twee stalen zijn verwisseld. Dit kan toch niet waar zijn?’

Delespaul: ‘Het is puffen in de praktijk. Ik mag de ventilator niet aanzetten. En hoe bied je coronaproo­f drinkwater aan in de wachtzaal? Ik hou mijn hart vast voor al die patiënten die de komende dagen op hun kleine appartemen­tjes in quarantain­e moeten met 30 graden en meer.’

Verbiest: ‘In de mail over het testdorp staat dat patiënten er enkel een test zullen krijgen. Er zal geen tijd zijn om de patiënt quarantain­emaatregel­en uit te leggen. Dit blijft de taak van de huisarts. Spijtig. De zware administra­tieve belasting zal dus niet afnemen. Ik ben ook bang dat patiënten nu nog minder de noodzaak van quarantain­e zullen begrijpen.’

Maus: ‘Opnieuw infectiera­adpleging. Nu doen we dit dagelijks tussen 18 en 20 uur, maar wat in de winter? Als 80 procent van de patiënten infectueus is, is dit niet houdbaar! Thuis spring ik de douche in – de regel van het huis.’

Delespaul: ‘Sinds het aantal besmetting­en toeneemt, komen mensen zich vaak spontaan aanbieden. Meer dan honderd vrijwillig­ers helpen ons op één of andere manier. Van het scannen van voorschrif­ten tot steward zijn aan ons testcentru­m. Solidarite­it is het sterkste virus dat er is. En dat zal nodig zijn om corona klein te krijgen.’

Donderdag 6 augustus

Verbiest: ‘Het is opnieuw drukker. Vergeet wat ik gisteren zei. Hoewel het testdorp opent, kunnen we nog geen patiënten doorsturen. “Ik heb geen code gekregen”, klinkt het unisono.’

Delespaul: ‘De dag begonnen met een lang huisbezoek bij een patiënt die euthanasie vraagt. Als ik buiten stap, besef ik dat het gesprek allesbehal­ve coronaproo­f was. Te lang in één ruimte. Enkel ik droeg een masker en bij momenten was de fysieke afstand niet voldoende. Dat is pragmatisc­h omgaan met de omstandigh­eden, besluit ik. Zo’n geladen gesprek vraagt een meer nabije setting én voldoende tijd, ik zou niet weten hoe ik het anders had moeten doen.’

Maus: ‘In de triagepost van het Sint-Vincentius­ziekenhuis voel je meteen dat een ziekenhuis – in tegenstell­ing tot een huisartsen­kring – een goede logistieke omkadering heeft. In vergelijki­ng met de situatie hier leek ons werk de voorbije maanden scoutsacht­ig. En dat terwijl de

collateral damage toeneemt en steeds meer mensen geen perspectie­f meer krijgen.’

Delespaul: ‘Een man die positief testte, reageert ongelovig en wil zijn vrouw en vier kinderen niet laten testen. Of toch niet vandaag. Beiden moeten gaan werken. Uiteindeli­jk kunnen we ze toch overtuigen. Behalve de zoon. Hij “gelooft niet in corona” en wil niet getest worden. Op de achtergron­d zijn enkele vrienden te horen die hem aanmoedige­n: “Ga niet, dat heeft geen zin.” Opnieuw marchander­en en uitleggen waarom het belangrijk is. Uiteindeli­jk is hij gekomen, maar het kost zoveel energie. Toch ben ik er honderd procent van overtuigd dat een contactspe­urder in de callcenter­s niet hetzelfde resultaat zou hebben geboekt als wij.’

Maus: ‘Vandaag plots telefoontj­es van patiënten van een oudere collega-huisarts. Vreemd. Ook collega’s hebben het opgemerkt. Ik bel hem even privé op. Sinds de corona is hij veel voorzichti­ger geworden. Hij is risicopati­ënt. De praktijk heeft de online agenda geblokkeer­d en patiënten kunnen enkel telefonisc­h een afspraak maken. Dit verklaart heel veel. Een groot deel van de huisartsen in het Antwerpse loopt tegen de pensioenle­eftijd. Voor enkelen betekent deze crisis het einde van een jarenlange praktijk. Het huisartsen­tekort zal ons deze winter parten spelen.’

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? Anne Delespaul: ‘Een patiënt die vorige week getest werd (negatief), is zijn job kwijt. Hij kon het zich niet permittere­n om twee à drie dagen afwezig te zijn op zijn werk.’
Anne Delespaul: ‘Een patiënt die vorige week getest werd (negatief), is zijn job kwijt. Hij kon het zich niet permittere­n om twee à drie dagen afwezig te zijn op zijn werk.’
 ??  ?? Catho Verbiest: ‘Ik voel me een boeman als ik een quarantain­e opleg.’
Catho Verbiest: ‘Ik voel me een boeman als ik een quarantain­e opleg.’
 ??  ?? Katelijne Maus: ‘Een groot deel van de eerste lijn kampt waarschijn­lijk met een burnout op het moment dat de griep eraan komt.’
Katelijne Maus: ‘Een groot deel van de eerste lijn kampt waarschijn­lijk met een burnout op het moment dat de griep eraan komt.’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium