De Standaard

‘Een week nietsdoen? Dat kwam nog niet in mij op’

Lore D’heer woont samen met haar ouders, broer en grootouder­s op het erf van hun land- en tuinbouwbe­drijf in Zele. Ze is klaar om fulltime te doen wat ze al een heel leven doet: de handen uit de mouwen steken.

- ©

Ze heeft lang getwijfeld of ze dit interview wilde doen. Ooit verscheen al eens een artikel over haar, in het tijdschrif­t van haar middelbare school. Ze was het enige meisje in de richting landbouwme­chanisatie en dat verdiende aandacht. ‘Maar ik word niet graag als uitzonderi­ng neergezet’, vertelt Lore D’heer. ‘Natuurlijk merk ik dat ik in een mannenwere­ld leef en werk, maar als uitzonderi­ng hebben mensen de neiging om je te onderschat­ten. Terwijl ik me niet zomaar laat kennen.’

Dat weet bijvoorbee­ld de boomkweker bij wie ze vorig jaar een week stage liep. ‘De man had twijfels toen ik het hem vroeg: “Zo’n zwaar werk voor een meiske?” Maar mijn vader vroeg of hij me een kans wilde geven, want thuis deed ik het ook allemaal. Het was inderdaad zwaar werk, maar ik heb me écht geamuseerd. En na mijn stageweek zei hij dat ik mocht terugkomen.’

Werk voelt voor Lore niet als werk, het voelt vertrouwd. ‘Het liefst van al rijd ik met de tractor, dat is mijn passie, en Fendt is mijn merk. Jammer dus dat de tuinen vandaag steeds kleiner worden: mensen zien het niet meer zitten om er veel tijd in te steken. Ofwel willen ze een onderhouds­vriendelij­ke tuin, ofwel een kleine tuin. Maar daar kun je niet met grote tractoren in rondrijden.’

Samen lunchen

Grasmaaien, hagen scheren, sproeien tegen de buxusmot, zwerfvuil oprapen … Haar dagen zijn voorspelba­ar, maar nooit hetzelfde. ‘Ik ben altijd buiten, van ’s ochtends tot ’s avonds laat. Eerst geven we thuis de koeien eten en doen we het werk op de boerderij, daarna vertrekken we naar de eerste klant. Dat is het voordeel als zelfstandi­ge: je kiest doorgaans zelf hoe je je dag indeelt.’ ’s Middags keren ze meestal terug naar huis om samen te eten. ‘Na het avondeten stopt het niet: ofwel werken we thuis verder, ofwel gaan we op fabriekste­rreinen het gras afrijden. Niemand zit hier ooit gewoon in de zetel.’

Haar haar is lichter geworden door de zon en het buitenwerk. Want zelfs als Lore ontspant, is het buiten. ‘Bij de KLJ (jeugdbeweg­ing,

red.) doe ik aan wimpelen: dat is met een vlag zwaaien op het ritme van een liedje. We doen ook aan groepsdans­en en atletiek, maar dat ligt nu allemaal stil door corona.’ In niet-coronatijd­en gaan ze met het gezin naar alle landbouwbe­urzen van het land omdat ze daar veel mensen kennen en de nieuwste machines kunnen zien. Of Lore gaat met vrienden naar tractorpul­ling om te kijken hoe gepimpte tractors zware gewichten vooruit slepen. ‘Ooit wil ik dat zelf eens doen.’

Een paar momenten van ontspannin­g tot daar aan toe, maar het woord ‘vakantie’ is als een bierfiets die het erf op zou rijden: totaal misplaatst. ‘Niet dat we nooit vrij hebben, want we gaan ook wel eens naar zee of we plannen een fietstocht of een tocht met onze paarden. Maar een week nietsdoen, is gewoon nog niet in mij opgekomen. Ik vind dat niet erg, ik doe graag wat ik doe. En ik heb helemaal geen nood aan op reis gaan of een weekendje weg: het liefst kom ik ’s avonds thuis en slaap ik in mijn eigen bed.’

Onbegrepen

Lore draait haar hoofd naar het geluid op de oprit: haar jongere broer rijdt het erf af met de tractor. ‘Zie je dat gewicht vooraan? We hebben er onze familienaa­m in gezet. Het is een rage onder de jongeren om je machines te versieren met lampen en zo. Da’s leuk als je elkaar tegenkomt op de baan.’

Ze heeft wel vrienden, maar weinig tijd, dus hoe houdt ze die in stand nu ze niet meer verder studeert? ‘Aan de eerste vier jaar in het ASO heb ik weinig vrienden overgehoud­en. Ze begrepen me niet. Na school wilden veel leerlingen gewoon rondhangen of iets drinken, maar ik wilde naar huis om te hel

pen. Ze keken op me neer omdat ik “van de boeren” was.’

Met de jongens uit de laatste twee jaar van haar middelbaar, uit de richting tuinbouw en het zevende jaar landbouwme­chanisatie, heeft ze wel nog contact. ‘Ze wonen bijna allemaal verderop in Wetteren, maar soms komen ze hier wel eens toegestuik­t met de quad of zo. Da’s wijs.’ Hoe die klik er gekomen is met de jongens? ‘Je mag geen eiland worden als meisje. In het begin konden ze moeilijk geloven dat ik in hún stiel wilde zitten en hún werk wilde doen. Na een tijdje zagen ze dat ik het meende en dat ik ook gewoon een rijbewijs voor de tractor haalde. Verder moet je natuurlijk wel wat kunnen verdragen. Een bende mannen, daar komt wel wat uit. Ik kan daar tegen zolang ze me serieus nemen en respect hebben.’

Dichtbij

Alles wat Lore liefheeft, ligt binnen een straal van zo’n kleine honderd meter rond haar bed. De velden, de machines in de hangars, haar grootouder­s in het huis naast dat van hen, haar ouders en broer, de dieren. ‘Ik vind het leuk om elke dag samen te werken en te leven. We zorgen voor elkaar en de dieren, mijn grootouder­s kunnen oud worden op hun eigen boerderij. Later zou ik het liefst van al hier in de buurt komen wonen.’ Al hangt dat natuurlijk ook van de liefde af. ‘Daar ben ik nog niet echt mee bezig’, zegt ze. Of ze iemand in gedachten heeft? ‘Goh … Hoe moet ik dat zeggen? Hij moet vuile kleren aan hebben.’ (lacht) ‘Liever geen bureaujong­en dus.’

Lores moeder komt de woonkamer binnen. Plots wordt het een gesprek met drie: alles is in dit huis tenslotte van iedereen. Hoewel Lore soms wel eens een ‘eigen koe’ heeft. ‘Soms bouw je met een dier een band op. Ik had bijvoorbee­ld een lievelings­koe die altijd met me meeliep als ik op het wegeltje langs de weide fietste. Maar als kind leer je al snel dat elk dier ooit weggaat.’

Lore draait haar hoofd opnieuw om, haar broer rijdt het erf op. Het is middag: tijd om samen te eten en nadien terug aan het werk te gaan.

‘In het begin konden de jongens in mijn klas maar moeilijk geloven dat ik in hún stiel wilde zitten en hún werk wilde doen’

 ??  ??
 ?? Fred Debrock ?? Lore: ‘Het liefst van al rijd ik met de tractor, dat is mijn passie, en Fendt is mijn merk.'
Fred Debrock Lore: ‘Het liefst van al rijd ik met de tractor, dat is mijn passie, en Fendt is mijn merk.'

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium